Voolopig ontwerp ABEN april 2011 - Gemeente Dordrecht
Voolopig ontwerp ABEN april 2011 - Gemeente Dordrecht
Voolopig ontwerp ABEN april 2011 - Gemeente Dordrecht
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Ganzenproblematiek<br />
De aantallen ganzen die in Nederland broeden zijn het laatste decennium sterk<br />
toegenomen. Een soort als de grauwe gans broedt in moerasgebieden en trekt met zijn<br />
jongen naar opgroeigebieden: dit zijn grasstroken direct grenzend aan open water. In<br />
recreatiegebieden kan de volksgezondheid in het geding komen doordat de uitwerpselen<br />
van ganzen een negatief effect hebben op de kwaliteit van het zwemwater, zowel door de<br />
verrijking met nutriënten, waardoor blauwalgen kunnen ontstaan, als door een bacteriële<br />
last. Daarnaast kunnen strandjes gebruikt worden door rustende ganzen en ligweiden<br />
kunnen in de vroege ochtend als foerageergebied gebruikt worden. De vele ganzenkeutels<br />
op de ligweiden en strandjes kunnen door de recreanten als hinderlijk worden ervaren,<br />
waardoor het gebruik van de recreatieplas door recreanten afneemt (Lensink et al. 2010).<br />
De functie als opgroeigebied wordt beperkt door nergens de ligweiden direct aan het<br />
water te laten grenzen. Er is altijd een rietoever of een strandje aanwezig. Indien de<br />
ligweiden toch gebruikt worden als foerageergebied kan langs de rietkraag in de periode<br />
<strong>april</strong>-juni een laag raster geplaatst worden om de begrazing door ganzen te beperken. Dit<br />
beperkt echter niet het gebruik als foerageergebied door vliegvlugge ganzen.<br />
Het is belangrijk om het broeden van ganzen in en bij de recreatieplas zoveel mogelijk<br />
te beperken. In dit verband dient voorkomen te worden dat er eilandjes ontstaan waar<br />
ganzen veilig voor grondpredatoren kunnen broeden. Dit is echter, gezien de recreatieve-<br />
en waterdoelstellingen, een probleem wat lastig op te lossen is. Een oplossing kan zijn om<br />
schiereilandjes aan te leggen waardoor grondpredatoren de eilandjes kunnen bereiken.<br />
Ook het plaatsen van een laag raster kan het probleem periodiek verminderen. Nadeel is<br />
echter dat ook andere faunasoorten niet op de eilandjes kunnen komen. Indien er toch<br />
ganzen gaan broeden kunnen de eieren ook geschud of geolied worden om te voorkomen<br />
dat er jongen uit het ei komen.<br />
Beheer<br />
Conform het programma van eisen wordt ingezet op sturen met waterstand en inrichting, waarbij<br />
het natuurbeheer in de eindsituatie beperkt zal blijven. Uiteraard moeten wel paden en bermen<br />
worden onderhouden en enkele graslanden moeten worden gemaaid. Het beheer volgens<br />
de SNL-systematiek is opgenomen in de beheerkaart.<br />
Voor grote delen van het gebied zal jarenlang omvormingsbeheer nodig zijn. Het gaat dan met<br />
name over het voorkomen van wilgenopslag en het bevorderen van rietontwikkeling. Binnen<br />
SNL is een speciale plek ingeruimd voor de categorie ’nog om te vormen’. Via die constructie<br />
zal misschien ook een deel van het omvormingsbeheer gefinancierd moeten worden tot de<br />
gewenste natuurwaarden bereikt worden. Het is echter ook dan van belang om met het oog op<br />
de benodigde budgetten aan te geven naar welke beheertypen wordt toegewerkt. Daarnaast<br />
lijkt het mogelijk om voor beheerproblemen die samenhangen met omvorming (bijvoorbeeld<br />
terugdringen van opslag) een vergoeding voor omvormingsbeheer te krijgen naast de beheervergoeding<br />
voor het SNL-pakket. Hier moet meer duidelijkheid over komen.<br />
Voorlopig Ontwerp <strong>ABEN</strong><br />
37