02.09.2015 Views

Jurisprudentietijdschrift

StAB Jurisprudentietijdschrift 2005, 1

StAB Jurisprudentietijdschrift 2005, 1

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Ruimtelijke ordening<br />

69<br />

ver de betrokken wettelijke regeling zich daartegen verzet,<br />

de in het Besluit gestelde grenswaarden met betrekking<br />

tot stikstofdioxide en zwevende deeltjes in<br />

acht te nemen.<br />

De vaststelling van de onderhavige partiële herziening<br />

die een concrete beleidsbeslissing bevat, dient te worden<br />

aangemerkt als de uitoefening van een bevoegdheid<br />

die gevolgen heeft voor de luchtkwaliteit.<br />

2.9.4. Het Besluit heeft als uitgangspunt dat de daarin<br />

gestelde grenswaarden gelden voor de buitenlucht in<br />

zijn algemeenheid. Dit uitgangspunt lijdt ingevolge artikel<br />

1, tweede lid, van het Besluit, slechts uitzondering<br />

voor een arbeidsplaats als bedoeld in artikel 1, derde<br />

lid, onder g, van de Arbeidsomstandighedenwet 1998.<br />

Het aan het Besluit ten grondslag liggende uitgangspunt<br />

kan tevens worden afgeleid uit de nota van toelichting<br />

op het Besluit. Volgens deze toelichting worden<br />

in het Besluit grenswaarden gesteld omtrent het kwaliteitsniveau<br />

van de buitenlucht dat, in het belang van<br />

de bescherming van de gezondheid van de mens en<br />

van het milieu in zijn geheel, binnen een bepaalde termijn<br />

moet worden bereikt. Deze grenswaarden gelden<br />

voor de buitenlucht van het Nederlandse grondgebied,<br />

met uitzondering van de werkplek.<br />

Voor PM10 gelden ingevolge artikel 13, aanhef en<br />

onder c en d, uiterlijk met ingang van 1 januari 2005<br />

als grenswaarden 40 microgram per m 3 als jaargemiddelde<br />

concentratie en 50 microgram per m 3 als<br />

24-uurgemiddelde concentratie, waarbij voor laatstgenoemde<br />

concentratie geldt dat deze maximaal 35 maal<br />

per kalenderjaar mag worden overschreden.<br />

2.9.5. Verweerders hebben blijkens het bestreden besluit<br />

onderkend dat de luchtkwaliteitsnormen van het<br />

Besluit in acht dienen te worden genomen. Zij hebben<br />

evenwel miskend dat het onderzoek dat zij mede aan<br />

het bestreden besluit ten grondslag hebben gelegd, uitsluitend<br />

was gericht op de luchtkwaliteit ter plaatse<br />

van een verspreid aantal woningen in de kern Hedel.<br />

De luchtkwaliteitsnormen zijn echter gesteld ter bescherming<br />

van de kwaliteit van de buitenlucht in zijn<br />

algemeenheid.<br />

Voorts blijkt uit het onderzoeksverslag niet in hoeverre<br />

de ingebruikneming van het omgelegde oostelijke deel<br />

van de N831 gevolgen heeft voor de jaargemiddelde<br />

concentratie zwevende deeltjes (PM10) op het moment<br />

van ingebruikneming. Verweerders dienden hiertoe<br />

onderzoeksgegevens te verschaffen betreffende de<br />

jaargemiddelde concentratie voor zwevende deeltjes<br />

(PM10) voor een periode vanaf de beoogde ingebruikneming<br />

van de omlegging tot en met in ieder geval het<br />

jaar 2010. Daarbij dient te worden uitgegaan van de<br />

grenswaarden die per 1 januari 2005 zullen gelden<br />

voor de jaargemiddelde concentratie en de 24-uur gemiddelde<br />

concentratie. De gevolgen van ingebruikneming<br />

van de omlegging voor de 24-uurgemiddelde<br />

concentratie zwevende deeltjes (PM10) zijn evenmin<br />

genoegzaam inzichtelijk gemaakt. Verweerders hebben<br />

in dit verband niet kunnen volstaan met de enkele vaststelling<br />

dat de overschrijdingen worden veroorzaakt<br />

door de hoge achtergrondconcentratie PM10.<br />

In dit verband wijst de Afdeling erop dat, anders dan<br />

verweerders stellen, uit het onderzoeksverslag kan<br />

worden afgeleid dat het lokale verkeer wel bijdraagt<br />

aan de overschrijding.<br />

Uit het vorenstaande volgt dat het bestreden besluit in<br />

zoverre niet berust op een zorgvuldige voorbereiding en<br />

een deugdelijke motivering.<br />

05-20<br />

ABRvS 3 november 2004, nr. 200400165/1, Enschede/bestemmingsplan<br />

‘Herziening 8 van het bestemmingsplan<br />

Buitengebied 1996’<br />

Verweerder heeft zich in redelijkheid op het standpunt<br />

kunnen stellen dat het bestemmingsplan, dat<br />

voorziet in het als zodanig bestemmen van een woonhuis<br />

in het buitengebied, niet in strijd is met een<br />

goede ruimtelijke ordening, nu voor die woning een<br />

bouwvergunning is verleend die rechtens onaantastbaar<br />

is en niet aannemelijk is dat het gebruik als woning<br />

binnen de planperiode zal worden beëindigd.<br />

2.2. Het plan houdt een wijziging in van de planvoorschriften<br />

van het bestemmingsplan ‘Buitengebied<br />

1996’. Het plan voorziet in het als zodanig bestemmen<br />

van een woonhuis op het perceel, kadastraal bekend<br />

gemeente [plaats], sectie […], nummer […] [locatie].<br />

StAB 1 / 2005

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!