De ondertoezichtstelling. Een beschrijving van het wettelijk kader

elasten. Iedereen die bevoegd is de voogdij uit te
oefenen, kan de rechtbank vragen hem met de voogdij
te belasten (artikel 275). In de praktijk wordt na een
ontheffing of ontzetting vrijwel altijd BJZ tot voogd
benoemd (artikel 302). Soms wordt de voogdij na
ontheffing of ontzetting aan pleegouders toegewezen.
Wordt een van de ouders ontheven of ontzet, dan heeft
in het geval van gezamenlijk gezag de andere ouder
daarna alleen het gezag. Wordt de ouder die alleen
het gezag heeft ontheven, dan heeft de andere ouder
(zonder gezag) de mogelijkheid een verzoek in te dienen
met het gezag te worden belast (artikel 274).
Deze andere ouder heeft voorrang boven eventuele
andere personen die de voogdij wensen uit te
oefenen. Het verzoek van deze ouder wordt alleen
afgewezen als duidelijk is dat toewijzing in strijd met
de belangen van het kind is.
ook als de ouder met een nieuwe partner het gezag
uitoefent, dan krijgt bij ontheffing/ontzetting van deze
ouder de andere ouder (zonder gezag) de mogelijkheid
een verzoek in te dienen om met het gezag te worden
belast.
12.4 Herstel in het gezag na ontheffing/ontzetting
De ontheffing of ontzetting is voor onbepaalde tijd, maar
is niet onherroepelijk. Een ontheven of ontzette ouder
kan de rechtbank vragen hem in het gezag te herstellen.
Ook de Raad kan dit verzoeken (artikel 277 en 278). De
rechtbank wijst het verzoek alleen toe als de rechtbank
ervan overtuigd is dat het kind weer aan de ouder mag
worden toevertrouwd. Het zal van de omstandigheden
van het geval afhangen of een verzoek tot herstel enige
kans van slagen heeft.
Zowel de Raad als de ouder(s) kunnen eerst vragen
om een zogenoemd ‘proefherstel’. Dit betekent dat de
rechtbank de behandeling van het verzoek tot herstel in
het gezag voor maximaal zes maanden aanhoudt. In die
periode verblijft het kind dan tijdelijk bij de te herstellen
ouder. Het verloop van het proefherstel zal van invloed
zijn op de beslissing van de rechter over het herstel in
het gezag. Gaat het tijdens de proeftijd niet goed, dan
kan de rechtbank deze proefperiode op ieder moment
beëindigen.
V ER D ERSTREk k EN D E M a aT R EG ELEN: O NTHEFFI N G O F O NTZET TING
D E O N D ERTO E ZICHTSTELLI N G
55