07.08.2013 Views

Voolopig ontwerp ABEN april 2011 - Gemeente Dordrecht

Voolopig ontwerp ABEN april 2011 - Gemeente Dordrecht

Voolopig ontwerp ABEN april 2011 - Gemeente Dordrecht

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Zoet klei-oermoeras is een begeleid-natuurlijk type, dat in stand gehouden wordt door grootschalige<br />

landschapsvormende processen (met name waterdynamiek) en niet door beheer. Voor<br />

deze processen en dus voor het functioneren van een zoet-klei-oermoeras is minimaal een oppervlakte<br />

van 500 ha nodig. Binnen het <strong>ABEN</strong>-plangebied is slechts 200 ha beschikbaar als primair<br />

natuurgebied (EHS), naast 300 ha recreatiegebied, dat voor natuur niet geheel optimaal<br />

ingericht kan worden. Een autonoom functionerend zoet-klei-oermoeras is in <strong>ABEN</strong> dan ook<br />

niet mogelijk. Daarom is ingezet op een zoet-klei-oermoeras in samenhang met de Dordtse en<br />

Sliedrechtse Biesbosch. In het VO is gewaarborgd dat:<br />

• <strong>ABEN</strong> voldoet aan de verdeling van natuurtypen conform zoet-klei-oermoeras, waarbij vooral<br />

ingezet is op rietlanden (met name waterriet), die in de andere gebieden ontbreken.<br />

• het gebied functioneert als robuuste ecologische verbinding, conform het handboek robuuste<br />

ecologische verbindingszones.<br />

Optimale inrichting voor natuur en water<br />

Een optimale inrichting van de beschikbare ruimte binnen het gebied <strong>ABEN</strong> is essentieel voor<br />

de gewenste moerasontwikkeling. Het zorgen voor voldoende natte omstandigheden is een<br />

vereiste. In met name de Noorderdiepzone en langs de buitenzijde van de Alloijzen- of Bovenpolder<br />

moet de waterstand, ten minste gedurende een deel van het jaar, op of boven het maaiveld<br />

staan. Deze vernatting wordt vooral bereikt door het opzetten van de waterstand en het<br />

plaatselijk afplaggen van de (fosfaatverzadigde) bovengrond. In perioden van droogte, waardoor<br />

ongewenste situaties voor planten en dieren kunnen ontstaan, wordt water ingelaten.<br />

Overigens zijn in het gebied al enkele diepere plekken gecreëerd die in perioden van droogte<br />

als schuilplaats kunnen fungeren. In de winterperiode kunnen deze plekken dienst doen als<br />

overwinteringplaats voor fauna.<br />

Door de voorgenomen moerasontwikkeling ontstaat uiteindelijk een gevarieerd gebied. Deze<br />

variatie wordt verder vergroot door verschillen in hoogteligging en bodemtypen (bijvoorbeeld<br />

als gevolg van plaggen en de aanwezigheid van kreekruggen). Variatie en gradiënten komen de<br />

ecologische ontwikkeling en de biodiversiteit van de toekomstige moerasnatuur ten goede. Het<br />

in het <strong>ontwerp</strong> geschetste vegetatiebeeld is gebaseerd op de aanwezige ondergrond en de toekomstige<br />

drooglegging, waarbij op een aantal strategische plaatsen gegraven is om extra open<br />

water of rietland te creëren. Het uiteindelijke vegetatiebeeld is natuurlijk ook afhankelijk van<br />

het natuurbeheer. Conform het programma van eisen is uitgegaan van een minimaal beheer in<br />

het eindbeeld. Wel is een overgangsbeheer noodzakelijk om na de inrichting de ontwikkelingen<br />

in de goede richting te sturen. Dit betreft dan met name het voorkomen van wilgenopslag op<br />

plaatsen waar dit niet gewenst is.<br />

Voorlopig Ontwerp <strong>ABEN</strong><br />

21

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!