Gezondheidsprofiel Groningen 2010 - GGD Groningen
Gezondheidsprofiel Groningen 2010 - GGD Groningen
Gezondheidsprofiel Groningen 2010 - GGD Groningen
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
2.3. Sociaal-economische status<br />
De sociaal-economische status (SES) van personen wordt bepaald door de positie die mensen innemen<br />
in de maatschappij. Daarbij kan een klasse- en statuscomponent worden onderscheiden. De<br />
klassecomponent laat zien over welke materiële hulpbronnen iemand beschikt (inkomen, woning,<br />
bezit). De statuscomponent gaat over de verschillen in kennis, houding en gedrag (leefwijze,<br />
risicofactoren). In dit profiel hanteren wij de statuscomponent voor een indeling naar SES.<br />
De sociaal-economische positie van de bevolking weerspiegelt zich ook in de ziekte- en sterftecijfers.<br />
Sociaal-economische gezondheidsverschillen berusten op twee verschillende mechanismen:<br />
oorzakelijk (een ongezonde leefwijze leidt op termijn tot een slechte gezondheid) en sociale selectie<br />
(personen met een slechte gezondheid en lagere opleiding hebben minder kans op de arbeidsmarkt).<br />
De oorzakelijke bijdrage is verreweg de belangrijkste oorzaak van gezondheidsverschillen.<br />
Het gebruik van zorg wordt vooral bepaald door leeftijd en geslacht. Ouderen en vrouwen gebruiken<br />
meer zorgvoorzieningen. Daarnaast hebben groepen met een lage sociaal-economische status een<br />
minder gezonde leefwijze (meer risicogedrag) en een hogere medische consumptie. Dit hogere gebruik<br />
van medische voorzieningen wordt vooral verklaard doordat betreffende groepen meer<br />
functiestoornissen hebben, zich zieker voelen, meer chronische ziekten hebben, een slechtere kwaliteit<br />
van leven hebben en korter leven. Uit onderzoek van het RIVM blijkt dat de zorgconsumptie van lager<br />
opgeleide mensen beduidend hoger is dan hoger opgeleide mensen (Nationaal kompas, <strong>2010</strong>). Alleen<br />
tandartsbezoek is lager bij personen met een lagere sociaal-economische status (zie paragraaf 5.4.2.).<br />
2.3.1. Opleidingsniveau<br />
In figuur 2.3.1. is de sociaal-economische status per regio en naar leeftijd weergegeven aan de hand<br />
van het zelfgerapporteerde hoogst voltooide opleidingsniveau (er zijn geen actuele Nederlandse<br />
referentiecijfers beschikbaar). Vooral in de regio Haren en Stad wonen naar verhouding veel hoog<br />
opgeleiden.<br />
Figuur 2.3.1. Opleidingsniveau in <strong>2010</strong> (hoogst voltooide opleiding) naar regio en naar leeftijd (%)<br />
Stad<br />
Haren<br />
Westerkwartier<br />
Noord-west<br />
Noord-oost<br />
Centrum-West<br />
Centrum-oost<br />
Oldambt<br />
Zuid-Oost<br />
Provincie <strong>Groningen</strong><br />
19-34 jaar<br />
35-49 jaar<br />
50-64 jaar<br />
65 en ouder<br />
<strong>Gezondheidsprofiel</strong> <strong>Groningen</strong> <strong>2010</strong><br />
2<br />
3<br />
5<br />
6<br />
7<br />
6<br />
9<br />
8<br />
8<br />
10<br />
10<br />
8<br />
12<br />
12<br />
17<br />
26<br />
21<br />
26<br />
laag midden-laag midden-hoog hoog<br />
29<br />
31<br />
29<br />
39<br />
36<br />
40<br />
35<br />
39<br />
41<br />
19<br />
33<br />
Laag=basisonderwijs, Midden-laag=mavo en lbo, Midden-hoog=havo, vwo, mbo Hoog= hbo en universteit<br />
50<br />
37<br />
44<br />
34<br />
38<br />
36<br />
30<br />
25<br />
36<br />
35<br />
33<br />
34<br />
54<br />
45<br />
17<br />
35<br />
35<br />
29<br />
28<br />
24<br />
25<br />
25<br />
18<br />
19<br />
16<br />
15<br />
14<br />
14