26.09.2013 Views

BURGERSCHAP - Nationaal Onderwijsmuseum

BURGERSCHAP - Nationaal Onderwijsmuseum

BURGERSCHAP - Nationaal Onderwijsmuseum

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Van de Redactie<br />

Het is misschien een open deur, maar onderzoek naar<br />

het verleden van opvoeding en onderwijs is doorgaans<br />

gekleurd door het vakgebied, de theoretische bagage en<br />

belangstelling van de onderzoeker. Deze werkt bovendien<br />

niet in een vacuüm, maar laat zich inspireren door bijvoorbeeld<br />

de actualiteit. Ook een onderzoeker is weer<br />

kind van zijn tijd. Uiteraard dient hij of zij zich daarvan<br />

bewust te zijn en voldoende distantie in acht te nemen.<br />

Deze thematiek komt onder meer naar voren in het<br />

artikel van Jan Lenders, onderzoeker van de Radboud<br />

Universiteit in Nijmegen. Hij beschrijft vanuit welke<br />

invalshoeken de afgelopen twee eeuwen zulk onderzoek<br />

is gedaan en hoe selectief men daarin was. Ook recente<br />

opvoedings- en onderwijshistorische overzichtswerken<br />

passeren de revue. Hij bespreekt hoe deze onderling op<br />

hoofdlijnen van elkaar verschillen.<br />

Dat de actualiteit vaak inspiratiebron is voor de<br />

geschiedbeoefening komt ook tot uitdrukking in de tentoonstellingen<br />

die het <strong>Nationaal</strong> <strong>Onderwijsmuseum</strong> organiseert.<br />

Aanhaken bij wat mensen nu bezig houdt, biedt<br />

vaak verrassende inkijkjes in het verleden. Dat verleden<br />

kan ook heel dichtbij liggen. Dat is bijvoorbeeld het geval<br />

met de op 21 november 2008 geopende tentoonstelling<br />

Goed voor Elkaar. Deze kwam tot stand in samenwerking<br />

met de CED-Groep. CED staat voor Centrum voor<br />

Educatieve Dienstverlening. De groep is vooral werkzaam<br />

in de regio Rotterdam. Hier zijn 350 professionals in<br />

dienst die scholen en andere organisaties ondersteunen<br />

in hun aanbod van en reflectie op het onderwijs. Een van<br />

de projecten in de afgelopen tien jaar is burgerschap en<br />

sociale competentie. De tentoonstelling laat zien wat op<br />

scholen in de regio Rotterdam aan dit thema is gedaan<br />

en trekt ook enkele lijnen door naar een verder verleden.<br />

Nu is burgerschapsopvoeding een onderwerp dat<br />

weliswaar de discussie over het onderwijs in de laatste<br />

vijftien jaar sterk bepaalt, maar is allerminst een uitvinding<br />

van deze tijd. Dat vormde een reden om in dit<br />

nummer wat meer historische achtergronden te belichten.<br />

Burgerschapsvorming en opvoeding tot burgerschap<br />

is een thematiek die in de tijd van de Franse Revolutie<br />

de gemoederen bezig hield. Het artikel ‘Burgerschapsopvoeding<br />

in de school’ geeft daarvan een beschrijving.<br />

Opmerkelijk is dat aanvankelijk goed burgerschap verbonden<br />

was met religie. Het was in het Nederland van<br />

rond 1800 en nog lang erna onbestaanbaar dat een<br />

mens geen kerklid was en het bestaan ontkende van<br />

wat men toen het ‘Opperwezen’ noemde. Die vanzelfsprekende<br />

connectie van burgerschap met religie is<br />

in de tweede helft van de twintigste eeuw grotendeels<br />

verdwenen. De afdeling Opvoedingsfilosofie van de<br />

Vrije Universiteit beoogt religie terug te brengen in<br />

het publieke debat over het onderwijs. Een van de leden<br />

van de afdeling, Ina ter Avest, bespreekt in haar artikel<br />

‘Religieus burgerschap: een uitdaging,’ wat religie tegenwoordig<br />

weer sterker dan voorheen tot een aspect van<br />

burgerschapsopvoeding maakt.<br />

Burgerschapsopvoeding heeft van oudsher niet<br />

alleen de morele vorming op het oog, maar ook het<br />

bevorderen van de cohesie in de samenleving. Daarom<br />

vond men de vaderlandse geschiedenis belangrijk: een<br />

gemeenschappelijk verleden zou de gevoelens van eenheid<br />

stimuleren. In de negentiende eeuw verschenen talloze<br />

historische verhalen voor jong en oud. Geschiedenis<br />

verwierf nog voor dit vak in 1857 verplicht werd, een<br />

vaste plek in het programma van menige lagere school.<br />

Vele vaderlandse liederen werden vervaardigd die hetzelfde<br />

doel dienden. Ze werden gezongen op scholen en<br />

op bijeenkomsten van verenigingen. Er ontstonden zelfs<br />

aparte verenigingen ter bevordering van de volkszang.<br />

Door het bundelen van krachten kwamen er na 1920<br />

volkszangdagen tot stand, die aangestuurd werden<br />

door een landelijke commissie. De rubriek Leesles in<br />

dit nummer schenkt aandacht aan het bundeltje liederen<br />

dat ter gelegenheid van de eerste nationale volkszangdag<br />

in 1922 verscheen. Ook taal en literatuur vormden middelen<br />

bij uitstek om de nationale eenheid te bevorderen<br />

en kinderen en jongeren voor te bereiden op een<br />

volwaardige deelname aan de maatschappij. Dat<br />

komt tot uitdrukking in de recensie van het boek<br />

van G.J. Johannes, Dit mag u niet onverschillig wezen.<br />

Het nummer sluit af met een beeldrapportage<br />

van een schetsboek van de bekende illustrator en<br />

schilder Cornelis Jetses. Het is een uniek document<br />

dat het <strong>Nationaal</strong> <strong>Onderwijsmuseum</strong> enkele maanden<br />

geleden heeft aangekocht.<br />

Marjoke Rietveld-van Wingerden<br />

DECEMBER 2008 | LESSEN 4 3

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!