Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
huidige voorzitter van de commissie, mevrouw drs. F. Halsema, heeft dan ook medio januari<br />
2013 een brief gestuurd aan alle betrokkenen, mede-commissieleden en het secretariaat, met<br />
daarin het verzoek (nogmaals) te bevestigen dat men zich heeft gehouden aan de gevraagde<br />
geheimhouding. Op een brief na zijn alle brieven ondertekend teruggezonden. De commissie<br />
heeft niet kunnen achterhalen wat de oorzaak is waarom betrokkene de brief niet ontvangst<br />
heeft kunnen nemen of heeft genomen en heeft ondertekend.<br />
Vanwege de ernst van de signalen en de beeldvorming daarover in de publiciteit, is het<br />
vervolgonderzoek waartoe de minister de commissie opdracht heeft gegeven, méér dan nodig.<br />
Veruit de meeste betrokkenen hebben de vervolgopdracht van de commissie aangegrepen om<br />
vanuit hun perspectief alsnog de (eventuele) feiten achter de signalen te kunnen toelichten.<br />
1.3 Perspectief van de commissie<br />
De commissie heeft onderzocht of de publieke verontwaardiging over de signalen ook grond<br />
vindt in de feiten. Ook heeft zij de feiten gewogen in het perspectief van enkele relevante<br />
normen. Tevens staat de commissie stil bij de vraag welke lering uit de ‘casus Amarantis’ kan<br />
worden getrokken: wat mogen we verwachten van bestuurders en managers in het onderwijs?<br />
De commissie heeft haar opdracht beschouwd als een tweeledige. Allereerst het onderzoeken<br />
van de signalen op het feitelijke gehalte ervan. De commissie heeft de geconstateerde feiten<br />
beoordeeld op strafbaarheid, op basis van normen van behoorlijk bestuurlijk gedrag en<br />
doelmatigheid van bestedingen. Ten tweede heeft de commissie een tweetal expertmeetings<br />
gehouden om met deskundigen van gedachten te wisselen over wenselijk bestuurlijk gedrag in<br />
de publieke sector en in het onderwijs. Mede op grond daarvan formuleert de commissie een<br />
aantal uitgangspunten.<br />
1.4 Leeswijzer<br />
De commissie doet in dit rapport verslag van de uitkomsten van het vervolgonderzoek. De<br />
indeling van het rapport is als volgt.<br />
In hoofdstuk 2 wordt de opdracht en werkwijze van de commissie uiteen gezet. In hoofdstuk 3<br />
beargumenteert de commissie hoe zij de uitkomsten van het forensisch onderzoek heeft<br />
gewogen. Aan de hand van het Instellingsbesluit en relevante literatuur heeft zij daarvoor een<br />
toetsingskader ontwikkeld.<br />
Hoofdstuk 4 beschrijft de uitkomsten van het forensisch onderzoek. De volledige rapportage van<br />
het forensisch onderzoek is opgenomen in deel II van de bijlagen bij dit commissierapport. De<br />
commissie interpreteert in dit hoofdstuk tevens de geconstateerde feiten in het licht van haar<br />
toetsingskader.<br />
7