Van evenbeeld tot tegenpool - 111117
Van evenbeeld tot tegenpool - 111117
Van evenbeeld tot tegenpool - 111117
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
3. Wie beoefent welke sport?<br />
Dit hoofdstuk behandelt profielen van beoefenaars van sporten. Iemand is een beoefenaar indien<br />
hij of zij een sport minstens één maal per jaar beoefent. Paragraaf 3.1 schetst profielen aan de<br />
hand van de kenmerken geslacht, leeftijd en onderwijsniveau. Vervolgens maakt paragraaf 3.2<br />
inzichtelijk hoe de sportdeelname zich verhoudt <strong>tot</strong> de levensinstelling.<br />
3.1 Geslacht, leeftijd en onderwijsniveau<br />
Geslacht<br />
De geschiedenis van de vrouwelijke sportdeelname kenmerkt zich door het overwinnen van<br />
weerstanden en remmingen (Stokvis 2010). Onder mannen, maar ook onder vrouwen zelf<br />
heerste het idee dat sport gepaard gaat met fysieke inspanning en (gelegitimeerde) agressie –<br />
zaken waarmee vrouwen zich niet in zouden moeten laten. Die tijd ligt achter ons, de sport is al<br />
lang geen (jonge)mannenbolwerk meer (Stevens 2004). In landen waar de sportdeelname<br />
relatief hoog is, zoals Finland, Noorwegen en Zweden, is actief sporten zelfs meer een vrouwen-<br />
dan een mannenaangelegenheid (Hover et al. 2010).<br />
Vijf van de vijftien sporten worden meer door vrouwen dan door mannen beoefend (figuur<br />
3.1). 16 Gymnastiek/turnen kan gezien worden als dé vrouwen- of meisjessport omdat de<br />
verhouding tussen de deelname van vrouwen en mannen bij die sport het scherpst is (en de<br />
deelname van vrouwen hoger dan die van mannen). Negen procent van de vrouwen beoefent<br />
gymnastiek/turnen tegenover drie procent van de mannen. Fitness/aerobics wordt ook getypeerd<br />
door een naar verhouding grote vrouwelijke participatie (26% vrouwen en 18% mannen). Wat<br />
betreft deelname naar sekse is zaalvoetbal de <strong>tegenpool</strong> van gymnastiek/turnen. <strong>Van</strong> de sporten<br />
waarbij de mannelijke deelname het hoogst is bij zaalvoetbal het verschil tussen de deelname<br />
van vrouwen en mannen het grootst. Tien procent van de mannen doet aan zaalvoetbal en twee<br />
procent van de vrouwen. Ook veldvoetbal is relatief aantrekkelijk voor mannen (21% mannen<br />
tegenover 6% vrouwen).<br />
16 Figuur 3.1 is aflopend gesorteerd op basis van de ratio mannelijke deelname/vrouwelijke<br />
deelname. Bij de figuren 3.2 en 3.3 is er een vergelijkbare sortering toegepast.<br />
19<br />
<strong>Van</strong> <strong>evenbeeld</strong> <strong>tot</strong> <strong>tegenpool</strong>