Gezondheidsprofiel Groningen 2010 - GGD Groningen
Gezondheidsprofiel Groningen 2010 - GGD Groningen
Gezondheidsprofiel Groningen 2010 - GGD Groningen
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
5.4.8. Verslavingszorg<br />
Veel mensen gebruiken alcohol en veel jongeren experimenteren met drugs. Bij de meeste mensen is<br />
het gebruik van genotsmiddelen matig. Bij een deel ontwikkelt zich overmatig gebruik en sommige<br />
mensen worden afhankelijk van genotsmiddelen. Bij verslaving heeft de gebruiker de controle over het<br />
gebruik van het middel verloren. Tegenwoordig wordt verslaving gezien als een chronische ziekte die<br />
mede verklaard wordt door een biologische kwetsbaarheid. Er is sprake van een verstoord<br />
beloningssysteem in de hersenen, waarbij mensen steeds meer afhankelijk worden van een middel.<br />
Door een wisselwerking van biologische, psychische en sociale factoren ontwikkelt een verslaving<br />
zich geleidelijk tot een chronische ziekte met steeds meer verlies van de zelfstandigheid. Dit heeft<br />
vaak negatieve gevolgen voor de sociale omgeving (relatieproblemen, ontremd gedrag, werk). Het<br />
gevolg is gevaar voor eigen gezondheid en voor anderen, met name bij deelname aan het verkeer. Het<br />
duurt vaak jaren voordat problematisch gebruik onderkend wordt en men hulp zoekt. Verslavingszorg<br />
bestaat uit hulp aan mensen die problemen ervaren met het gebruik van drugs, tabak, alcohol,<br />
slaapmiddelen en kansspelen. In de praktijk gaat de meeste aandacht van instellingen voor<br />
verslavingszorg uit naar drugs, alcohol en gokken. Hulp aan mensen die verslaafd zijn aan tabak en<br />
geneesmiddelen wordt gegeven in de algemene gezondheidszorg. Cliënten in de verslavingzorg<br />
worden veelal ingedeeld naar primaire problematiek. Echter, bij 40% van de cliënten is sprake van<br />
meervoudige problematiek (d.w.z. gebruik van 2 of meer soorten middelen). Vooral<br />
harddrugsgebruikers hebben bijkomend middelengebruik. Het overgrote deel van de verslavingszorg<br />
betreft ambulante contacten die gericht zijn op het verminderen van schade en niet op ontwennen of<br />
afkicken.<br />
Binnen de bevolking wordt van alle genotsmiddelen alcohol het meest (problematisch) gebruikt. Tien<br />
procent van de volwassenen is zware drinker (ook wel binge-drinker genoemd: gebruikt minstens 1<br />
dag per week 6 of meer alcoholconsumpties) en op termijn vertaalt zich dat in gezondheids- en sociale<br />
problemen. In verhouding is een klein deel van de problematische alcoholgebruikers in de provincie<br />
<strong>Groningen</strong> in zorg bij de verslavingzorg (1350 personen en dat is 0,3% van volwassen bevolking in de<br />
provincie). Bij opiaten is het beeld omgekeerd. Een groot deel van de groep die problematisch<br />
harddrugs gebruikt is in behandeling in de verslavingszorg (72%). In de provincie <strong>Groningen</strong> spoot<br />
6% de drugs intraveneus (vergeleken met 4,5% landelijk).<br />
In Nederland was de wijze van aanmelding bij verslavingszorg in 2009 als volgt: door de cliënt zelf of<br />
hun directe omgeving (30%), via de gezondheidszorg/huisarts (29%), via een GGz-instelling (12%),<br />
via justitiële instelling/reclassering (24%), via maatschappelijk opvang (2%) en overig (3%).<br />
Cocaïnehulpvragers worden relatief vaak vanuit de reclassering aangemeld. De meeste cliënten (80%)<br />
waren reeds bekend. Een kwart van de cliënten is al langer dan 10 jaar in zorg. Verslavingszorg is<br />
daarom voor een deel ‘onderhoudszorg’. Driekwart van de cliënten is man en de gemiddelde leeftijd is<br />
41 jaar. De leeftijd wisselt per soort verslaving en ligt hoger voor alcohol en opiaten (figuur 5.4.10.).<br />
In het tabellenboek figuur 5.4.8.a is het aantal harddruggebruikers naar leeftijd afgebeeld. In de<br />
provincie <strong>Groningen</strong> zijn vooral 30- tot en met 40-jarigen oververtegenwoordigd. Het grootste deel<br />
van de cliënten in de verslavingszorg is autochtoon (82%). Het aandeel van niet-westerse allochtonen<br />
in de verslavingszorg bedraagt 17% vergeleken met een aandeel van 11% in de bevolking. Van de<br />
allochtonen zijn de meeste cliënten van niet-westerse afkomst. De meest voorkomende problemen<br />
onder de niet-westerse allochtonen zijn gok-, cocaïne- en opiatenverslaving. Amfetamine- en<br />
alcoholverslaving komen vooral voor onder de autochtone cliënten.<br />
<strong>Gezondheidsprofiel</strong> <strong>Groningen</strong> <strong>2010</strong><br />
64