De cultuur van het lezen - Taalunieversum
De cultuur van het lezen - Taalunieversum
De cultuur van het lezen - Taalunieversum
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
54. Sloterdijk: 984.<br />
55. Een bundeling <strong>van</strong> gesprekken met literaire<br />
critici. Thijssen: 998.<br />
56. Robberechts: 984.<br />
57. Robberechts: 984, p. 7.<br />
58. Russell: 000, p. 74.<br />
8 <strong>De</strong> <strong>cultuur</strong> <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>lezen</strong><br />
zenlijkt wordt: <strong>het</strong> is overbodig geworden om boeken te bannen aangezien de massa zich<br />
spontaan afkeert <strong>van</strong> de boeken<strong>cultuur</strong>. <strong>De</strong> massamedia, die alles presenteren in de vorm<br />
<strong>van</strong> amusement, worden voor deze houding verantwoordelijk gesteld. Zoals Immanuel<br />
Kant in de achttiende eeuw pleitte voor een ‘uittocht uit de onmondigheid’ constateert<br />
Peter Sloterdijk 54 in de twintigste eeuw een ‘uittocht uit de mondigheid’. Cultuurcritici als<br />
Postman wijzen op <strong>het</strong> feit dat ook op school reeds de wet <strong>van</strong> <strong>het</strong> amusement primeert:<br />
‘We amuseren ons kapot’.<br />
Criticus<br />
Heeft literatuur nog een kans of raken boeken en kritiek steeds verder in de verdrukking<br />
door de oprukkende commercie? Verdwijnt de grote criticus? Zijn de tijden waarin een<br />
lezer blind kon vertrouwen op de criticus voorbij? Hebben critici nog gezag?<br />
Het genre <strong>van</strong> de kritiek noch de persoon <strong>van</strong> de criticus staan boven alle verdenkingen.<br />
Het onbehagen tegenover kunstkritiek is een fenomeen dat <strong>het</strong> best kan gesc<strong>het</strong>st worden<br />
<strong>van</strong>uit de verschillende, soms botsende functies die de literaire kritiek speelt. Kritieken<br />
kunnen bol staan <strong>van</strong> ideologische, est<strong>het</strong>ische en literaire vooroordelen, die aanleiding<br />
geven tot irritatie. Bovendien draait ook de kunstkritiek mee in de carrousel <strong>van</strong> de massamedia.<br />
Het adequaat analyseren <strong>van</strong> een boek wordt steeds vaker ver<strong>van</strong>gen door <strong>het</strong><br />
toekennen <strong>van</strong> sterren, waarbij journalisten eerder op de man spelen dan op <strong>het</strong> boek.<br />
Kritiek is in toenemende mate afhankelijk <strong>van</strong> markmechanismen: de kijkcijfers. Toch<br />
wordt de ontwikkeling <strong>van</strong> de literatuur beïnvloed door literaire kritieken, aangezien zij<br />
– in tegenstelling tot essayistische beschouwingen en academische studies – een belangrijke<br />
rol spelen in <strong>het</strong> openbare leven.<br />
Er groeit onbehagen tegenover de kritiek. <strong>De</strong> criticus Anthony Mertens stelt in zijn inleiding<br />
op Alle schrijvers hebben gelijk 55 dat recensenten nog maar weinig in de pap te brokken<br />
hebben. Ze behoren hooguit tot <strong>het</strong> ‘geroezemoes <strong>van</strong> <strong>het</strong> literaire discours’ en dragen hun<br />
steentje bij ‘aan de conversatiewaarde <strong>van</strong> <strong>het</strong> boek’. Mertens beweert verder dat ‘vernietigend<br />
besproken romans [...] de hoogste oplagecijfers halen.’<br />
Er wordt zowel geklaagd over populisme als over elitarisme. Maar waar de kritiek moeilijk<br />
aan voorbij kan gaan is de positie daartussenin, die de Vlaamse schrijver Daniël<br />
Robberechts 56 als volgt beschreef: ‘Maar indien we die kanalen verzaken, dreigt onze afzondering<br />
ten opzichte <strong>van</strong> de basis, de massa nog maar groter te worden dan die <strong>van</strong> de top,<br />
<strong>van</strong> de elite die we aanvechten, en worden wij tot een elite <strong>van</strong> een elite, spits aan de top,<br />
je reinste mandarinaat.’ 57<br />
<strong>De</strong>elnemen aan <strong>het</strong> culturele leven is deelnemen aan <strong>het</strong> gesprek over die <strong>cultuur</strong>. Cultuur<br />
beschikt over de instituties en middelen om dit gesprek mogelijk te maken. <strong>De</strong> kritiek is<br />
zo'n institutie. <strong>De</strong> school is zo’n forum, waarop de kritische dialoog vrijuit gaat. Centraal<br />
staat de gedachte dat niets <strong>van</strong>zelfsprekend waardevol is, maar dat <strong>cultuur</strong>overdracht impliceert<br />
dat leerlingen ingeleid worden in <strong>het</strong> debat over wat al dan niet waardevol is. Dat debat<br />
is ingebed in een historisch verhaal, <strong>het</strong> vereist kennis <strong>van</strong> zaken en er komt geen einde<br />
aan – <strong>het</strong> kan niet afgesloten worden met één, alles overkoepelende waarheid. Waarheden<br />
worden immers geconstrueerd tijdens <strong>het</strong> debat zelf.<br />
We zijn ons ook bewust <strong>van</strong> de nadelen <strong>van</strong> de kunstkritiek: kritiek kan kunst overwoekeren<br />
in een bijlagen<strong>cultuur</strong>, kritiek kan potsierlijk pretentieus zijn, kritiek kan onleesbaar<br />
elitair zijn, kritiek kan zich commercieel prostitueren. In heel wat films en romans zijn<br />
dan ook passages te vinden waarin precies een academische of kritische manier <strong>van</strong> praten<br />
onderwerp vormt <strong>van</strong> satire. Een scène uit Educating Rita:<br />
‘Anyway, this tutor come up to me, he looked at the book in my hand an’ he said, “Ah,<br />
are you fond of Ferling<strong>het</strong>ti?” It was right on the tip of my tongue to say “Only when it’s<br />
served with Parmesan cheese” but, Frank, I didn’t. I held it back an’ I heard myself sayin’<br />
“Actually I’m not too familiar with the American poets.” Frank, you woulda be dead<br />
proud of me.’ 58