Richtlijn Coeliakie en Dermatitis Herpetiformis - Nederlandse ...
Richtlijn Coeliakie en Dermatitis Herpetiformis - Nederlandse ...
Richtlijn Coeliakie en Dermatitis Herpetiformis - Nederlandse ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
espectievelijk 47,7 lev<strong>en</strong>de geboortes per 1.000 persoonjar<strong>en</strong>; rate ratio is 1,01 [95%<br />
betrouwbaarheidsinterval: 0.90-1,14]), maar dat vrouw<strong>en</strong> met coeliakie kinder<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> op<br />
e<strong>en</strong> oudere leeftijd. Mogelijk dat dit laatste e<strong>en</strong> gevolg is van de onderligg<strong>en</strong>de coeliakie,<br />
maar het zou ook kunn<strong>en</strong> zijn dat e<strong>en</strong> <strong>en</strong> ander consist<strong>en</strong>t is met socio-economische<br />
factor<strong>en</strong>. Rec<strong>en</strong>t stelde Sheiner et al (2005) dat er bij coeliakie meer intra-uteri<strong>en</strong>e<br />
groeivertraging voorkomt. De auteurs m<strong>en</strong><strong>en</strong> dat bij e<strong>en</strong> achterstand in groei tijd<strong>en</strong>s de<br />
zwangerschap ruimhartig gescre<strong>en</strong>d moet word<strong>en</strong> op coeliakie. Rec<strong>en</strong>t liet<strong>en</strong> Bustos et al<br />
(2006) zi<strong>en</strong> dat vrouw<strong>en</strong> met recidiver<strong>en</strong>de (t<strong>en</strong>minste drie abortuss<strong>en</strong>) abortus in het eerste<br />
trimester vaak meer auto-immuunf<strong>en</strong>om<strong>en</strong><strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. Zij adviser<strong>en</strong> om bij deze subgroep<br />
antistoff<strong>en</strong> op coeliakie te bepal<strong>en</strong>. Greco liet in 2004 zi<strong>en</strong> dat ongediagnosticeerde coeliakie<br />
in gelijke perc<strong>en</strong>tages voorkomt tijd<strong>en</strong>s de zwangerschap als daarbuit<strong>en</strong>, maar niet<br />
sam<strong>en</strong>hangt met e<strong>en</strong> ongunstige uitkomst van de zwangerschap.<br />
Conclusie<br />
niveau 2<br />
De risico´s van complicaties tijd<strong>en</strong>s de zwangerschap bij coeliakie lijk<strong>en</strong> in<br />
algem<strong>en</strong>e zin niet hoger te ligg<strong>en</strong> dan die van de controlepopulatie.<br />
Opvall<strong>en</strong>d is echter wel dat vrouw<strong>en</strong> met coeliakie vaak kinder<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> op<br />
oudere leeftijd <strong>en</strong> hierdoor meer risico´s lop<strong>en</strong>.<br />
B Greco (2004), Tata (2005)<br />
Overige overweging<strong>en</strong><br />
In het verled<strong>en</strong> is er waarschijnlijk e<strong>en</strong> overrapportage geweest van problem<strong>en</strong> van<br />
infertiliteit <strong>en</strong> recidiver<strong>en</strong>de abortus bij vrouw<strong>en</strong> met coeliakie, gebaseerd op case-reports.<br />
Gaandeweg neemt de kwaliteit van de literatuur toe, met name doordat meer prospectief<br />
onderzoek verricht wordt. Hierbij valt op dat de risico´s veel lager zijn.<br />
Trias van ondervoeding: diarree, bloedarmoede, gewichtsverlies<br />
<strong>Coeliakie</strong> wordt al langer in verband gebracht met ziekt<strong>en</strong> voortkom<strong>en</strong>d uit deficiënties. De<br />
klassieke trias van ondervoeding bij coeliakie wordt in Nederland steeds minder gezi<strong>en</strong>.<br />
De meeste studies over ondervoeding zijn uitgevoerd bij patiënt<strong>en</strong> met symptomatische<br />
coeliakie (Pietzak 2005; Vaarala 2004; Lee 2006; Bernstein 2003) Om e<strong>en</strong> oordeel te gev<strong>en</strong><br />
over de risico’s bij niet herk<strong>en</strong>de coeliakiepatiënt<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> afgeleide parameters moet<strong>en</strong><br />
word<strong>en</strong> gezocht die e<strong>en</strong> indruk kunn<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> over de risico’s die zulk e<strong>en</strong> individu loopt. Op<br />
theoretische grond<strong>en</strong> zijn bijvoorbeeld e<strong>en</strong> lagere botdichtheid (zie eerder) <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
subnormale voedingstoestand te verwacht<strong>en</strong> (Pietzak 2005). De BMI <strong>en</strong> de voedingstoestand<br />
lijk<strong>en</strong> negatief beïnvloed te word<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> symptomatische coeliakie (Kastin 2002).<br />
Zo laat Kastin (2002) in e<strong>en</strong> review verschill<strong>en</strong>de ziekt<strong>en</strong> de revue passer<strong>en</strong> <strong>en</strong> concludeert<br />
dat de kwaliteit van lev<strong>en</strong> correleert met de mate van remissie van deze aando<strong>en</strong>ing.<br />
Aanbeveling<br />
Het risico op e<strong>en</strong> lymfoom is te laag om coeliakiepatiënt<strong>en</strong> hierop te scre<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />
Bij patiënt<strong>en</strong> met onbegrep<strong>en</strong> bloedarmoede, recidiver<strong>en</strong>de abortus <strong>en</strong> de trias van<br />
ondervoeding di<strong>en</strong>t de clinicus bedacht te zijn op e<strong>en</strong> mogelijke sam<strong>en</strong>hang met coeliakie.<br />
<strong>Richtlijn</strong> <strong>Coeliakie</strong> <strong>en</strong> <strong>Dermatitis</strong> <strong>Herpetiformis</strong>, 2008 39