ontwerpbesluit VLAREM-trein 2012 - Emis
ontwerpbesluit VLAREM-trein 2012 - Emis
ontwerpbesluit VLAREM-trein 2012 - Emis
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Het eerste lid is niet van toepassing wanneer de voorschriften vastgesteld door<br />
de federale overheid in het kader van de civiele bescherming van toepassing zijn.<br />
Als door het voorval de werking van een afvalwaterzuiveringsinstallatie nadelig<br />
kan worden beïnvloed, waarschuwt de exploitant bovendien onmiddellijk de<br />
beheerder van de betrokken installatie.<br />
Art. 4.1.12.3. Onverminderd artikel 4.1.12.2, §2, verstrekt de exploitant bij een<br />
voorval zo spoedig mogelijk volgende informatie aan de afdeling, bevoegd voor<br />
milieuhandhaving:<br />
1° algemene gegevens over de exploitant;<br />
2° tijdstip, aard, omstandigheden en oorzaken van het voorval;<br />
3° betrokken producten;<br />
4° beschikbare gegevens aan de hand waarvan de gevolgen van het voorval voor<br />
mens en milieu kunnen worden beoordeeld;<br />
5° de getroffen maatregelen om het voorval te bedwingen en te beheersen.<br />
De exploitant gebruikt daartoe het formulier, vermeld in bijlage 4.1.12, of een<br />
andere informatiedrager die dezelfde informatie bevat.<br />
Als uit nader onderzoek nieuwe gegevens naar voren komen die de verstrekte<br />
informatie of de daaruit getrokken conclusies wijzigen, werkt de exploitant deze<br />
informatie bij en bezorgt ze aan de afdeling, bevoegd voor milieuhandhaving.<br />
Art. 4.1.12.4. Na een voorval treft de exploitant, in functie van de gevolgen die hetzij<br />
onmiddellijk hetzij na verloop van tijd kunnen optreden en overeenkomstig de<br />
toepasselijke reglementering, de nodige maatregelen voor schoonmaak en voor<br />
herstel van het leefmilieu.<br />
De exploitant informeert de afdeling, bevoegd voor milieuhandhaving over de<br />
voorziene maatregelen en brengt haar op de hoogte van de uitvoering daarvan.<br />
Art. 4.1.12.5. Na een voorval treft de exploitant de nodige maatregelen om herhaling<br />
van het voorval te voorkomen.<br />
De exploitant informeert de afdeling, bevoegd voor milieuhandhaving over de<br />
voorziene maatregelen en brengt haar op de hoogte van de uitvoering daarvan.<br />
Afdeling 4.1.13. GPBV-installaties<br />
Art. 4.1.13.1. Met behoud van toepassing van de andere afdelingen van dit hoofdstuk<br />
is deze afdeling van toepassing op GPBV-installaties.<br />
Artikel 4.1.13.2 en 4.1.13.3 worden vastgesteld in uitvoering van het decreet van 27<br />
oktober 2006 betreffende de bodemsanering en de bodembescherming<br />
(Bodemdecreet) en het besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2007<br />
betreffende de bodemsanering en de bodembescherming (VLAREBO).<br />
Art. 4.1.13.2. Voor installaties die in de achtste kolom van de indelingslijst met de<br />
kenletter S worden aangeduid, geldt de periodieke bodemonderzoeksplicht,<br />
vastgesteld door en krachtens artikel 33 van het Bodemdecreet.<br />
Art. 4.1.13.3. Als de activiteiten definitief worden stopgezet, gelden:<br />
1° voor installaties die in de achtste kolom van de indelingslijst met de kenletter S<br />
worden aangeduid de verplichtingen, vastgesteld door en krachtens artikel 32 en 122<br />
van het Bodemdecreet;<br />
67