als PDF downloaden - Emis - Vito
als PDF downloaden - Emis - Vito
als PDF downloaden - Emis - Vito
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Hoofdstuk 3<br />
______________________________________________________________________<br />
3.11 Oplosmiddelhoudend drukken (flexo- en diepdruk)<br />
3.11.1 Processen<br />
Onder oplosmiddelhoudend drukken (flexo- en diepdruk) wordt niet alleen het<br />
bedrukken van papier of karton verstaan, maar eveneens het aanbrengen van een lak- of<br />
beschermlaag met behulp van een drukpers. Deze processen omvatten diepdruk,<br />
flexografie, lakkeren, lamineren en cacheren waarbij de droging gebeurt door<br />
verdamping van oplosmiddelen. De begrippen lamineren en cacheren voor het<br />
aaneenhechten van papier en een ander flexibel materiaal om een laminaat te maken,<br />
worden door elkaar gebruikt. Deze processen worden ook gebruikt voor het bedrukken<br />
van andere materialen zo<strong>als</strong> kunststoffen, doch dit maakt geen deel uit van deze studie.<br />
Voor het bedrukken worden oplosmiddelhoudende inkten en lakken gebruikt. De<br />
oplosmiddelhoudende inkten bestaan uit drie hoofdbestanddelen:<br />
• kleurmiddelen (opgeloste kleurstoffen of pigmenten);<br />
• bindmiddelen;<br />
• solventen en hulpstoffen (weekmakers, droogstoffen, was e.d.).<br />
De inkten worden aangekocht aan een droogstofgehalte van 25 à 40 %. Zij worden door<br />
de gebruiker op de gewenste viscositeit gebracht door het toevoegen van verdunner<br />
(meestal ethanol of ethylacetaat met n-propanol of methoxy-propanol) en/of<br />
aanlengvernis. De viscositeit waarbij wordt gedrukt, verschilt van situatie tot situatie.<br />
De lakken daarentegen bevatten geen kleurstoffen of pigmenten.<br />
Voor flexografie, diepdruk, lakkeren en het cacheren worden vaak ook waterige<br />
producten gebruikt. Zie hiervoor de module Waterig drukken (flexo- en diepdruk).<br />
a. Flexodrukken<br />
Bij flexo liggen de drukkende delen verhoogd op de drukvorm, vergelijkbaar met een<br />
stempel. De drukvorm is in spiegelzicht. Men onderscheidt rubberen of fotopolymeren<br />
drukvormen. De drukvormen worden bevestigd op de drukvormcilinder met behulp van<br />
tweezijdige kleefband. De beïnkting van de drukvorm gebeurt meestal onrechtstreeks<br />
via de rasterw<strong>als</strong>. Het contact van het papier of karton met de drukvorm wordt<br />
bewerkstelligd door een tegendrukcilinder.<br />
1. dompelw<strong>als</strong><br />
2. rasterw<strong>als</strong> (staal of koper)<br />
3. rakel<br />
4. drukvormcylinder<br />
5. tegendrukcylinder<br />
6. papier/karton<br />
53<br />
Figuur 3.5: Flexodrukprocédé