ontwerpbesluit VLAREM-trein 2012 - Emis

ontwikkelingen op het gebied van de BBT een significante vermindering van de
emissies mogelijk maken.
4° een toetsing en hieruit volgend, indien noodzakelijk, een bijstelling van de
vergunningsvoorwaarden, vindt in ten minste de volgende gevallen plaats:
a) de door de installatie veroorzaakte verontreiniging is van dien aard dat de
bestaande emissiegrenswaarden in de vergunning moeten worden gewijzigd
of nieuwe emissiegrenswaarden moeten worden opgenomen;
b) de bedrijfsveiligheid van het proces of de activiteit vereist de toepassing van
andere technieken;
c) indien aan een nieuwe of herziene milieukwaliteitsnorm overeenkomstig artikel
30bis, §4, moet worden voldaan.".
Art. 16. In artikel 43 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse
Regering van 29 september 2000, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 1 wordt de zinsnede "de in de milieuvergunning opgelegde
bijzondere voorwaarden, de voor de inrichting geldende algemene of per
categorie van inrichtingen door de Vlaamse Regering in toepassing van artikel
20 van het decreet vastgestelde milieuvergunningsvoorwaarden" vervangen
door de woorden "de algemene, sectorale en bijzondere milieuvoorwaarden";
2° er wordt een paragraaf 3 toegevoegd, die luidt als volgt:
"§3. De exploitant van een GPBV-installatie of een inrichting, vermeld in rubriek 59
van de indelingslijst, stelt de toezichthouder onmiddellijk op de hoogte als één van de
volgende milieuvoorwaarden is geschonden:
1° een milieuvoorwaarde inzake geïntegreerde preventie en bestrijding van
verontreiniging;
2° een milieuvoorwaarde inzake voorkoming of beperking van emissies in lucht,
water en bodem;
3° een milieuvoorwaarde inzake voorkoming van het ontstaan van afvalstoffen.
De exploitant treft de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat op een zo
kort mogelijke termijn weer aan de milieuvoorwaarden, vermeld in het eerste lid,
wordt voldaan.".
Art. 17. Artikel 43bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het het besluit van de
Vlaamse Regering van 12 januari 1999 en gewijzigd bij het het besluit van de
Vlaamse Regering van 24 april 2009, wordt opgeheven.
Art. 18. Artikel 43ter van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het het besluit van de
Vlaamse Regering van 12 januari 1999 en gewijzigd bij het het besluit van de
Vlaamse Regering van 24 april 2009, wordt vervangen door wat volgt:
"Art. 43ter. Een GPBV-installatie wordt als volgt geëxploiteerd:
1° alle passende preventieve maatregelen tegen verontreiniging worden
getroffen;
1°bis de BBT worden toegepast;
2° geen significante verontreiniging wordt veroorzaakt;
16