Marten J. Poley - Erasmus Universiteit Rotterdam

158Samenvattingworden meegewogen bij het prioriteren van gezondheidszorgprogramma's—eenvan de dimensies van rechtvaardigheid die nog niet voldoende lijken te zijnverdisconteerd in kosten-effectiviteitsanalyses, de leeftijd van de patiënt is. Demeeste studies waarin naar de mening van het publiek werd gevraagd wekken deindruk dat aan een gered leven, gewonnen QALY's of een jaar in perfectegezondheid een hogere waarde wordt toegekend als zij ten goede komen aanjonge mensen in plaats van aan ouderen. Echter, ondanks dat in het algemeenjongeren de voorkeur genieten boven ouderen, krijgen pasgeborenen soms tochgeen prioriteit boven iets oudere kinderen. Omdat bij de toepassing vanrechtvaardigheidsargumenten inderdaad vaak hoge prioriteit wordt toegekendaan het behandelen van jongeren of van hen met de ernstigste ziektes, luidt deconclusie dat gewonnen QALY's bij pasgeborenen met levensbedreigendeafwijkingen een naar verhouding hoge waarde hebben.Ter afsluiting brengt Hoofdstuk 8 de in de voorafgaande hoofdstukkengepresenteerde resultaten met elkaar in verband. Als uitgangspunt geldt debelangrijkste conclusie van dit proefschrift, namelijk dat neonatale chirurgie duuris, maar de kosten waard. De resultaten kunnen nochtans van verschillendekanten worden bekeken, waarbij elk gezichtspunt geschikt is voor een anderpubliek met andere behoeften. De lezer wordt daarom uitgenodigd voor eendenkbeeldige tocht waarbij naar de resultaten van dit proefschrift wordt gekekenvanuit het perspectief van achtereenvolgens het kind zelf en zijn of haar ouders,de kinderspecialist, de samenleving in de persoon van de beleidsmaker, en deonderzoeker in de gezondheidseconomie. Het blijkt dat vanuit elk van dezegezichtspunten andere aspecten van de resultaten in het oog vallen.Desalniettemin vallen de resultaten in het algemeen goed uit voor de neonatalechirurgie, onwillekeurig welk gezichtspunt wordt ingenomen. Concluderendmogen we stellen dat dit proefschrift ingaat op het probleem van de balanstussen de kosten en effecten van neonatale chirurgie, en op dat van de balanstussen het kosten-effectiviteitsargument en andere argumenten in het debat rondde allocatie van middelen in gezondheidszorg—inderdaad een kwestie van balans.Uit de bevindingen blijkt dat de neonatale chirurgie een goede kosteneffectiviteitkent. Deze conclusie dient echter te worden genuanceerd door een viertaloverwegingen. Ten eerste gaat de gunstige kosteneffectiviteit niet onverminderdop voor elk geval: de goede uitkomsten gelden waarschijnlijk niet voor deuitzonderlijke gevallen van patiënten die bij de geboorte ernstige meervoudigeafwijkingen vertonen. Ten tweede zou er verdere vooruitgang moeten wordengeboekt in de zorg voor patiënten met congenitale anorectale misvormingen ofmet congenitale hernia diafragmatica: de sterftecijfers en de kwaliteit-vanlevenuitkomstenbij deze patiënten blijken ruimte te bieden voor verbetering. Tenderde is meer kennis op het gebied van de kosteneffectiviteit van neonatalechirurgie wenselijk en de weg daartoe dient mede te bestaan uit het verfijnen vande methodologie van economische evaluaties bij kinderen. De wenselijkheid vankennisuitbreiding geldt vooral voor de andere dan de in dit proefschriftbestudeerde aandoeningen bij pasgeborenen die een chirurgische ingreep