ontwerpbesluit VLAREM-trein 2012 - Emis
ontwerpbesluit VLAREM-trein 2012 - Emis
ontwerpbesluit VLAREM-trein 2012 - Emis
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
vergunningverlenende overheid kan bewijzen dat de emissies onder alle<br />
omstandigheden minder dan 50% bedragen van de vastgestelde<br />
emissiegrenswaarden.<br />
§4. Voor verbrandings- en meeverbrandingsinstallaties waarin niet veron<strong>trein</strong>igd<br />
behandeld houtafval wordt verbrand met een totaal nominaal thermisch<br />
ingangsvermogen van meer dan 10 MW geldt voor procesparameters dat:<br />
1° de temperatuur en het zuurstofgehalte van de verbrandingsgassen in de zone<br />
waar aan de gestelde minimumvoorwaarden inzake temperatuur, zuurstofgehalte en<br />
verblijftijd moet worden voldaan, continu worden gemeten en geregistreerd. Om<br />
technische redenen kan het zuurstofgehalte worden gemeten en geregistreerd zo<br />
kort mogelijk bij die zone, op een representatieve plaats;<br />
2° de tijd dat de verbrandingsgassen op de minimumtemperatuur van 850 °C blijven,<br />
onder de meest ongunstige bedrijfsomstandigheden op passende wijze wordt<br />
gecontroleerd en ten minste bij de eerste ingebruikneming van de<br />
verbrandingsinrichting.<br />
§5. Bij verbranding of meeverbranding van niet veron<strong>trein</strong>igd behandeld houtafval<br />
geldt bovendien:<br />
1° alle in paragraaf 3 vermelde periodieke metingen worden uitgevoerd door een<br />
erkend laboratorium in de discipline lucht, vermeld in artikel 6, 5°, b), van het<br />
VLAREL of, in geval van metingen door de exploitant, met apparatuur en volgens<br />
een methode goedgekeurd door een erkend laboratorium in de discipline lucht,<br />
vermeld in artikel 6, 5°, b), van het VLAREL;<br />
2° de toezichthouder wordt vooraf op de hoogte gebracht van de datum en de<br />
uitvoerder van de periodieke metingen;<br />
3° de procedures, de methodes en de vast opgestelde apparatuur voor<br />
monsterneming en metingen worden goedgekeurd door een erkend laboratorium in<br />
de discipline lucht, vermeld in artikel 6, 5°, b), van het VLAREL. Die keuring gebeurt<br />
conform een code van goede praktijk en omvat ten minste een jaarlijkse beperkte<br />
keuring en een driejaarlijkse uitgebreide keuring met onder meer vergelijkende<br />
emissiemetingen overeenkomstig de referentiemethoden;<br />
4° alle meet- en analyseresultaten worden ter inzage van de toezichthouder<br />
gehouden. De exploitant registreert, verwerkt en presenteert deze resultaten hierbij<br />
op zodanige wijze dat de toezichthouder kan nagaan of de vastgestelde<br />
voorwaarden en emissiegrenswaarden worden nageleefd;<br />
5° in afwijking van hoofdstuk 4.4 voldoet de installatie aan de emissiegrenswaarden,<br />
vermeld in paragraaf 2, indien de resultaten van alle meetcycli, na verrekening van<br />
de nauwkeurigheid vermeld in artikel 4.4.4.2, §5, de emissiegrenswaarden niet<br />
overschrijden.<br />
Art. 5.2.3bis.4.11. §1. Voor direct gestookte spaandrogers gelden, in afwijking en met<br />
uitsluiting van alle algemene emissiegrenswaarden zoals vermeld in hoofdstuk 4.4 en<br />
89