blocstop™ BSO - O. Rosinski GmbH

Methode 1: De opvangvoorziening wordt gedemonteerd, ca.
30 cm omhoog geheven, en aan de (verticale) kabel
losgelaten. In de valweg mogen geen delen van de
omliggende (gebouw-)constructie aanwezig zijn waar de
opvangvoorziening tegenaan zou kunnen botsen.
Methode 2: De veiligheidskabel wordt met de hand met een
ruk door de opvangvoorziening getrokken.
Methode 1 (controle van de snelheidsbegrenzing):
GEVAAR!
Risico op letsel door vallende voorwerpen! Gevaar door
beknelling en snijpunten!
Bij de volgende controle bestaat gevaar door een risico op
beknellingen en snijwonden tussen de omlaag vallende
opvangvoorziening en delen van de omliggende (gebouwconstructie.
– Grijp niet in het valtraject van de opvangvoorziening.
Risico op letsel door vallende voorwerpen! Gevaar door
beknelling en snijpunten!
Wanneer de opvangvoorziening niet geactiveerd wordt en in
het valtraject geen obstakels aanwezig zijn, kan de
opvangvoorziening ongecontroleerd omlaag vallen en andere
mensen in gevaar brengen!
– Begrens het valtraject zo nodig door geschikte
maatregelen te nemen!
OPGELET!
Risico op schade aan de opvangvoorziening of aan
andere componenten!
Bij de volgende controle kan de opvangvoorziening in botsing
komen met delen van de omliggende (gebouw-)constructie en
daardoor beschadigd raken.
– Let erop dat de opvangvoorziening niet met obstakels op
de locatie in botsing kan komen.
– Kan een botsing niet uitgesloten worden, dan moet u een
andere controlemethode gebruiken.
– Verwijder de bevestiging van de opvangvoorziening (bijv.
bouten (3) in het getoonde inbouwvoorbeeld).
– Til de opvangvoorziening ca. 30 cm omhoog aan de kabel.
– Laat de opvangvoorziening vallen:
De opvangvoorziening moet na max. 8 cm sluiten en aan de
kabel vasthangen.
– Opvanginrichting openen: handhendel (2) rechtsom
zwenken tot deze zich vergrendelt.
– Opvangvoorziening aan de kabel neerlaten.
– Opvangvoorziening monteren:
Borg de bout met een nieuwe splitpen.
Borg de bouten met een nieuwe zelfborgende moer.
Montage- en Bedieningshandleiding
Methode 2 (controle van de snelheidsbegrenzing):
Zie Afb. 12.
– Verwijder het spangewicht aan de veiligheidskabel of maak
een kabellus bij de kabeluitloop (lastloze zijde van de
opvangvoorziening).
– Trek de kabel met een ruk in de richting 'A':
De opvanginrichting moet sluiten en de kabel vasthouden.
– Opvanginrichting openen: handhendel (2) rechtsom
zwenken tot deze zich vergrendelt.
– Span zo nodig de veiligheidskabel weer door deze met de
hand aan te trekken.
– Breng eventueel het spangewicht weer aan de
veiligheidskabel aan.
11 Bediening/bedrijf
De operator moet door de exploitant in de bediening van het
apparaat geïnstrueerd en met het gebruik ervan belast zijn.
11.1 Controles voor aanvang van het
werk
– Kabel op aangehechte vervuilingen controleren en evt.
reinigen.
– Bedrijfsklare toestand controleren, zie '10.4 Inbedrijfstelling,
Bedrijfsklare toestand tot stand brengen' op pagina 10.
– Werkingstest uitvoeren, zie '10.4 Inbedrijfstelling,
Werkingstest' op pagina 10.
– Resultaat van de controles schriftelijk in het logboek
vastleggen.
11.2 Bedrijf met een
personenopnamemiddel
GEVAAR!
Risico op letsel door te grote valafstand in geval van
opvangen!
Bij de opwaartse beweging met gesloten opvangvoorziening
wordt de veiligheidskabel omhoog gedrukt en is deze tussen
ophanging en opvangvoorziening meer gespannen.
– Controleer voor elke rit of de handhefboom op OPEN
staat en vergrendeld is.
Zie Afb. 10 (voorbeeld).
– Opvanginrichting openen: handhendel (2) rechtsom
zwenken tot deze zich vergrendelt.
– Hefwerktuig starten.
– Tijdens elke beweging minstens een maal in het kijkvenster
(4) controleren of het centrifugaalgewicht draait.
G905.5 - 02/2011 NL-11