ontwerpbesluit VLAREM-trein 2012 - Emis

Art. 35/6. Niet-routinematige controles worden uitgevoerd om ernstige milieuklachten,
ernstige milieuongevallen, incidenten en gevallen van niet-naleving zo snel mogelijk
en in voorkomend geval voor de afgifte, toetsing of bijstelling van een
milieuvergunning te onderzoeken.
Art. 35/7. Na elk bezoek ter plaatse stellen de betrokken gewestelijke
toezichthouders een inspectierapport op.
In dit rapport, vermeld in het eerste lid, worden de volgende zaken opgenomen:
1° de relevante bevindingen ten aanzien van de naleving van de
vergunningsvoorwaarden door de GPBV-installatie;
2° de conclusies ten aanzien van de eventuele noodzaak van verdere maatregelen.
Art. 35/8. Het verslag wordt binnen twee maanden ter kennis gebracht van de
betrokken exploitant.
Het verslag wordt door de gewestelijke toezichthouders, vermeld in art. 12, 1° en
7°, openbaar gemaakt binnen een termijn van vier maanden nadat het bezoek ter
plaatse heeft plaatsgevonden, en dit overeenkomstig het decreet van 26 maart 2004
betreffende de openbaarheid van bestuur.".
Art. 176. Afdeling II van hoofdstuk VI van hetzelfde besluit, dat bestaat uit artikel 61
en 61/1, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 30 april 2009 en 19
november 2010, wordt vervangen door een afdeling dat bestaat uit artikel 61 tot en
met 61/2:
"Afdeling II - Procedure tot het nemen van bestuurlijke maatregelen
Art. 61. §1. De toezichthouders, vermeld in artikel 12, 1°, bevelen de vermoedelijke
overtreder het nemen van alle passende aanvullende maatregelen om ervoor te
zorgen dat opnieuw aan de milieuvoorwaarden wordt voldaan als zij een schending
vaststellen bij de exploitatie van een GPBV-installatie of een inrichting, vermeld in
rubriek 59 van de indelingslijst, van één van de volgende milieuvoorwaarden:
1° een milieuvoorwaarde inzake geïntegreerde preventie en bestrijding van
verontreiniging;
2° een milieuvoorwaarde inzake voorkoming of beperking van emissies in lucht,
water en bodem;
3° een milieuvoorwaarde inzake voorkoming van het ontstaan van afvalstoffen.
§2. Als de schending van de milieuvoorwaarde, vermeld in paragraaf 1, een direct
gevaar voor de menselijke gezondheid oplevert of als deze onmiddellijke en
aanzienlijk nadelige gevolgen voor het milieu dreigt te hebben, bevelen de
toezichthouders, vermeld in artikel 12, 1°, bij besluit houdende de bestuurlijke
maatregelen, vermeld in artikel 16.4.10 van het decreet van 5 april 1995 de
vermoedelijke overtreder de exploitatie van de betrokken GPBV-installatie of het
respectieve betrokken deel ervan stop te zetten, zolang niet kan worden
gegarandeerd dat aan de geschonden milieuvoorwaarde wordt voldaan.
Art. 61/1. §1. De toezichthouders, vermeld in artikel 12,5°, en in artikel 12, 5°/1,
melden aan de afdeling, bevoegd voor de handhaving van het milieubeheerrecht, en
aan de burgemeester dat er een besluit houdende bestuurlijke maatregelen werd
genomen.
157