30.09.2013 Views

De ondertoezichtstelling. Een beschrijving van het wettelijk kader

De ondertoezichtstelling. Een beschrijving van het wettelijk kader

De ondertoezichtstelling. Een beschrijving van het wettelijk kader

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

duur kan telkens met maximaal één jaar worden verlengd<br />

(artikel 256). <strong>De</strong> OTS eindigt automatisch op <strong>het</strong> moment<br />

dat de jeugdige meerderjarig wordt (doorgaans met 18<br />

jaar).<br />

<strong>Een</strong> verlengingsverzoek wordt normaal gesproken door<br />

BJZ gedaan. Daarnaast mogen ook de ouder (met<br />

en zonder gezag), de voogd en opvoeder/verzorger<br />

verzoeken om verlenging. Zie voor de procedure die voor<br />

de verlenging moet worden gevolgd hoofdstuk 13.<br />

4.3.2 Besluit om geen verlengingsverzoek voor de<br />

OTS in te dienen<br />

Vindt BJZ dat niet langer aan de gronden voor de<br />

OTS is voldaan, dan zal BJZ besluiten om geen<br />

verlengingsverzoek in te dienen voor de oTS. Als<br />

BJZ besluit om géén verzoek tot verlenging <strong>van</strong> de<br />

OTS in te dienen, moet BJZ de Raad in <strong>het</strong> <strong>kader</strong> <strong>van</strong><br />

de toetsende taak acht weken vóór <strong>het</strong> verstrijken <strong>van</strong><br />

de termijn daar<strong>van</strong> mededeling doen (artikel 256 en<br />

afstemmingsprotocol met de Raad). Is de Raad <strong>van</strong><br />

mening dat de OTS wel verlengd zou moeten worden,<br />

dan kan de raad alsnog zelf een verlengingsverzoek<br />

indienen (§ 5.7).<br />

4.3.3 Tussentijdse opheffing <strong>van</strong> de OTS<br />

<strong>De</strong> kinderrechter kan op verzoek een oTS tussentijds<br />

opheffen als tijdens de looptijd <strong>van</strong> de oTS blijkt dat de<br />

gronden voor de oTS niet langer bestaan. Dit betekent<br />

dat moet worden aangetoond dat de jeugdige niet langer<br />

ernstig bedreigd wordt in zijn ontwikkeling of dat hulp in<br />

<strong>het</strong> vrijwillig <strong>kader</strong> inmiddels toereikend is.<br />

In de praktijk komt <strong>het</strong> voor dat BJZ geen<br />

mogelijkheden meer ziet om een bepaalde OTS uit<br />

te voeren. Te denken valt aan de situatie dat ouders<br />

alle medewerking weigeren, terwijl er wel zorgen<br />

zijn maar onvoldoende concrete argumenten zijn om<br />

de kinderen uit huis te plaatsen. Zolang de gronden<br />

voor de OTS nog bestaan, is <strong>het</strong> dan niet mogelijk<br />

om opheffing <strong>van</strong> de OTS te vragen. Het enige waar<br />

naar gekeken kan worden is of de OTS wellicht aan<br />

een ander BJZ kan worden overgedragen (zie § 5.8).<br />

BJZ, de ouder met gezag (of voogd) en de minderjarige<br />

<strong>van</strong> 12 jaar en ouder kunnen om de tussentijdse opheffing<br />

verzoeken (artikel 256).<br />

4.4 <strong>De</strong> voorlopige <strong>ondertoezichtstelling</strong><br />

(artikel 255)<br />

<strong>De</strong> kinderrechter kan een jeugdige voorlopig onder<br />

toezicht stellen als dit dringend en onmiddellijk noodzakelijk<br />

is. <strong>De</strong> voorlopige oTS (VOTS) kan alleen<br />

worden uitgesproken als er ook een verzoek tot<br />

(reguliere) <strong>ondertoezichtstelling</strong> (meestal door de Raad)<br />

is ingediend. <strong>De</strong> voorlopige <strong>ondertoezichtstelling</strong> kan<br />

worden uitgesproken, zonder dat de ouders, de jeugdige<br />

en andere belanghebbenden vooraf zijn gehoord door<br />

G RO N D, D O EL EN D u u R Va N D E O N D ERTO E ZICHTSTELLI N G<br />

D E O N D ERTO E ZICHTSTELLI N G<br />

22<br />

de kinderrechter. Dit is alleen mogelijk als de jeugdige<br />

onmiddellijk en ernstig gevaar zou lopen als <strong>het</strong> verhoor<br />

zou worden afgewacht (artikel 800 lid 3 en 809 lid 3<br />

Rv). <strong>De</strong> kinderrechter moet de betrokkenen dan alsnog<br />

binnen twee weken horen. Gebeurt dit niet, dan vervalt<br />

de beschikking. <strong>Een</strong> VoTS duurt maximaal drie maanden<br />

en belanghebbenden kunnen niet in hoger beroep tegen<br />

de beslissing. Wordt gelijktijdig met <strong>het</strong> uitspreken <strong>van</strong> de<br />

VOTS ook een machtiging tot uithuisplaatsing afgegeven,<br />

dan is tegen die machtiging wel hoger beroep mogelijk (§<br />

9.5 en § 9.9).

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!