Richtlijn Coeliakie en Dermatitis Herpetiformis - Nederlandse ...
Richtlijn Coeliakie en Dermatitis Herpetiformis - Nederlandse ...
Richtlijn Coeliakie en Dermatitis Herpetiformis - Nederlandse ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
tests gebruikt voor het opspor<strong>en</strong> van de ziekte <strong>en</strong> de studie design. Het gebruik<strong>en</strong> van de<br />
EMA-test als scre<strong>en</strong>ingsmethode kan lichtere vorm<strong>en</strong> van <strong>en</strong>teropathie miss<strong>en</strong>. Dat kan<br />
verklar<strong>en</strong> waarom de hoogste preval<strong>en</strong>ties zijn gevond<strong>en</strong> in de studies waarin alle<br />
participer<strong>en</strong>de familieled<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> gebiopteerd.<br />
HLA-DQ2/DQ8 typering lijkt bruikbaar bij de diagnostiek van coeliakie, met e<strong>en</strong> hoge<br />
s<strong>en</strong>sitiviteit (>95%). Echter, omdat familieled<strong>en</strong> van patiënt<strong>en</strong> met coeliakie e<strong>en</strong> hogere<br />
frequ<strong>en</strong>tie van deze HLA-markers hebb<strong>en</strong> dan de algem<strong>en</strong>e populatie (ruim 40%) is de<br />
specificiteit hiervan verre van ideaal. Het grootste voordeel van HLA-typering bij de<br />
id<strong>en</strong>tificatie van de ziekte bij familieled<strong>en</strong> van coeliakiepatiënt<strong>en</strong> is de grote negatieve<br />
voorspell<strong>en</strong>de waarde. Bij afwezigheid van HLA-DQ2 <strong>en</strong> -DQ8 is de kans op het krijg<strong>en</strong> van<br />
coeliakie zeer gering (zie paragraaf ‘Serologische diagnostiek’).<br />
Conclusie<br />
Niveau 4<br />
In de literatuur is ge<strong>en</strong> informatie beschikbaar over de preval<strong>en</strong>tie van<br />
symptomatische versus symptoomarme coeliakie bij familieled<strong>en</strong> van<br />
patiënt<strong>en</strong> met (a)symptomatische coeliakie. Er is ge<strong>en</strong> informatie te vind<strong>en</strong><br />
over de consequ<strong>en</strong>ties van het opspor<strong>en</strong> van coeliakie bij familieled<strong>en</strong> van<br />
coeliakiepatiënt<strong>en</strong>.<br />
D<br />
m<strong>en</strong>ing werkgroep<br />
Overige overweging<strong>en</strong><br />
In verband met de hoge preval<strong>en</strong>tie van de ziekte (3-20%) bestaat bij eerstegraads <strong>en</strong> bij<br />
tweedegraads familieled<strong>en</strong> van coeliakiepatiënt<strong>en</strong> e<strong>en</strong> indicatie voor het opspor<strong>en</strong> van de<br />
ziekte (Mearin 1999).<br />
Het is echter niet bek<strong>en</strong>d hoe frequ<strong>en</strong>t serologische scre<strong>en</strong>ing bij deze groep<strong>en</strong> moet word<strong>en</strong><br />
herhaald.<br />
Omdat het natuurlijke beloop van coeliakie niet volledig bek<strong>en</strong>d is, is het niet zeker of<br />
familieled<strong>en</strong> met coeliakie opgespoord door scre<strong>en</strong>ing dezelfde complicaties krijg<strong>en</strong> als de<br />
patiënt<strong>en</strong> met klinisch gediagnosticeerde coeliakie.<br />
Aanbeveling<strong>en</strong><br />
−<br />
−<br />
−<br />
−<br />
Bij klinisch vermoed<strong>en</strong> van de ziekte bij e<strong>en</strong> familielid van e<strong>en</strong> coeliakiepatiënt moet<br />
e<strong>en</strong> dunnedarmbiopsie word<strong>en</strong> verricht ongeacht de uitslag van het serologisch<br />
onderzoek.<br />
Bij familieled<strong>en</strong> van coeliakiepatiënt<strong>en</strong> wordt aanbevol<strong>en</strong> onderzoek op coeliakie te<br />
lat<strong>en</strong> verricht<strong>en</strong> door kinder- of MDL-arts of in coeliakie geïnteresseerde internist. Het<br />
wordt geadviseerd te scre<strong>en</strong><strong>en</strong> op predispositie voor de ziekte door het typer<strong>en</strong> van de<br />
HLA-DQ molecul<strong>en</strong>.<br />
Bij afwezigheid van HLA-DQ2-<strong>en</strong>/of –DQ8 lijkt verder onderzoek niet geïndiceerd.<br />
Bij aanwezigheid van HLA-DQ2 <strong>en</strong>/of –DQ8 wordt serologisch onderzoek verricht.<br />
Positiviteit voor EMA <strong>en</strong> tTGA vereist histologisch onderzoek<br />
Literatuur<br />
• Book L, Zone JJ, Neuhaus<strong>en</strong> SL. Preval<strong>en</strong>ce of celiac disease among relatives of sib pairs with<br />
celiac disease in U.S. families. Am J Gastro<strong>en</strong>terol 2003;98:377-81,<br />
<strong>Richtlijn</strong> <strong>Coeliakie</strong> <strong>en</strong> <strong>Dermatitis</strong> <strong>Herpetiformis</strong>, 2008 45