30.09.2013 Views

De ondertoezichtstelling. Een beschrijving van het wettelijk kader

De ondertoezichtstelling. Een beschrijving van het wettelijk kader

De ondertoezichtstelling. Een beschrijving van het wettelijk kader

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

dit verzoek nemen. Besluit BJZ <strong>het</strong> verzoek af te wijzen,<br />

oftewel om <strong>het</strong> kind toch thuis te plaatsen, dan kunnen de<br />

betrokkenen daartegen in beroep bij de kinderrechter. Zo<br />

kan <strong>het</strong> beëindigingsbesluit <strong>van</strong> BJZ dus (indirect) alsnog<br />

worden getoetst door de kinderrechter. Het is belangrijk<br />

dat BJZ de betrokkenen wijst op de mogelijkheid deze<br />

procedure te starten.<br />

Van deze optie wordt met name door pleegouders nog<br />

wel eens gebruik gemaakt, omdat de thuisplaatsing een<br />

inbreuk op hun family life (§ 2.2.1) met <strong>het</strong> pleegkind kan<br />

betekenen.<br />

9.9 Wat kunnen belanghebbenden doen als zij<br />

<strong>het</strong> niet eens zijn met uithuisplaatsing<br />

9.9.1 In hoger beroep tegen de machtiging<br />

Zijn belanghebbenden <strong>het</strong> niet eens met de machtiging<br />

tot uithuisplaatsing, dan kunnen zij daartegen met behulp<br />

<strong>van</strong> een advocaat in hoger beroep bij <strong>het</strong> Gerechtshof.<br />

ook BJZ kan tegen de beslissing <strong>van</strong> de kinderrechter<br />

tot (gedeeltelijke) afwijzing <strong>van</strong> de machtiging tot<br />

uithuisplaatsing in beroep. <strong>De</strong> machtiging zoals deze is<br />

afgegeven door de kinderrechter kan tijdens de looptijd<br />

<strong>van</strong> <strong>het</strong> hoger beroep in principe wel gewoon door BJZ<br />

worden gebruikt. Zie over hoger beroep § 13.3.<br />

9.9.2 Verzoek aan BJZ m.b.t. de machtiging<br />

(beëindiging/afzien <strong>van</strong> overplaatsing)<br />

Loopt de machtiging al enige tijd, dan kunnen de jeugdige<br />

<strong>van</strong>af 12 jaar, de gezagsouder(s) en de pleegouder(s)<br />

BJZ verzoeken om wegens ‘gewijzigde omstandigheden’<br />

(artikel 263 lid 2):<br />

1. de uithuisplaatsing te beëindigen;<br />

2. de duur <strong>van</strong> de uithuisplaatsing te bekorten;<br />

3. af te zien <strong>van</strong> een ‘krachtens de machtiging<br />

toegestane wijziging <strong>van</strong> de verblijfplaats’, waaronder<br />

een overplaatsing en ook de thuisplaatsing bij de<br />

ouder met gezag valt.<br />

Het gaat in dit derde geval om de situatie dat BJZ <strong>van</strong><br />

plan is om een jeugdige over te plaatsen (§9.4.6) of<br />

thuis te plaatsen (§9.8). Zijn belanghebbenden <strong>het</strong><br />

met deze overplaatsing of thuisplaatsing niet eens,<br />

dan kunnen zij BJZ verzoek om hier<strong>van</strong> af te zien.<br />

Het moet gaan om een ‘krachtens de machtiging<br />

toegestane wijziging <strong>van</strong> de verblijfplaats’. Dat wil<br />

zeggen dat de door BJZ voorgenomen overplaatsing<br />

<strong>van</strong> <strong>het</strong> kind mogelijk is binnen de bestaande<br />

machtiging en <strong>het</strong> bijbehorende indicatiebesluit. Stel<br />

dat BJZ een jeugdige <strong>van</strong> de ene pleegouder naar<br />

een andere pleegouder wil overplaatsen. BJZ heeft<br />

daarvoor geen nieuwe machtiging nodig, maar kan<br />

dit doen binnen de bestaande machtiging die strekt<br />

tot ‘verblijf bij een pleegouder’. Besluit BJZ tot een<br />

dergelijke overplaatsing, dan kunnen bovengenoemde<br />

uITHuISpL a aTSING I N EEN O pEN aCCOMMODaTIE<br />

D E O N D ERTO E ZICHTSTELLI N G<br />

45<br />

belanghebbenden een verzoek indienen om af te<br />

zien <strong>van</strong> deze overplaatsing. Ook een thuisplaatsing<br />

bij de ouder met gezag valt volgens de wet onder de<br />

‘krachtens de machtiging toegestane wijziging <strong>van</strong> de<br />

verblijfplaats’.<br />

<strong>De</strong>gene die <strong>het</strong> verzoek doet moet ‘gewijzigde<br />

omstandigheden’ aanvoeren. Dat wil zeggen dat nieuwe<br />

omstandigheden moeten worden aangedragen die<br />

maken dat de machtiging niet langer gebruikt zou moeten<br />

worden. BJZ moet binnen twee weken een beslissing<br />

nemen op <strong>het</strong> verzoek m.b.t. de uithuisplaatsing,<br />

waarna voor de betrokkenen beroep openstaat bij de<br />

kinderrechter. Voor <strong>het</strong> beroep gelden dezelfde vereisten<br />

en dezelfde procedure als voor een beroep tegen een<br />

schriftelijke aanwijzing. Zie voor de procedure daarom §<br />

7.3. <strong>De</strong> kinderrechter kan beslissen de machtiging (geheel<br />

of gedeeltelijk) in te trekken of de duur er<strong>van</strong> te bekorten<br />

(artikel 263 lid 4). Gaat <strong>het</strong> om een beroep in verband<br />

met een thuisplaatsing, dan heeft de kinderrechter ook<br />

de mogelijkheid om de beslissing tot thuisplaatsing te<br />

vernietigen.<br />

Dit heeft de Hoge Raad in 2000 geoordeeld naar<br />

aanleiding <strong>van</strong> een zaak die door pleegouders was<br />

aangespannen. BJZ was <strong>van</strong> plan om een kind weer<br />

thuis te plaatsen bij de ouder met gezag. Pleegouders<br />

hadden BJZ gevraagd om hier<strong>van</strong> af te zien. BJZ bleef<br />

bij <strong>het</strong> standpunt dat thuisplaatsing wenselijk was en<br />

had <strong>het</strong> verzoek <strong>van</strong> de pleegouders afgewezen. <strong>De</strong><br />

kinderrechter had volgens de Hoge raad de bevoegdheid<br />

om de thuisplaatsingsbeslissing <strong>van</strong> BJZ te vernietigen,<br />

ook al biedt de wet die mogelijkheid niet expliciet. Dit had<br />

tot gevolg dat BJZ <strong>het</strong> kind niet terug naar huis mocht<br />

laten gaan.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!