30.09.2013 Views

De ondertoezichtstelling. Een beschrijving van het wettelijk kader

De ondertoezichtstelling. Een beschrijving van het wettelijk kader

De ondertoezichtstelling. Een beschrijving van het wettelijk kader

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>ondertoezichtstelling</strong> (artikel 256 lid 3);<br />

2. <strong>het</strong> niet vragen <strong>van</strong> een verlenging <strong>van</strong> de machtiging<br />

tot uithuisplaatsing (artikel 262 lid 3);<br />

3. <strong>het</strong> beëindigen <strong>van</strong> een uithuisplaatsing (artikel 263).<br />

Om deze taak uit te kunnen voeren, moet BJZ de Raad<br />

tijdig op de hoogte stellen <strong>van</strong> dergelijke besluiten.<br />

BJZ moet in elk geval <strong>het</strong> hulpverleningsplan en <strong>het</strong><br />

evaluatieverslag <strong>van</strong> de oTS en <strong>van</strong> de eventuele<br />

uithuisplaatsing meesturen. <strong>De</strong> raad zal zich in eerste<br />

instantie baseren op de informatie <strong>van</strong> BJZ, maar kan<br />

ook een eigen onderzoek instellen. Is de raad <strong>het</strong> niet<br />

eens met de beslissing <strong>van</strong> BJZ, dan zal hierover overleg<br />

met BJZ plaatsvinden. Blijven zowel de raad als BJZ<br />

bij hun standpunt, dan kan de Raad besluiten zelf een<br />

verzoek tot verlenging <strong>van</strong> de oTS of de machtiging tot<br />

uithuisplaatsing in te dienen. Als de kinderrechter een<br />

machtiging tot uithuisplaatsing verleent op verzoek <strong>van</strong><br />

de Raad, is BJZ gedwongen deze uit te voeren, tenzij de<br />

raad ermee akkoord gaat dat deze niet wordt gebruikt<br />

(artikel 261 lid 4). BJZ wordt dus verantwoordelijk voor<br />

de uitvoering <strong>van</strong> een rechterlijke beslissing waar BJZ<br />

zelf niet achterstaat. BJZ kan dan eventueel in hoger<br />

beroep (§ 13.3) of kan een verzoek tot ver<strong>van</strong>ging door<br />

een ander Bureau Jeugdzorg indienen (§ 5.8).<br />

<strong>De</strong> Raad heeft de toetsende taak de afgelopen jaren<br />

niet altijd uitgevoerd. Recent zijn afspraken gemaakt<br />

tussen de Raad en de bureaus jeugdzorg om deze<br />

toetsende taak opnieuw vorm te geven.<br />

5.8 Ver<strong>van</strong>ging door een ander BJZ<br />

Het BJZ dat is belast met de uitvoering <strong>van</strong> de OTS, kan<br />

worden ver<strong>van</strong>gen door een ander BJZ (artikel 254 lid 5).<br />

Het verzoek kan bij de kinderrechter worden ingediend<br />

door BJZ zelf, door de gezagsouder en de jeugdige <strong>van</strong>af<br />

12 jaar. <strong>De</strong> Raad is bevoegd <strong>het</strong> verzoek in te dienen,<br />

als BJZ een uithuisplaatsing wil beëindigen en de Raad<br />

<strong>van</strong> oordeel is dat dit onwenselijk is. Wijst de rechter <strong>het</strong><br />

verzoek tot ver<strong>van</strong>ging <strong>van</strong> BJZ toe, dan wordt de OTS<br />

overgedragen naar een BJZ in een andere provincie.<br />

Op grond <strong>van</strong> <strong>het</strong> landelijk geldende Protocol externe<br />

overdracht <strong>ondertoezichtstelling</strong> <strong>van</strong> de MOgroep<br />

moet BJZ in elk geval een verzoek tot ver<strong>van</strong>ging<br />

indienen als:<br />

1 de jeugdige met de verzorgende ouder(s) met<br />

gezag verhuist naar een andere provincie;<br />

2 de jeugdige duurzaam in een andere provincie<br />

verblijft (in elk geval na meer dan 1,5 jaar),<br />

bijvoorbeeld als gevolg <strong>van</strong> een pleeggezinplaatsing;<br />

3 BJZ vindt dat er geen mogelijkheden meer zijn om<br />

de OTS uit te voeren, terwijl beëindiging <strong>van</strong> de<br />

OTS onverantwoord is.<br />

Alleen als er in bovengenoemde situaties, gezien <strong>het</strong><br />

belang <strong>van</strong> continuïteit <strong>van</strong> de hulpverlening, ernstige<br />

bezwaren tegen (onmiddellijke) overdracht <strong>van</strong> de<br />

WAT IS D E TA A K VA N B JZ?<br />

D E O N D ERTO E ZICHTSTELLI N G<br />

26<br />

OTS zijn, kan volgens <strong>het</strong> protocol <strong>van</strong> overdracht<br />

worden afgezien. Dit moet periodiek worden<br />

geëvalueerd.<br />

5.9 Uitvoering OTs door een landelijk werkende<br />

instelling<br />

Sinds de inwerkingtreding <strong>van</strong> de Wet op de jeugdzorg<br />

in 2005 kan de OTS alleen nog worden uitgevoerd door<br />

BJZ en voor alleenstaande minderjarige asielzoekers<br />

door NIDoS. <strong>De</strong> voormalige landelijk werkende<br />

gezinsvoogdij-instellingen, zoals de William Schrikker<br />

Groep, <strong>het</strong> Leger des Heils en SGJ, hebben geen<br />

<strong>wettelijk</strong>e taak meer ten aanzien <strong>van</strong> de oTS. Het werd<br />

(o.a. <strong>van</strong>uit de politiek) echter vooralsnog onwenselijk<br />

geacht om deze instellingen op te heffen. Voorlopig<br />

geldt daarom een zogenaamde ‘mandateringsregeling’<br />

tussen de bureaus jeugdzorg en deze landelijk werkende<br />

instellingen. Als een gezin binnen de doelgroep <strong>van</strong> een<br />

landelijk werkende instelling valt, kan BJZ besluiten de<br />

uitvoering <strong>van</strong> de oTS op te dragen aan deze instelling.<br />

Het is een besluit <strong>van</strong> BJZ (en dus niet <strong>van</strong> de raad of<br />

de kinderrechter) en de OTS blijft formeel toegewezen<br />

aan BJZ. <strong>De</strong> landelijk werkende instelling wordt dan<br />

verantwoordelijk voor de uitvoering <strong>van</strong> de maatregel.<br />

Als er indicatiebesluiten ter uitvoering <strong>van</strong> de oTS<br />

moeten worden genomen, moet dat nog wel door BJZ<br />

worden gedaan.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!