De WGBO - DSpace at Open Universiteit
De WGBO - DSpace at Open Universiteit
De WGBO - DSpace at Open Universiteit
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
gende ma<strong>at</strong>regelen en van het toepassen van levensbeëindigend handelen in noodsitu<strong>at</strong>ies<br />
in de neon<strong>at</strong>ologie. Uit beide rapporten bleek d<strong>at</strong> er zich in grote lijnen een consensus<br />
ontwikkeld had met betrekking tot deze m<strong>at</strong>erie.<br />
Het rapport ‘Doen of l<strong>at</strong>en?’<br />
Volgens het rapport Doen of l<strong>at</strong>en? is het niet-beginnen of het staken van medische behandeling<br />
in twee situ<strong>at</strong>ies aan de orde: ten eerste wanneer het pasgeboren kind ‘geen<br />
overlevingskans’ heeft, doord<strong>at</strong> het lijdt aan een of meer niet met het leven verenigbare<br />
aandoeningen. In dit geval zou het beginnen of voortzetten van medisch handelen zinloos<br />
zijn; het rapport spreekt dan van ‘kansloos medisch handelen’.<br />
Ten tweede wanneer het ga<strong>at</strong> om een pasgeborene die weliswaar een overlevingskans<br />
heeft, maar met een ‘te gering levensperspectief.’<br />
Om tot een zorgvuldige en zo objectief mogelijke prognose van het te verwachten levensperspectief<br />
te komen hanteert het rapport, evenals het CAL-rapport, een vijftal aandachtspunten<br />
met betrekking tot het toekomstig functioneren van het kind: communic<strong>at</strong>ie,<br />
zelfredzaamheid, afhankelijkheid, lijden en te verwachten levensduur. Wanneer op basis<br />
van perin<strong>at</strong>ale gegevens en deze aandachtspunten geconcludeerd moet worden d<strong>at</strong> het<br />
kind een te gering levensperspectief heeft, zou levensverlengend handelen ‘naar ethische<br />
ma<strong>at</strong>staven zinloos’ zijn.<br />
Het gebruik van dit criterium ‘te gering levensperspectief’, vergelijkbaar met de ‘onleefbaar<br />
leven-prognose’ uit het CAL-rapport, stuitte op nogal w<strong>at</strong> kritiek: Leenen noemde<br />
dergelijke normen multi-interpretabel en te vaag om voldoende rechtszekerheid en<br />
rechtsbescherming te bieden 104 . Hubben stelde d<strong>at</strong> het begrip medisch zinloos uitsluitend<br />
naar objectief medische normen opgev<strong>at</strong> moet worden. <strong>De</strong> ma<strong>at</strong>staf ‘te gering levensperspectief’<br />
is echter een subjectief waardeoordeel; een waardering van de toekomstige kwaliteit<br />
van leven kan geen zelfstandige grond zijn voor de besluitvorming omtrent het nietbeginnen<br />
of staken van een levensverlengende medische behandeling. 105 Anderen zijn<br />
echter van mening d<strong>at</strong> een prognose betreffende het toekomstige leven wel degelijk mag<br />
worden meegewogen bij deze besluitvorming 106 . <strong>De</strong> discussie hierover is overigens nog<br />
niet verder doorgevoerd.<br />
Het rapport Doen of l<strong>at</strong>en? ga<strong>at</strong> ook in op opzettelijke levensbeëindiging in noodsitu<strong>at</strong>ies.<br />
Hier worden drie situ<strong>at</strong>ies onderscheiden:<br />
- <strong>De</strong> pasgeborene is door levensverlengend medisch handelen in leven gebleven, maar<br />
de prognose van het kind is inmiddels zodanig d<strong>at</strong> de levensverlenging achteraf niet in<br />
het belang van het kind blijkt te zijn.<br />
- Wanneer bij abstinerend beleid het overlijden niet op korte termijn volgt, en daardoor<br />
een situ<strong>at</strong>ie van onverantwoord lijden ontsta<strong>at</strong>.<br />
104 H.J.J. Leenen, o.c. 1994, p. 319-320.<br />
105 J.H. Hubben, Levensbeëindiging van ernstig gehandicapte pasgeborenen en ernstig demente bejaarden:<br />
waar ligt de grens? Tijdschrift voor Gezondheidsrecht 17, 1993, nr. 3, p. 207-213.<br />
106 P.J.J. Sauer, L.A.A. Kollee, Doen of l<strong>at</strong>en in de neon<strong>at</strong>ologie, Een vraagstuk voor medici of een probleem<br />
voor juristen?, Medisch Contact 49, 1994, nr. 14, p. 477-479.<br />
29