Heden Mosselen, morgen gij - Hans Vervoort
Heden Mosselen, morgen gij - Hans Vervoort
Heden Mosselen, morgen gij - Hans Vervoort
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
`Dus wat we nu gedaan hebben is van 49 inleverstaten er maar<br />
46 boeken. We hebben 3 zakken weggehaald dus onze voorraad<br />
klopt. Straks leveren we 46 zakken in bij het centraal depot en<br />
we sturen 49 staten naar de centrale administratie. Die twee<br />
dingen komen nooit meer bij elkaar, daar heb ik naar<br />
geïnformeerd. Er zal dus nooit iemand vragen waarom we maar<br />
46 zakken ingeleverd hebben.'<br />
`Gek hoor', zei Nap, net zoals alle vorige keren.<br />
`Ja jongen, dat is het leger', zei ik tevreden. Drie plunjezakken<br />
zouden ons geruime tijd door alle aanvragen heen helpen.<br />
Er kwamen mensen de trap op stommelen. `Attentie', riep de<br />
wachtmeester-fourier terwijl hij binnenkwam en wij sprongen in<br />
de houding. Een wat oudere adjudant en een sergeant van de<br />
militaire administratie kwamen achter hem aan naar binnen.<br />
`Controle van de centrale', riep de wachtmeester, redelijk<br />
vrolijk. Hij wist dat we de voorraden precies bijhielden, geen<br />
tekorten tolereerden en de overschotten stil en netjes<br />
wegwerkten. Zelf was hij niet administratief onderlegd. Wel<br />
zag hij er slank en sportief uit in zijn buitenmodel gladde pak en<br />
hij had een lenige babbel over zich. Het liefst liep hij een beetje<br />
rond terwijl één hand in zijn broekspijp gedachteloos met zijn<br />
geslachtsdeel speelde.<br />
`Even deze stapels nog opruimen, wachtmeester', riep ik en<br />
trok Nap snel mee naar de achterste stellingen.<br />
`Waar zijn die inleverstaten?' fluisterde ik. `Op zijn bureau', zei<br />
Nap.<br />
`0 jezus, o jezus.' Dit was de grote onvoorziene ramp, want de<br />
49 inleverstaten waren nog niet weggestuurd en er stonden maar<br />
46 zakken tegenover. Ik leunde duizelig achterover. Een paar<br />
weken zwaar? Nieuwersluis was waarschijnlijker. 'Huibregts,<br />
Knoet en Zandgraaf waren het', zei ik tegen Nap, `die moeten<br />
er uit.'<br />
De wachtmeester keek om de hoek van de stelling, enigszins<br />
bezorgd. `Is er wat aan de hand?' vroeg hij zacht.<br />
`Nee, wachtmeester.'<br />
`Nou, kom dan tellen.'<br />
We liepen naar voren. `Afleiden en wegpikken,' fluisterde ik<br />
nog tegen Nap. De adjudant en de wachtmeester bleven bij het<br />
bureau zitten babbelen en wij gingen met de sergeant aan de<br />
slag. Eerst de stellingen, god zij dank. We hadden er 2 gehad<br />
en nog niets bedacht toen Dieriks binnen kwam met een paar<br />
schoenen. Hij zag de strepen en de stip en wilde alweer weggaan<br />
toen de fourier riep: `Reparatie?' Dieriks nam de houding aan.<br />
`Kanonnier Dieriks meldt zich met 1 paar schoenen voor<br />
reparatie.'<br />
`Nap, help even', zei de fourier. Terwijl de sergeant en ik<br />
doortelden, ging Nap naar de toonbank en nam de schoenen