ontwerpbesluit VLAREM-trein 2012 - Emis
ontwerpbesluit VLAREM-trein 2012 - Emis
ontwerpbesluit VLAREM-trein 2012 - Emis
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
3° zij bevatten voorwaarden die ervoor zorgen dat er geen vermijdbare schade aan<br />
de natuur kan ontstaan;<br />
4° zij bevatten emissiegrenswaarden voor de veron<strong>trein</strong>igende stoffen van bijlage<br />
1.1.2 van titel II van het <strong>VLAREM</strong>, en voor andere veron<strong>trein</strong>igende stoffen die in<br />
significante hoeveelheden uit de betrokken installatie kunnen vrijkomen, gelet op<br />
hun aard en hun potentieel voor overdracht van veron<strong>trein</strong>iging tussen<br />
milieucompartimenten; zij bevatten ook passende voorschriften ter bescherming<br />
van bodem, grond- en oppervlaktewater en lucht en maatregelen voor de<br />
monitoring en het beheer van de door de installatie voortgebrachte afvalstoffen;<br />
4°bis zij bevatten uitdrukkelijk berekende emissiegrenswaarden voor lucht en water<br />
die specifiek gelden voor meeverbranding van afvalstoffen;<br />
5° zij bevatten alle maatregelen die ter vervulling van de voorwaarden van<br />
paragraaf 4 en bijlage 18 nodig zijn;<br />
6° zij bevatten passende eisen voor het regelmatig onderhoud en het bewaken van<br />
maatregelen die worden genomen ter voorkoming van emissies in de bodem en<br />
het grondwater overeenkomstig punt 4°;<br />
7° zij bevatten maatregelen voor andere dan de normale bedrijfsomstandigheden<br />
zoals opstarten en stilleggen, lekken, storingen, korte stilleggingen en definitieve<br />
bedrijfsbeëindiging;<br />
8° zij bevatten bepalingen betreffende de minimalisering van de veron<strong>trein</strong>iging over<br />
lange afstand of van de grensoverschrijdende veron<strong>trein</strong>iging;<br />
9° zij waarborgen een hoog niveau van bescherming van het milieu in zijn geheel;<br />
10° zij bevatten voorwaarden voor het beoordelen van de naleving van de<br />
emissiegrenswaarden of een verwijzing naar de elders omschreven toepasselijke<br />
eisen;<br />
11° zij bevatten passende eisen voor de monitoring van de emissies, met vermelding:<br />
a) van de meetmethode, de meetfrequentie en de procedure voor de evaluatie<br />
van de metingen;<br />
b) wanneer voor GPBV-installaties paragraaf 10, eerste lid, 2°, wordt toegepast,<br />
dat de resultaten van de monitoring van emissies beschikbaar zijn voor dezelfde<br />
periode en referentieomstandigheden als voor de BBT-GEN;<br />
12° zij bevatten de verplichting:<br />
a) de toezichthouder in kennis te stellen van de gegevens die noodzakelijk zijn<br />
voor de controle op de naleving van de vergunningsvoorwaarden inzake lozingen;<br />
b) voor GPBV-installaties om de toezichthouder regelmatig en ten minste jaarlijks<br />
in kennis te stellen van informatie op basis van de resultaten van de monitoring van<br />
de emissies vermeld onder punt 11°, en van andere vereiste gegevens aan de hand<br />
waarvan de toezichthouder de naleving van de vergunningsvoorwaarden kan<br />
toetsen;<br />
c) wanneer voor GPBV-installaties paragraaf 10, eerste lid, 2°, wordt toegepast,<br />
de vergunningverlenende overheid die in eerste aanleg bevoegd is regelmatig en ten<br />
minste jaarlijks in kennis te stellen van een overzicht van de resultaten van de<br />
monitoring van emissies die een vergelijking mogelijk maken met de BBT-GEN;<br />
13° voor GPBV-installaties wordt aangegeven dat rekening is gehouden met de<br />
algemene beginselen, vermeld in artikel 43ter;<br />
14° zij bevatten, voor GPBV-installaties die in de achtste kolom van de indelingslijst<br />
worden aangeduid met de kenletter S, de op de inrichting van toepassing zijnde<br />
eisen inzake de periodieke monitoring van bodem en grondwater met betrekking<br />
tot relevante gevaarlijke stoffen die op het terrein kunnen worden aangetroffen,<br />
10