ontwerpbesluit VLAREM-trein 2012 - Emis
ontwerpbesluit VLAREM-trein 2012 - Emis
ontwerpbesluit VLAREM-trein 2012 - Emis
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Art. 141. In artikel 5.32.9.7.3, §5, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van<br />
de Vlaamse Regering van 19 januari 1999, wordt de zinsnede "Per bader en per dag<br />
worden minimaal 30 liter vers water toegevoegd" vervangen door de zinsnede "Tenzij<br />
anders vermeld in de milieuvergunning wordt per bader en per dag minimaal 30 liter<br />
vers water toegevoegd".<br />
Art. 142. In artikel 5.32.10.5, §2, van hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het<br />
besluit van de Vlaamse Regering van 19 september 2008, wordt het derde lid<br />
opgeheven.<br />
Art. 143. In artikel 5.33.0.3 van hetzelfde besluit worden de woorden "hoofdstuk 4.1"<br />
vervangen door de woorden "afdeling 4.1.12" en de woorden "toezichthoudende<br />
ambtenaar" door het woord "toezichthouder".<br />
Art. 144. In deel 5 van hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de<br />
Vlaamse Regering van 17 februari <strong>2012</strong>, wordt het opschrift van hoofdstuk 5.43<br />
vervangen door wat volgt:<br />
"HOOFDSTUK 5.43. STOOKINSTALLATIES".<br />
Art. 145. In afdeling 5.43.1 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de<br />
Vlaamse Regering van 23 april 2004, worden de volgende wijzigingen aangebracht:<br />
1° artikel 5.43.1.1 wordt vervangen door wat volgt:<br />
"Art. 5.43.1.1. Dit hoofdstuk is van toepassing op stookinstallaties, al dan niet met<br />
elektriciteitsproductie of in warmtekrachttoepassing, en ongeacht het toegepaste type<br />
brandstof (inbegrepen biomassa), vermeld in (sub)-rubrieken 31.1 en 43 van de<br />
indelingslijst.";<br />
2° artikel 5.43.1.2, opgeheven bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 april<br />
2004, wordt opnieuw opgenomen in de volgende lezing:<br />
"Art. 5.43.1.2. Dit hoofdstuk is niet van toepassing op de volgende installaties:<br />
1° installaties waarin de verbrandingsproducten worden gebruikt voor directe<br />
verwarming, droging of enige andere behandeling van voorwerpen of materialen;<br />
2° naverbrandingsinstallaties voor de zuivering van afgassen door verbranding die<br />
niet als autonome stookinstallatie worden geëxploiteerd;<br />
3° installaties voor het regenereren van katalysatoren voor het katalytisch<br />
kraakproces;<br />
4° installaties om zwavelwaterstof om te zetten in zwavel;<br />
5° reactoren die worden gebruikt in de chemische industrie;<br />
6° cokesbatterijovens;<br />
7° windverhitters van hoogovens;<br />
8° installaties die als brandstof andere afvalstoffen dan biomassa-afvalstoffen<br />
gebruiken.".<br />
Art. 146. In hoofdstuk 5.43 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de<br />
Vlaamse Regering van 23 april 2004, worden aan afdeling 5.43.2 de volgende<br />
wijzigingen aangebracht:<br />
120