ontwerpbesluit VLAREM-trein 2012 - Emis
ontwerpbesluit VLAREM-trein 2012 - Emis
ontwerpbesluit VLAREM-trein 2012 - Emis
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Art. 5.43.2.27. Als de exploitant overgaat tot continue metingen, worden die<br />
uitgevoerd overeenkomstig artikel 5.43.3.25 tot en met 5.43.3.30.<br />
Art. 5.43.2.28. De meet- of berekeningsresultaten worden ter inzage van de<br />
toezichthouder gehouden.<br />
De exploitant registreert, verwerkt en presenteert de resultaten, vermeld in het<br />
eerste lid, op zodanige wijze dat de toezichthouder kan nagaan of de vastgestelde<br />
voorwaarden en emissiegrenswaarden worden nageleefd.<br />
Art. 5.43.2.29. Periodieke metingen zijn enkel vereist voor de periodes dat de<br />
stookinstallatie effectief gebruikt wordt. De werking van de stookinstallatie wordt in dit<br />
geval geregistreerd.<br />
Indien wegens onvoorziene omstandigheden de periodieke meting, vermeld in<br />
het eerste lid, niet kan uitgevoerd worden binnen de termijn, vermeld in artikel<br />
5.43.2.20 tot en met 5.43.2.22 en artikel 5.43.2.24, kan mits toestemming van de<br />
toezichthouder de periodieke meting uitgevoerd worden buiten deze termijn op een<br />
moment dat in overleg met de toezichthouder wordt vastgelegd.<br />
Art. 5.43.2.30. Voor stookinstallaties waarin biomassa wordt verbrand, geldt<br />
bijkomend het volgende:<br />
1° de toezichthouder wordt vooraf op de hoogte gebracht van de datum en de<br />
uitvoerder van periodieke metingen;<br />
2° de procedures, methodes en vast opgestelde apparatuur voor monsterneming en<br />
metingen worden goedgekeurd door een erkend laboratorium in de discipline lucht,<br />
vermeld in artikel 6, 5°, b), van het VLAREL. Die keuring gebeurt conform een code<br />
van goede praktijk en omvat ten minste een jaarlijkse beperkte keuring en een<br />
driejaarlijkse uitgebreide keuring met onder meer vergelijkende emissiemetingen<br />
overeenkomstig de referentiemethoden;<br />
3° voor continumetingen bezorgt de exploitant maandelijks het overzicht van de<br />
resultaten aan de toezichthouder. De resultaten van de metingen van dioxinen en<br />
furanen worden zo snel mogelijk en bij voorkeur binnen een maand na de uitvoering<br />
van de metingen bezorgd.<br />
Art. 5.43.2.31. In afwijking van hoofdstuk 4.4, voldoet de installatie aan de<br />
emissiegrenswaarden, vermeld in artikel 5.43.2.3 tot en met 5.43.2.14, indien de<br />
resultaten van alle meetcycli of van andere methoden die overeenkomstig artikel<br />
5.43.2.25 zijn bepaald, de voorgeschreven emissiegrenswaarden niet overschrijden<br />
en dit na verrekening van de nauwkeurigheid, vermeld in artikel 4.4.4.2, §5.<br />
Art. 5.43.2.32. Als het SO2-gehalte wordt berekend op basis van het zwavelgehalte<br />
van de brandstof, mag geen daggemiddelde de toepasselijke emissiegrenswaarde<br />
voor SO2, vermeld in artikel 5.43.2.3 tot en met 5.43.2.14, overschrijden en mag<br />
geen uurgemiddelde hoger liggen dan het dubbele van voormelde<br />
emissiegrenswaarde.<br />
Art. 5.43.2.33. Voor de evaluatie van de resultaten van de continue metingen geldt<br />
artikel 5.43.3.33 tot en met 5.43.3.37."<br />
130