Gemeentelijk gezondheidsbeleid met participatie van ... - Nigz
Gemeentelijk gezondheidsbeleid met participatie van ... - Nigz
Gemeentelijk gezondheidsbeleid met participatie van ... - Nigz
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Bijlage 3: Lessen uit <strong>participatie</strong>processen<br />
In achterstandswijken is als gevolg <strong>van</strong> de sociaal-economische gezondheidsverschillen en<br />
de etnische gezondheidsverschillen over het algemeen een slechtere gezondheidssituatie<br />
<strong>van</strong> de bewoners vast te stellen. Veel gemeenten hebben getracht in het kader <strong>van</strong><br />
bijvoorbeeld Sociale Vernieuwing en Stedelijke Vernieuwing of het Grote Steden Beleid, de<br />
situatie in achterstandswijken te verbeteren. Vaak zijn hierbij werkwijzen gebruikt waarbij de<br />
bevolking uitgenodigd werd om actief te participeren in het vormgeven <strong>van</strong> het beleid. Bij dit<br />
type beleid wordt gezondheid door bewoners en lokale politici echter zelden als belangrijk<br />
beleidsthema naar voren geschoven in de bestrijding <strong>van</strong> de algehele<br />
achterstandsproblematiek.<br />
Ook in de specifiek op gezondheid gerichte ‘community’ of ‘wijkgerichte benadering’ speelt<br />
het streven naar <strong>participatie</strong> een grote rol. Het voornaamste argument daarbij is dat mensen<br />
alleen te motiveren zijn om de eigen gezondheid te bevorderen als ze kunnen werken aan<br />
gezondheids(gerelateerde) problemen die ze zelf ervaren. Participatie <strong>van</strong> de ‘community’ bij<br />
het kiezen, vormgeven en uitvoeren <strong>van</strong> interventies gericht op het oplossen <strong>van</strong> de ervaren<br />
problemen geeft de beste kans op succes. Hierbij is echter een aanzienlijk aantal<br />
kanttekeningen te plaatsen, zoals blijkt uit de ervaringen in Rotterdamse achterstandswijken<br />
waar uiteindelijk een groot effectevaluatieonderzoek stopgezet moest worden. In de door de<br />
centrale stad voorgestelde wijkaanpak bleek dat de bestuurders en bewoners <strong>van</strong> de<br />
deelgemeente weinig belangstelling hadden voor gezondheid in het algemeen en al<br />
helemaal niet voor de door de GGD voorgestelde interventies, gericht op leefstijlfactoren.<br />
(De Haes, 2002; Voorham, 2002). De volgende leerpunten uit deze ervaring werden<br />
opgetekend:<br />
• Voor wijkgericht werken aan gezondheidsbevordering is noodzakelijk dat daarvoor sterke<br />
en specifieke politieke steun aanwezig is.<br />
• Betrekken <strong>van</strong> wijkbewoners bij projecten rond gezondheid(-sbevordering) vraagt veel<br />
tijd. Mensen zijn druk bezig <strong>met</strong> ‘rondkomen en vooruitkomen’.<br />
• Wijkgericht werken zal in het begin steeds kleinschalig zijn. Die mogelijkheden moet men<br />
‘pakken’ en er werk <strong>van</strong> maken. Het groeitempo daarna is onvoorspelbaar.<br />
• Wijkgericht werken moet meer als een ‘community’ benadering worden opgevat: sociale<br />
verbanden moeten het uitgangspunt zijn en niet noodzakelijk een gedefinieerde wijk.<br />
• Effectevaluaties dmv randomised controlled trials of community intervention trials is zeer<br />
moeilijk <strong>van</strong>wege onvoorspelbaarheid <strong>van</strong> inhoud en tempo <strong>van</strong> interventies.<br />
In een redactioneel artikel over hetzelfde Rotterdamse project adviseren De Haes en<br />
Voorham (2002) niet alleen een aanpak gericht op gemeenschappen in plaats <strong>van</strong> op wijken,<br />
maar ook een aanpak die rekening houdt <strong>met</strong> de vaak aanwezige ‘armoede cultuur’ ofwel<br />
poverty trap. Kenmerken <strong>van</strong> de armoede cultuur (volgens Lewis) die het ontsnappen aan de<br />
armoede ook belemmeren:<br />
- Leven in een relatief isolement ten opzichte <strong>van</strong> de rest <strong>van</strong> de samenleving, waardoor<br />
voorlichtingsboodschappen moeilijker doordringen.<br />
- Leven in het heden, <strong>met</strong> weinig vermogen om behoeftebevrediging uit te stellen. Daardoor<br />
wordt gedragsverandering moeilijker als het resultaat niet direct zichtbaar is.<br />
- Leven <strong>met</strong> fatalisme en machteloosheid en weinig vertrouwen in het eigen kunnen.<br />
Leefstijlverandering <strong>van</strong> deze doelgroep is een weerbarstige zaak, en kan al snel de<br />
connotatie krijgen <strong>van</strong>: als jijzelf maar hard genoeg wilt, dan kan het!’. Waarmee het<br />
slachtoffer gemakkelijk weer de schuldige wordt (blaming the victim!).<br />
Inventarisatie gemeentelijk <strong>gezondheidsbeleid</strong> en allochtonen<br />
43