als PDF downloaden - Emis - Vito
als PDF downloaden - Emis - Vito
als PDF downloaden - Emis - Vito
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Hoofdstuk 5<br />
______________________________________________________________________<br />
b. Luchthuishouding<br />
Alvorens een naverbrander of terugwininstallatie aan te schaffen moet de<br />
luchthuishouding worden geoptimaliseerd. Door gedeeltelijke recirculatie kunnen de<br />
debieten worden verlaagd en de oplosmiddelconcentraties worden verhoogd. Hiermee<br />
worden de benodigde naverbrandingscapaciteit en brandstoftoevoer kleiner. Om<br />
veiligheidsredenen moet het verlagen van de luchtdebieten meestal zodanig beperkt<br />
blijven dat zelfs onder extreme omstandigheden nergens de concentratie boven de 25 %<br />
LEL (Lower Explosion Limit) uitkomt. Verlagingen van de luchtdebieten met 50 % zijn<br />
geen uitzondering.<br />
Na optimalisatie van de luchthuishouding moet een duurmeting van enkele maanden<br />
worden uitgevoerd om de nageschakelde installatie, passend bij de praktijkgegevens, te<br />
kunnen ontwerpen. Er blijken vaak grote verschillen te bestaan, tussen de theoretisch<br />
berekende luchtstromen en oplosmiddelbeladingen en dewelke in de praktijk worden<br />
gemeten.<br />
c. “Peakshaving”<br />
Ook al is de luchthuishouding geoptimaliseerd, dan varieert bij flexo- en diepdruk het<br />
droogluchtdebiet nog altijd enorm. Persen staan meestal circa 50 % van de tijd stil voor<br />
het inrichten, niet alle persen werken in evenveel ploegen, lang niet altijd wordt het<br />
maximaal mogelijk aantal kleuren gedrukt en bijna nooit worden op alle drukwerken<br />
volvlakken gedrukt. Toch is de droogcapaciteit, om veiligheidsredenen, wél op<br />
dergelijke extreme omstandigheden uitgelegd. Het maximale droogluchtdebiet wordt<br />
dus bijna nooit gebruikt. Het is dan ook niet zinvol om de capaciteit van de<br />
nageschakelde installatie precies gelijk te maken aan het maximale droogluchtdebiet.<br />
Bij een naverbrandingscapaciteit, die kleiner is dan het maximale droogluchtdebiet, zal<br />
echter af en toe het droogluchtdebiet te groot zijn. Er worden dan dus oplosmiddelen<br />
uitgestoten. Accepteert men zo een uitstoot van enkele procenten van het<br />
oplosmiddelgebruik, dan kan de naverbrander tientallen procenten kleiner worden<br />
gedimensioneerd. Het zo ‘te klein’ dimensioneren van de naverbrander heet<br />
“peakshaving”.<br />
“Peakshaving” is, onder voorwaarden, officieel toegestaan in Nederland en volgens de<br />
VOS-richtlijn. In beide gevallen moet het recht op peakshaven ‘verdiend’ worden door<br />
een even grote uitstoot aan diffuse emissies te besparen. In Frankrijk is “peakshaving”<br />
officieel niet toegestaan, maar gebeurt dit wel in de praktijk, zonder dat er tegen wordt<br />
opgetreden. In Duitsland is het verboden maar de praktijksituatie is onbekend. In<br />
Engeland moet er nog praktijk ervaring worden opgedaan.<br />
d. Aanbeveling voor kleine bedrijven<br />
Voor kleine bedrijven is een naverbrander buitensporig duur. Er is in dit verband geen<br />
absolute grens tussen ‘klein’ en ‘groot’. De Nederlandse grens van circa 150 ton<br />
oplosmiddelen per jaar lijkt redelijk. Als men alleen met oplosmiddelhoudende inkten<br />
drukt, kent zo’n bedrijf circa 50 tot 75 medewerkers. Toepassing van een nageschakelde<br />
techniek is in kleinere bedrijven dan deze niet de aangewezen weg om in deze bedrijven<br />
de oplosmiddelemissies te beperken.<br />
120