22.04.2013 Views

5nieuw-mtk-algb-6u

5nieuw-mtk-algb-6u

5nieuw-mtk-algb-6u

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

1.6. ENKELE OPGAVEN IVM. KRUISENDE RECHTEN 33<br />

Figuur 1.17: kruisende rechten 3, a en b<br />

Bewijs: We voeren een bewijsje uit het ongerijmde. Stel dat er twee verschillende steunrechten<br />

van a en b zijn die door een punt P gaan (die parallel zijn met c) dan bepalen deze<br />

twee steunrechten een vlak α, want twee snijdende rechten (parallelle rechten) bepalen een<br />

vlak. De rechten a en b hebben met α elk twee verschillende punten gemeen. Ze liggen<br />

dus allebei in α. Dit is in strijd met het gegeven dat a en b kruisende rechten zijn. De<br />

onderstelling is vals, er gaat dus hoogstens één steunrechten door een punt P (parallel met<br />

c). <br />

Besluit voor 5 en 6 : Als één van twee kruisende rechten parallel is met het vlak bepaald<br />

door de andere rechte en het gegeven punt (evenwijdig met de gegeven derde rechte) dan<br />

bestaat er door dat punt (evenwijdig met die derde rechte) geen steunrechte van de kruisende<br />

rechten. Is dit niet het geval dan betaat er door dat punt (evenwijdig met die derde rechte)<br />

juist één steunrechte van de kruisende rechten.<br />

Voor 6 kunnen we het besluit nog anders formuleren: Onder alle steunrechten van twee<br />

kruisende rechten is er geen enkele die parallel is met een vlak van de richting van vlakken<br />

bepaald door de kruisende rechten. Voor elke andere richting van rechten bestaat er juist<br />

één steunrechte van de twee kruisende rechten.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!