De wondere geneeskracht van groene - i-Sana
De wondere geneeskracht van groene - i-Sana
De wondere geneeskracht van groene - i-Sana
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
In de hele wereld zouden elk jaar een slordig<br />
miljard tabletten worden geslikt om pijnen<br />
en pijntjes tegen te gaan. Zelfs de antieke<br />
Grieken gebruikten extracten <strong>van</strong> wilgen<br />
tegen tandpijn en zere voeten.<br />
<strong>De</strong> Chickasaw, die hun jachtvelden in<br />
Virginia hadden, was slechts een <strong>van</strong> de vele<br />
indianenstammen die sinds onheuglijke tijden<br />
infuus <strong>van</strong> wilgenwortels trokken om hoofdpijn te<br />
bestrijden.<br />
wilgenbast<br />
Ook in de Europese volksgeneeskunde speelde<br />
wilgenbast al vele eeuwen een pijnstillende en<br />
koortswerende rol. Edmund Stone, een Engelse<br />
dominee propageerde de wilgenbast in 1763 als<br />
volgt: “Er is een bast <strong>van</strong> een Engelse boom,<br />
waarin ik dankzij experimenten een krachtig<br />
bloedstelpend middel vond dat tevens uiterst<br />
effectief koortsaanvallen geneest.”<br />
Stone was een <strong>van</strong> de eerste die de signatuurleer<br />
uitbreidde. Hij ging er niet alleen <strong>van</strong> uit dat<br />
de natuur door de vorm of de kleur <strong>van</strong> een<br />
plantendeel aangaf waar het goed voor was zoals<br />
de signatuurleer voorschreef, maar ook door de<br />
plek waar de plant <strong>van</strong> nature voorkomt.<br />
Wilgen groeien vooral<br />
op vochtige, ongezonde<br />
plekken. In Stones<br />
opinie was dat er een<br />
aanwijzing voor dat<br />
de boom ziekten kon<br />
genezen. Hij had nog<br />
geen benul <strong>van</strong> de aard<br />
<strong>van</strong> de koortswerende<br />
stof die in wilgen en<br />
populieren zit. Ze werd<br />
door de scheikundigen een kleine eeuw later naar<br />
het geslacht Salix (wilg) genoemd en heet salicien<br />
of salicoside. Ook in andere planten werd deze<br />
stof aangetroffen, onder meer in moerasspirea,<br />
Filipendula ulmaria. Terwijl in bergthee, Gaultheria<br />
procumbens, methylsalicylaat wordt aangetroffen.<br />
een pijnstiller voor vadertje lief<br />
Beide stoffen werden in de 19de eeuw, ditmaal<br />
op wetenschappelijke gronden, gebruikt tegen<br />
artritis, hoofdpijn en koorts. Salicylzuur heeft<br />
echter vervelende bijwerkingen: maagpijn,<br />
maagbloedingen en braakneigingen treden vaak<br />
op. In 1875 werd salicylzuur voor het eerst in het<br />
laboratorium op synthetische basis vervaardigd.<br />
Maar salicylzuur met zijn vervelende bijwerkingen<br />
is nog geen aspirine. Dat werd het pas na 1893<br />
toen Felix Hoffman, een Duitse scheikundige,<br />
Een beetje hoofdpijn,<br />
of moe, of koortsig?<br />
Wilgenbast kan helpen...<br />
<strong>De</strong> natuur heeft eigenlijk de aspirine<br />
uitgevonden. Het is een stof uit de wilgenbast.<br />
ermee ging experimenteren.<br />
Hoffman werkte in de Bayerafdeling <strong>van</strong> I.G.<br />
Farben waar de kleurstof aniline werd vervaardigd.<br />
<strong>De</strong> vader <strong>van</strong> Felix hoffman had na verloop <strong>van</strong><br />
tijd meer last <strong>van</strong> maagpijn dan <strong>van</strong> de artritis<br />
waarvoor hij met salicylzuur werd behandeld.<br />
Felix vond in de moderne scheikundige literatuur<br />
<strong>van</strong> die dagen dat wanneer iemand azijnzuur<br />
bij salicylzuur brengt, er een nieuwe, veel<br />
minder zure of bijtende stof ontstaat, namelijk<br />
acetylsalicylzuur. Hij<br />
experimenteerde bij<br />
zichzelf en ontdekte dat<br />
die nieuwe stof niets <strong>van</strong><br />
haar helend, pijnstillend,<br />
ontsmettend en<br />
koortswerend vermogen<br />
verloren had, terwijl de<br />
vervelende bijwerkingen<br />
verdwenen waren. <strong>De</strong> stof<br />
kreeg de naam aspirine,<br />
een samentrekking <strong>van</strong> de begin-‘a’ <strong>van</strong> acetyl en<br />
<strong>van</strong> ‘spirin’, Spiraea, want de moerasspirea werd<br />
in die tijd tot het geslacht Spiraea gerekend en<br />
niet tot Filipendula zoals dat nu het geval is.<br />
Snel werd Aspirine een handelsmerk <strong>van</strong> Bayer,<br />
<strong>van</strong>af 1899 kwam het als poeder op de markt<br />
en sinds 1915 in de vorm <strong>van</strong> tabletten. Aspirine<br />
behoorde zelfs bij de oorlogsbuit <strong>van</strong> de Grote<br />
Oorlog. Bij het Verdrag <strong>van</strong> Versailles moest<br />
Duitsland de merknaam Aspirine vrijgeven aan<br />
de VS, Engeland, Frankrijk en Rusland. Later<br />
besliste een Amerikaanse rechter dat geen<br />
enkel farmaceutisch bedrijf royalty’s kan doen<br />
gelden op deze stof. Zodat aspirine wereldwijd de<br />
volksnaam werd voor het populaire geneesmiddel<br />
acetylsalicylzuur, de azijnzure ester <strong>van</strong> het<br />
salicien uit wilgen, populieren en de eveneens<br />
vaak in tuinen aangeplante moerasspirea. Onze<br />
natuur heeft dus heel krachtige <strong>geneeskracht</strong>ige<br />
molecules en ongetwijfeld nog veel ongekende!<br />
I-SANA nr3 · 43