EEN LEVEN - Jozef Schellekens
EEN LEVEN - Jozef Schellekens
EEN LEVEN - Jozef Schellekens
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
9. DE HEROPBOUW (1946 – 1949)<br />
Na de tweede wereldoorlog stond mijn vader ook in voor de heropbouw en restauratie van enkele belangrijke<br />
historische monumenten zoals de gotische Sint-Dimfnakerk in Geel, de kerk van Dessel en het stadhuis van<br />
Hoogstraten. De reconstructie van dit laatste, tijdens de wereldoorlog volledig verwoeste gebouw, was slechts<br />
mogelijk dankzij zijn gedetailleerde opmetingen die hij in 1934 had gedaan, en waarmee hij toen ook de architectuurprijs<br />
Henri Blomme had gewonnen.<br />
In de glasramen aan de keldertrap van het stadhuis werd trouwens het portret van mijn vader verwerkt.<br />
Het is bij het uitvoeren van deze restauratiewerken dat zijn technisch-bouwkundige vaardigheid maar vooral<br />
ook zijn gevoel voor detail in het oog springen.<br />
Hij gaf lezingen over architectuur en stedenbouw<br />
en werd benoemd tot briefwisselend lid van<br />
diverse verenigingen en commissies in binnen- en<br />
buitenland. De belangrijkste waren ongetwijfeld<br />
de “NV Turnhoutse Maatschappij voor Goedkope<br />
Woningen” en de “Koninklijke Commissie voor<br />
Monumenten en Landschappen”. Ook was hij vanaf<br />
1946 briefwisselend lid van de “Société Française<br />
des Urbanistes”.<br />
Door toedoen van zijn nieuwe echtgenote was het ook<br />
in deze periode dat hij zich voornamelijk begon toe<br />
te spitsen op de schilderkunst en dat hij besloot om<br />
deze nog als de enige vorm van artistieke expressie<br />
te behouden. Hij bouwde een vrij groot atelier in<br />
zijn huis, door de hoge inkomhal dicht te leggen,<br />
waar hij zich kon terugtrekken om vorm te geven aan<br />
zijn gedachten en zijn gevoelens.<br />
Hij liet de invloed van Constant Permeke en van<br />
Albert Van Dyck achter zich en liet zich inspireren<br />
door het werk van onder meer Modigliani. De vrouwfiguur begon meer en meer centraal te staan maar zijn<br />
werken bleven nog steeds sterk figuratief [10].<br />
Dat mijn vader met sensualiteit en erotiek bezig was valt niet te ontkennen. De eerste ontwerpen voor de muurschilderingen<br />
in zijn slaapkamer zijn hiervan alvast een bewijs. Hij zocht echter voortdurend naar de verfijning<br />
van erotiek in zijn tekeningen maar hoedde zich voor vulgariteit. Een van zijn vrienden herinnerde zich nog met<br />
plezier hoe hij op een heel aanschouwelijke manier, maar zonder aanstoot te geven, zijn sublieme erotische<br />
fantasie wist weer te geven bij de gedachte aan een vrouwelijk naakt, uitgestrekt op zwarte satijnen lakens<br />
en hoe zowel het visueel contrast van die blanke huid op het zwarte laken, als het zachte aanvoelen van satijn<br />
elkaar in deze beschrijving aanvulden. Deze gedachten wist hij bijzonder mooi in een aantal tekeningen,<br />
met gebruik van Oostindische inkt weer te geven.<br />
pagina 23 van 48