02.09.2015 Views

Jurisprudentietijdschrift

StAB Jurisprudentietijdschrift 2005, 1

StAB Jurisprudentietijdschrift 2005, 1

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

16 Milieu<br />

rechtgekomen slib blijft volgens jurisprudentie (HR 30<br />

november 1982, NJ 1982, 89) deel uitmaken van het<br />

oppervlaktewater, immers onder oppervlaktewater<br />

wordt mede de bedding (in casu het zandstrand) verstaan.<br />

Het begrip oppervlaktewater moet volgens de Hoge<br />

Raad (23 februari 1993, NJ 1993, 605) ruim worden<br />

uitgelegd. Zie ook HR 19 november 1974, NJ 1975,<br />

162: ‘een sloot die met een oppervlaktewater in verbinding<br />

staat en welke sloot het grootste deel van het<br />

jaar droog staat dient te worden aangemerkt als oppervlaktewater.’<br />

3.4. Aldus is een verweer gevoerd dat niet van louter<br />

feitelijke aard is. Daarin wordt tevens de rechtsvraag<br />

aan de orde gesteld of – indien wordt uitgegaan van de<br />

door of namens de verdachte gestelde feiten – sprake is<br />

van ‘brengen in enig oppervlaktewater’ in de zin van de<br />

toepasselijke en hierna weer te geven regeling. Daarom<br />

had het Hof nader moeten motiveren waarom het van<br />

oordeel was dat die vraag bevestigend diende te worden<br />

beantwoord. Het ontbreken van zodanige motivering<br />

behoeft evenwel op grond van het navolgende niet<br />

tot cassatie te leiden.<br />

3.5. In de aanvulling op het arrest als bedoeld in artikel<br />

365a, tweede lid, Sv heeft het Hof ter zake van het<br />

onder 1 bewezenverklaarde feit als volgt overwogen:<br />

‘Het hof leidt uit de verklaring van verdachte [verdachte]<br />

– voor zover hierboven weergegeven onder 2 – in<br />

samenhang met de inhoud van overige bewijsmiddelen<br />

voor zover daarin wordt gesproken [lees: over] het<br />

brengen van een hoeveelheid Maasslib in de Maas – af<br />

dat het Maasslib werd geschoven c.q. verplaatst in een<br />

grindgat, welk grindgat in open verbinding stond met<br />

de Maas.’<br />

Die als bewijsmiddel 2 weergegeven verklaring van de<br />

verdachte luidt:<br />

‘De firma [D] heeft op 31 maart 1995 een graafmachine<br />

aangevoerd. Deze had ik gehuurd. De firma [D] is<br />

begonnen met het ‘afschrapen’ van de ligweide. Ik heb<br />

de machinist van de firma [D] tevens op het rechterstrand<br />

in de waterkant laten werken. Hij moest het slib<br />

op de bodem ‘uitwaaieren’. Hiermee bedoel ik dat het<br />

op de bodem liggend slib dieper op (het hof leest ‘in’)<br />

het grindgat verspreid moest worden. Dit werk werd in<br />

samenwerking gedaan met een speciale graafmachine<br />

van de firma [C] uit Beek. Dat betrof een Menzi Muck.<br />

Deze machine kon in het water staan en kon reiken tot<br />

aan de grens van mijn eigendom. Het einde van mijn<br />

terrein is gelegen circa 30 meter vanuit het zandstrand.<br />

Dit wordt gemarkeerd door houten paaltjes. De<br />

machine van [C] had een klein bakje. Hiermee werd<br />

het slib opgepakt en dieper in het grindgat gebracht,<br />

voorbij de houten paaltjes.<br />

(...)<br />

Ik kan stellen dat het opruimen en herinrichten van het<br />

totale terrein in mijn opdracht is uitgevoerd.’<br />

3.6. Artikel 1, derde lid, Wet verontreiniging oppervlaktewateren<br />

luidde ten tijde van de bewezenverklaarde<br />

gedraging, voorzover hier van belang, als volgt:<br />

‘Wij kunnen bij algemene maatregel van bestuur bepalen<br />

dat het zonder vergunning verboden is de in het<br />

eerste lid bedoelde stoffen op andere wijze dan met behulp<br />

van een werk in oppervlaktewateren te brengen.’<br />

Artikel 4, eerste lid, Uitvoeringsbesluit artikel 1, derde<br />

lid, Wet verontreiniging oppervlaktewateren (hierna:<br />

het uitvoeringsbesluit) luidde ten tijde van de bewezenverklaarde<br />

gedraging, voorzover hier van belang, als<br />

volgt:<br />

‘Onverminderd artikel 3 is het verboden zonder vergunning<br />

afvalstoffen, verontreinigende of schadelijke stoffen<br />

op andere wijze dan met behulp van een werk in<br />

enig oppervlaktewater te brengen, onder meer<br />

a. door deze daarin te storten;<br />

b. door deze onder het wateroppervlak uit te pompen,<br />

weg te pompen of te doen of te laten afvloeien;<br />

c. door deze te storten, neder te leggen, te laten liggen,<br />

of te doen of te laten afvloeien op duinen, stranden,<br />

kwelders, slikken, kaden, bruggen, vlonders, aanlegsteigers,<br />

dijken, oevers of in het winterbed van enig oppervlaktewater;<br />

d. (...)’<br />

3.7. De Nota van Toelichting bij het Uitvoeringsbesluit<br />

bevat, voorzover hier van belang, de volgende passage:<br />

‘Artikel 3. (...) Het artikel bevat, evenals artikel 4, de<br />

terminologie van de Wet, waar wordt gesproken van in<br />

oppervlaktewateren brengen. Zoals uit de geschiedenis<br />

van de totstandkoming van de Wet kan worden afgeleid<br />

(...) valt hieronder niet slechts te rekenen het geval<br />

dat afvalstoffen, verontreinigende of schadelijke stoffen<br />

direct in het water worden gebracht, doch tevens het<br />

StAB 1 / 2005

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!