Jurisprudentietijdschrift
StAB Jurisprudentietijdschrift 2005, 1
StAB Jurisprudentietijdschrift 2005, 1
- No tags were found...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
20 Milieu<br />
Deze criteria zijn zodanig dat van verweerder in dit<br />
verband mag worden verlangd dat hij aantoonbaar<br />
een zorgvuldige analyse maakt van de specifieke milieukenmerken<br />
en omstandigheden van het gebied en<br />
deze relateert aan de instandhoudingsdoelstellingen<br />
ervan. Nu deze beschrijving ontbreekt en ook geen<br />
wetenschappelijke gegevens dan wel onderzoeksbevindingen<br />
zijn overgelegd omtrent het verband tussen<br />
de doelstellingen van het beschermingsgebied en de<br />
aanwezigheid van kokkels, kan worden geconstateerd<br />
dat verweerder niet aan deze last heeft voldaan. Verweerder<br />
heeft ten onrechte nagelaten om voorafgaand<br />
aan het bestreden besluit een passende beoordeling<br />
te maken.<br />
EG-richtlijn 92/43 (Habitatrichtlijn) artikel 6, derde<br />
lid, eerste volzin<br />
1. Procesverloop<br />
Op 6 september 2004 heeft de voorzieningenrechter<br />
(hierna: de rechter) een verzoek ontvangen tot het treffen<br />
van een voorlopige voorziening. Dit verzoek hangt<br />
samen met het bezwaarschrift van verzoekster van 4<br />
september 2004, gericht tegen het besluit van verweerder<br />
van 19 augustus 2004 (hierna: het bestreden<br />
besluit).<br />
(….)<br />
2. Relevante overwegingen<br />
(….)<br />
Bij het bestreden besluit heeft verweerder aan vergunninghoudster,<br />
voor het vaartuig met letterteken en<br />
nummer: YE 42, een vergunning verleend, op grond<br />
van de Beschikking visserij, visserijzone, zeegebied en<br />
kustwateren, voor het vissen van kokkels met een mechanisch<br />
vistuig geschikt voor het vangen van kokkels<br />
in de periode van 23 augustus 2004 tot en met 15 oktober<br />
2004 in het Zeegat van Goeree, met uitzondering<br />
van de accentnatuurgebieden Het Brielse Gat/Hinderplaat,<br />
De Kwade Hoek en De Bollen van de<br />
Ooster/Aardappelbuit.<br />
Het gebied waarvoor vergunning is verleend maakt<br />
onderdeel uit van de Voordelta. De Voordelta is bij besluiten<br />
van 24 maart 2000 en 7 december 2001 aangewezen<br />
als speciale beschermingszone in de zin van<br />
artikel 4, eerste en tweede lid, van de richtlijn<br />
79/409/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen<br />
van 2 april 1979 inzake het behoud van de<br />
vogelstand (hierna: de Vogelrichtlijn). Tevens is de<br />
Voordelta aangewezen als Wetlands.<br />
Verzoekster, een belangenvereniging met als doel de<br />
bevordering van ethisch en wetenschappelijk verantwoord<br />
beleid en beheer van de in het wild levende<br />
fauna, heeft tegen genoemde vergunningverlening bezwaar<br />
gemaakt. Verzoekster heeft aangevoerd dat de<br />
vergunning is verleend in strijd met richtlijn 92/43/EEG<br />
van de Raad van de Europese Gemeenschappen van<br />
21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke<br />
habitats en de wilde flora en fauna (hierna: de Habitatrichtlijn).<br />
Omdat de vergunning is verleend voor<br />
het uitvoeren van een handeling in een speciale beschermingszone<br />
is de Habitatrichtlijn van toepassing.<br />
Nu het gebruik van de vergunning significante gevolgen<br />
voor het onderhavige gebied zal hebben dient, aldus<br />
verzoekster, een passende beoordeling als bedoeld in<br />
de Habitatrichtlijn plaats te vinden.<br />
Verweerder heeft weersproken dat er strijd is met de<br />
Habitatrichtlijn. Onder verwijzing naar het arrest van<br />
het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen<br />
van 7 september 2004, zaak C-127/02, heeft<br />
verweerder zich op het standpunt gesteld dat voorafgaand<br />
aan een passende beoordeling de vraag moet<br />
worden beantwoord of een activiteit significante gevolgen<br />
kan hebben voor het gebied. Bij ontkennende<br />
beantwoording van deze vraag is het uitvoeren van<br />
een passende beoordeling niet aan de orde. Naar het<br />
oordeel van verweerder is in het onderhavige geval<br />
sprake van een activiteit die wel enige gevolgen heeft<br />
voor het betrokken gebied maar zeker geen significante.<br />
De waarden waarvoor de Voordelta is aangewezen<br />
komen niet in gevaar door het incidenteel<br />
laten vissen van kokkels. Verweerder heeft zich ter<br />
onderbouwing van dit standpunt beroepen op de conclusies<br />
van een rapport van het Nederlands Instituut<br />
voor Visserij Onderzoek BV (hierna: RIVO) van 28 februari<br />
2004.<br />
De rechter overweegt het volgende.<br />
Artikel 6, derde lid, eerste volzin, van de Habitatrichtlijn<br />
luidt als volgt.<br />
Voor elk plan of project dat niet direct verband houdt<br />
met of nodig is voor het beheer van het gebied, maar<br />
afzonderlijk of in combinatie met andere plannen of<br />
projecten significante gevolgen kan hebben voor zo’n<br />
gebied, wordt een passende beoordeling gemaakt van<br />
StAB 1 / 2005