TuinbouwTopTalent - Productschap Tuinbouw
TuinbouwTopTalent - Productschap Tuinbouw
TuinbouwTopTalent - Productschap Tuinbouw
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong><strong>Tuinbouw</strong>TopTalent</strong><br />
OPLEIDEN: EEN ONDERNEMERSZAAK<br />
november 2010<br />
PT projectnummer: 13655<br />
Status: DEFINITIEF<br />
Projectleiding:<br />
Stichting CropEye<br />
Postbus 184<br />
2665 ZK Bleiswijk<br />
Projectleider: Dr. Daan Kuiper<br />
E : daan.kuiper@cropeye.com<br />
T: 06 51216159<br />
Dit onderzoek is financieel ondersteund door het <strong>Productschap</strong> <strong>Tuinbouw</strong> en het Fonds<br />
Stichting Colland Arbeidsmarktbeleid.
AMBASSADEURS VAN TUINBOUWTOPTALENT<br />
Berg Product Systems BV, Burg. Crezeelaan 42a, 2678 KZ De Lier<br />
Contactpersoon: Bas Lagerwerf<br />
Interpolis, Louis Braillelaan 100, 2719 EK Zoetermeer<br />
Contactpersoon: Willem Snoeker<br />
LTO Groeiservice, Postbus 183, 2665 ZK Bleiswijk<br />
Contactpersoon: Geert van Oosterhout<br />
Bunnik Plants, Albert van het Hartweg 64, 2665 MJ Bleiswijk<br />
Contactpersoon: Danny Fiere<br />
Lans, Maasambacht 2B, 2676 CW Maasdijk<br />
Contactpersoon: Wilko Wisse<br />
DLV Plant, Postbus 7001, 6700 CA Wageningen<br />
Contactpersoon: Jacco van der Wekken<br />
Flora Holland, Postbus 1000, 1430 BA Aalsmeer<br />
Contactpersoon: Frank van den Hoek<br />
Grow Technology, Duikerweg 7A, 5145 NV Waalwijk<br />
Contactpersoon: Antony Brouwers<br />
Koppert BV, Postbus 155, 2650 AD Berkel en Rodenrijs<br />
Contactpersoon: Peter Maes<br />
Lucel Horticulture BV, Postbus 10004, 5000 JA Tilburg<br />
Contactpersoon: Stef Schreuder<br />
PTC + , Postbus 64, 3770 AB Barneveld<br />
Contactpersoon: Jenny van de Bovenkamp<br />
Rabobank Westland, Postbus 9, 2670 AA Naaldwijk<br />
Contactpersoon: Ruud Paauwe<br />
<strong><strong>Tuinbouw</strong>TopTalent</strong> 2
INHOUDSOPGAVE<br />
blz:<br />
Ambassadeurs 2<br />
Verantwoording 4<br />
Leidraad 5<br />
1. Samenvatting 6<br />
2. Aanleiding van dit project 8<br />
2.1. Situatieschets 8<br />
2.2. Reden subsidieaanvraag bij PT 10<br />
2.3. Subsidietoewijzing PT 11<br />
3. Het fenomeen <strong><strong>Tuinbouw</strong>TopTalent</strong> 12<br />
3.1. Het begin van een innovatie; aanleiding en idee 12<br />
4. Het concept <strong><strong>Tuinbouw</strong>TopTalent</strong> 14<br />
4.1. Ambitie van TTT 14<br />
4.2. Doelen van TTT 15<br />
4.3. Kenmerken TTT 16<br />
4.4. Beoogde aanpak van TTT 16<br />
4.5. Producten TTT 16<br />
5. De markttoets 17<br />
5.1. Marktonderzoek 17<br />
5.1.1. Opzet 17<br />
5.1.2. Resultaat 19<br />
6. Professionalisering van <strong><strong>Tuinbouw</strong>TopTalent</strong> 21<br />
6.1. TTT als organisatie 21<br />
6.2. Communicatieplan 22<br />
6.3. E-learning 22<br />
7. Het leerhuis 24<br />
7.1. De achtergrond 24<br />
7.2. De weg er naar toe 24<br />
7.2.1. De productiegroep 25<br />
7.2.2. De toeleveranciersgroep 27<br />
7.3. Filosofie en opzet 28<br />
7.3.1. Basis 28<br />
7.3.2. Blok-1, ondernemerschap en very best practice 29<br />
7.3.3. Blok-2, expertises en “leren leren” 30<br />
7.3.4. Blok-3, individuele competenties 31<br />
7.3.5. Blok-4, business case 32<br />
<strong><strong>Tuinbouw</strong>TopTalent</strong> 3
7.4. Organisatie en structuur 33<br />
7.4.1. Procesflow 33<br />
7.4.2. Begeleiding 36<br />
7.5. Continue EVC 39<br />
7.5.1. Realtime portfolio 41<br />
7.5.2. Coaches 43<br />
7.5.3. Traject 43<br />
7.6. Kosten 50<br />
7.7. Diversen 50<br />
7.7.1. Coaching 50<br />
7.7.2. Leermiddelen 51<br />
8. De modules 52<br />
8.1. Filosofie en opzet 52<br />
8.2. Organisatie en structuur 54<br />
8.3. Intakegesprekken 55<br />
8.4. Evaluatie 59<br />
9. Workshopserie “Scholing & arbeid” 60<br />
9.1. De rode draad 60<br />
9.2. Voornaamste uitkomsten 61<br />
9.3. Evaluatie 63<br />
10. Workshop “ stoomcursus competentiemanagement” 65<br />
11. Relatie met groene onderwijs 68<br />
11.1. Perspectief, opleiden en innoveren 68<br />
12. Conclusies 70<br />
13. Dankwoord 71<br />
14. Bijlagen 72<br />
VERANTWOORDING<br />
In dit rapport wordt gebruik gemaakt van kennis en kunde opgedaan in vele gesprekken, zowel tweeals<br />
groepsgesprekken, maar ook gesprekken die in cursorisch verband plaats vonden. Daarnaast is er<br />
geput uit niet openbare documenten die gaandeweg het groeiproces van <strong><strong>Tuinbouw</strong>TopTalent</strong><br />
geproduceerd zijn. Het bij elkaar brengen van de informatie, de ordening van de informatie en de<br />
weging van de informatie ten behoeve van dit rapport is uitgevoerd en ter schrift gesteld onder de<br />
verantwoordelijkheid van CropEye.<br />
Daar waar in dit rapport over TTT wordt gesproken, wordt <strong><strong>Tuinbouw</strong>TopTalent</strong> bedoeld.<br />
<strong><strong>Tuinbouw</strong>TopTalent</strong> 4
LEIDRAAD<br />
Dit rapport vormt een verantwoording voor subsidiegelden verstrekt door <strong>Productschap</strong><br />
<strong>Tuinbouw</strong> (PT) als aanvulling op bijdragen van individueel bedrijfsleven (zie ambassadeurs<br />
op blz 2). De totale gelden zijn besteed aan het initiatief <strong><strong>Tuinbouw</strong>TopTalent</strong> om zich te<br />
organiseren, haar kernwaarden en haar ideeën over bedrijfsgericht opleiden vorm te geven.<br />
Waar treft u als lezer wat aan als u dit rapport van a to z leest en TTT chronologisch volgt?<br />
Bent u eerst geïnteresseerd in de producten van TTT dan kunt u beter direct door naar<br />
hoofdstuk 7 en 8. Als u interesse allereerst uitgaat naar meningen en ideeën van<br />
tuinbouwbedrijfsleven m.b.t. scholing en arbeid dan zijn 9 en 10 de aangewezen<br />
hoofdstukken.<br />
Hoofdstuk-2 beschrijft de argumenten waarom TTT zich o.a. tot PT heeft gewend voor<br />
financiële ondersteuning. Voorts bevat het de beschikkingsbrief van PT op het gedane<br />
verzoek.<br />
Hoofdstuk-3 bevat de ontstaansgeschiedenis van TTT waardoor de lezer de kans krijgt om<br />
zich in te leven in de gedachten en gevoelens van het betrokken bedrijfsleven.<br />
Hoofdstuk-4 vormt feitelijk een resumé van het businessplan van TTT.<br />
Hoofdstuk-5 is de verantwoording van een marktonderzoek dat de ambassadeurs van TTT<br />
hebben laten uitvoeren op eigen initiatief en op eigen kosten. Dit is in het rapport<br />
toegevoegd om het draagvlak te symboliseren wat TTT heeft binnen de branche.<br />
Hoofdstuk-6 beschrijft de organisatorische aspecten van TTT<br />
Hoofdstuk-7 is één van de kernonderdelen van het rapport, nl. de weg naar en de<br />
totstandkoming van het TTT-product leerhuis waarin alle kernwaarden van TTT verwerkt<br />
zijn.<br />
Hoofdstuk 8 vormt het tweede kernonderdeel van TTT, nl. de modules: d.i. korte<br />
geconcentreerde, in tijd en thematiek, opleidingsvorm met inbreng van de kernwaardes van<br />
TTT<br />
Hoofdstuk 9 en 10 zijn een weergave van sessies die TTT samen met anderen hebben<br />
georganiseerd voor tuinders/kwekers om te praten over en geschoold te worden in “opleiden<br />
als een normaal onderdeel van de bedrijfsvoering”.<br />
Hoofdstuk 11 is een opzet om tot een bredere samenwerking te komen met het initiële en<br />
postinitiële onderwijs.<br />
<strong><strong>Tuinbouw</strong>TopTalent</strong> 5
1. SAMENVATTING<br />
De Nederlandse tuinbouw is continu, sterk in beweging: veranderingen die ook doorwerken<br />
op de arbeidsmarkt. Zo is er een groeiende behoefte aan medewerkers met meerdere<br />
kwaliteiten – niet alleen bij productiebedrijven, maar ook bij toeleveranciers en andere<br />
partijen in de keten. De wensen die bedrijven hebben m.b.t. hun medewerkers veranderen<br />
en komen over ’t algemeen op een hoger niveau te liggen; Van die medewerkers wordt<br />
meer en meer veelzijdige kennis en ervaring verwacht. Deze mensen zijn schaars en<br />
bovendien gewild in andere sectoren van het bedrijfsleven. De uitstroom van de huidige<br />
groene opleidingen is gering en bovendien sluiten de opleidingen onvoldoende aan bij de<br />
veranderende vraag vanuit het bedrijfsleven. Om die reden heeft een aantal bedrijven uit de<br />
sector de handen ineen geslagen om tot een opleiding ‘Toptalent voor de tuinbouw' (TTT) te<br />
komen. TTT is een initiatief vanuit het glastuinbouwbedrijfsleven waarvan de kiem ligt in<br />
2007 toen in eerste instantie een aantal toeleveranciers aangevuld met PTC + onder regie<br />
van CropEye de koppen bij elkaar hebben gestoken. Men zocht naar een Topopleiding voor<br />
de glastuinbouw als een Topsector. De onvrede met dat wat de groene scholen leveren aan<br />
type afgestudeerden en aan producten voor initieel en postinitieel onderwijs was de directe<br />
aanleiding. Het bedrijfsleven voelde duidelijk de behoefte om het initiatief naar zich toe te<br />
trekken. Aanvullende motieven om zelf aan de slag te willen waren de statements:<br />
• De best practice kennis en kunde van de glastuinbouw zit in de bedrijven en niet bij de<br />
scholen, en<br />
• praktijk gerelateerde competentieontwikkeling heeft inbreng van het bedrijfsleven nodig<br />
Men zag het initiatief TTT als, hopelijk, een tijdelijke brug tussen bedrijfsleven en onderwijswereld.<br />
Door en in onderlings heeft de TTT-initiatiefgroep de beginselen en uitgangspunten<br />
vastgesteld. Via een marktonderzoek heeft men gepolst bij collega’s hoe deze aankeken<br />
tegen het initiatief en hoe “hoog hun nood” was m.b.t. het vinden van het juiste personeel<br />
en/of het vinden van de gewenste opleidingen. Dit heeft geleid tot een aantal grote<br />
conferenties om het businessmodel scherp te krijgen. Gaandeweg nam het aantal<br />
ambassadeurs/sponsoren en het aantal anders participerende bedrijven toe. Zodoende<br />
groeiden betrokkenheid bij en draagvlak voor TTT bij de ondernemers. De kernwaarden van<br />
TTT, maatwerk, halen en brengen door het delen met elkaar van kennis en kunde, grote<br />
mate van bedrijfsparticipatie, zijn vertaald in een 2-tal producten: enkelvoudige modules en<br />
het zogenaamde leerhuis, waarvan de modules echt gerealiseerd zijn. Het leerhuis, waarin<br />
de kernwaarden van TTT optimaal geïntegreerd zijn met de meeste recente<br />
onderwijsinzichten, is voor vele bedrijven nog steeds het ultieme doel. Beide producten<br />
komen uitgebreid aan de orde in dit rapport. Voorts bleek al doende dat datgene wat de<br />
bedrijven aan opleidingsproducten wensten niet goed aansloot bij het gemiddelde niveau<br />
van personeelsmanagement in de sector. Precieze wensen m.b.t. opleiden is alleen<br />
betrouwbaar als men precieze informatie heeft over het personeel. Een aantal workshops is<br />
er vanuit TTT georganiseerd om enerzijds bedrijven te inspireren tot het opstellen van een<br />
bedrijfsopleidingsplan en anderzijds boven tafel te krijgen wat men aan type<br />
<strong><strong>Tuinbouw</strong>TopTalent</strong> 6
opleidingen willen. Ook hiervan is een weerslag te vinden in dit rapport. TTT heeft veel<br />
pionierswerk geleverd, en zal en wil haar ervaringen delen met de groene onderwijswereld,<br />
waar ook veel bewegingen plaats vinden. TTT is nu begonnen aan haar consolidatiefase in<br />
de vorm van een stichting en onder leiding van een bestuur bestaande uit bedrijven. Een<br />
intensieve campagne wordt nu aanbevolen om samen met de Groene Kennis Coöperatie<br />
(GKC) het eerste leerhuis te realiseren.<br />
<strong><strong>Tuinbouw</strong>TopTalent</strong> 7
2. AANLEIDING VAN DIT PROJECT<br />
2.1 Situatieschets<br />
TTT is een initiatief vanuit de sector met een sterke inbreng vanuit alle schakels om een<br />
brug te slaan tussen de opleidingsbehoefte van de ondernemers en hun personeel en het<br />
aanbod van opleidingen en trainingen. Circa 38 (bijlage 1) bedrijven uit de hele keten<br />
hebben de afgelopen jaren regelmatig gesproken over hoe men vanuit modern<br />
ondernemerschap en professioneel personeelsmanagement het huidige personeel kan<br />
binden en boeien en hoe men personeel, ook uit andere sectoren, kan werven en scholen.<br />
Men wil zich hierbij ook richten op de potentials van de bedrijven: de toppers van nu en de<br />
toppers van straks.<br />
Algemeen was men van mening dat wat er nu geboden wordt door het reguliere onderwijs<br />
of de commerciële opleidingen niet voldoende aansluit bij wat de ondernemer van nu wil, nl.<br />
dicht bij de praktijk en in de praktijk. De ondernemer van nu wil zijn eigen ontwikkelingstraject<br />
kunnen samenstellen vanuit het totale aanbod, de individuele leerweg is belangrijk.<br />
Het instrument, dat de praktijk wil, is een individueel ontwikkelingstraject dat enerzijds<br />
maatwerk levert aan de individuele leerdoelen van de participant en anderzijds een<br />
maximale uitwisseling van kennis en kunde tussen de deelnemers wil realiseren. Dit laatste<br />
element staat binnen de groep van initiatiefnemers bekend als het principe van halen en<br />
brengen en vormt één van de gewenste onderscheidende kernwaarden van TTT. Andere<br />
kernwaarden zijn een maximale inbreng van de bedrijven zelf (kwaliteitsborging, facilitair,<br />
organisatorisch in de stichting, coaches, bedrijfscases, bedrijfsbezoeken en<br />
kennisoverdracht door ervaringsdeskundigen), het toepassen van EVC (Erkennen Verworven<br />
Competenties) en Europees erkende deelcertificaten. Een eerste ontwikkelingstraject wordt<br />
bottom-up met een groep van primaire producenten (incl. vermeerdering) gebouwd. Een<br />
tweede traject wordt op identieke wijze opgebouwd met toeleverende bedrijven. Hoe langer<br />
we er over praten hoe meer het duidelijk wordt dat vele elementen van het competence<br />
centrum, zoals verwoord in oorspronkelijke nota’s Flowers en Food, nu op de “agenda”<br />
staan van de primaire producent en de toeleveranciers: bv het opereren in diverse groepen,<br />
informatiemanagement van buiten naar binnen, semi-open innovatie, organiseren van<br />
innovaties etc. Dus de vraagsturing tot invulling van de ontwikkelingstrajecten komt nu van<br />
de werkvloer en worden dus bottom-up opgebouwd. Andere opmerkelijke behoeftes naast<br />
de “klassieke” kennis- en kundevelden zijn corporate performance, risicomanagement, en<br />
integraal bedrijfsmanagement.<br />
<strong><strong>Tuinbouw</strong>TopTalent</strong> 8
Figuur 1: Het opleidingsprobleem voor de ondernemer in een notendop<br />
Persoonlijke ontwikkeling<br />
Ambitie<br />
Meer geld<br />
Hoger aanzien<br />
Meer Kennis<br />
Waardering<br />
Toekomstgericht<br />
Variatie<br />
Oplossen door<br />
overeenkomst<br />
Kosten opleiding<br />
Opleiden voor een ander<br />
Tijd<br />
Hoeveel mag het kosten<br />
Subsidie<br />
Rendement<br />
Vervanging<br />
Leuk<br />
Kosten<br />
OPLEIDEN<br />
Baten<br />
Lastig<br />
Persoonlijke ontwikkeling<br />
Bedrijfsontwikkeling<br />
€<br />
Meer Kennis<br />
Hoger niveau van bedrijf<br />
Meer rust voor<br />
ondernemer<br />
Uiteindelijk beter<br />
georganiseerd<br />
Subsidie<br />
Binding<br />
Ontwikkeling + rendement<br />
Vervanging<br />
Vertaalslag naar opleiding<br />
Willen/kunnen van werknemer<br />
Tijd<br />
Welke opleiding<br />
Beste opleiding<br />
Bij wie?<br />
Kiezen opleiden<br />
Opleiding benoemen<br />
TTT heeft de volgende missie geformuleerd<br />
Missie van <strong><strong>Tuinbouw</strong>TopTalent</strong><br />
Het realiseren van een vraaggestuurde Topopleiding voor de <strong>Tuinbouw</strong> die maatwerk levert<br />
aan de student/opdrachtgever en zodoende de medewerkers/ondernemers van morgen<br />
levert<br />
Draagvlak in de sector<br />
Het initiatief vanuit de bedrijven is fors gegroeid en vindt steun bij de primaire producenten,<br />
groene en grijze toeleveranciers, afzet en service providers. Dit wordt weerspiegeld in het<br />
feit dat een tiental bedrijven tot nu toe financieel is bijgesprongen in het voortraject, dat<br />
een groot aantal bedrijven in de opiniërende fase en de vormende fase een rol heeft<br />
gespeeld en dat in de komende werving voor de modules ook organisaties als LTO<br />
<strong><strong>Tuinbouw</strong>TopTalent</strong> 9
Noord/Glaskracht en LTO Groeiservice communicatief actief willen zijn. Het unieke is dat<br />
men zeer grote waarde hecht aan het leren van elkaar. Vanaf het begin is menigmaal het<br />
volgende voorbeeld gebruikt: “Interpolis is erbij gebaat om de veranderende problematiek<br />
van bedrijfsvoering in de tuinbouw vanuit haar business toe te lichten en instrumenten te<br />
ontwikkelen in interactie met haar (beoogde) klanten. Elkaars wereld begrijpen is een<br />
voorwaarde om te komen tot de co-develoment van deze producten; het brengen en halen<br />
in dit geval van de primaire producent en van de medewerker van Interpolis is in wederzijds<br />
belang en leerzaam voor de rest van de groep”.<br />
In de uitgangspunten van TTT staat dat men TTT sectorbreed wil aanpakken en dus open<br />
staat voor elk bedrijf. Tegelijkertijd streeft men niet vooraf een totaal commitment binnen<br />
de sector na, omdat handelen gewenst is door de bedrijven naast “gepraat”, en tevens<br />
omdat deze aanpak uniek en experimenteel is. Al doende wil men leren wat kwalitatief,<br />
economisch en praktisch het best past bij TTT. TTT wil mee bewegen met de actualiteit van<br />
het bedrijfsleven en zal dus hoogwaardig en flexibel moeten zijn.<br />
Stichting als organisatievorm<br />
De organisatievorm zal een stichting (Stichting <strong><strong>Tuinbouw</strong>TopTalent</strong>) zijn waarvan het<br />
bestuur gevormd wordt door: Wilgengroep (nu Berg Product Systems), Interpolis, Lans,<br />
Bunnik Plants, en LTO Groeiservice. Op deze wijze wil men borgen en uitstralen dat er geen<br />
winstbejag in het geding is en de gelden ten goede komen aan de verdere doorontwikkeling<br />
van TTT. Men wil zich inzetten voor de ontwikkeling van de sector, derhalve staan de<br />
mogelijk te ontwikkelen leermethodes e.d. en opgedane ervaringen ter beschikking voor<br />
iedereen in de sector.<br />
2.2 Reden subsidieaanvraag bij PT<br />
Het realiseren van bovenstaande ambitie was de reden om bij <strong>Productschap</strong> <strong>Tuinbouw</strong> aan<br />
te kloppen voor een impulssubsidie om een aantal zaken te versnellen en een mismatch<br />
tussen onderwijs en bedrijfsleven op te heffen. TTT wil nu vanuit de verkennende- en<br />
pioniersfase in de operationele fase te komen door in 2009 een 4-tal korte modules aan te<br />
bieden die de eerste bouwstenen vormen van een continue leerweg (zogenaamd leerhuis).<br />
Wat moet er gebeuren:<br />
1. Wensen vanuit de primaire productie/sector omzetten in een “leerhuis” en het<br />
doorvertalen van de ervaringen uit de modules naar het “leerhuis”<br />
2. Realiseren proces flow; ontwikkelingstraject opstellen en borgen: inschrijving, intake,<br />
EVC, persoonlijk portfolio,<br />
3. Opbouw van de administratieve organisatie, incl. E-learning<br />
4. Trainen van de coaches uit bedrijfsleven<br />
5. Opstellen van nieuwe leermodules m.b.t. halen en brengen<br />
6. Marketing en communicatie naar de doelgroepen<br />
<strong><strong>Tuinbouw</strong>TopTalent</strong> 10
7. Nieuwe groepen starten om proces bottom-up te blijven voeden<br />
8. Ontwerpen van een model waarmee de ondernemers de praktijkaansluiting van TTT<br />
kunnen bewaken<br />
9. Monitoren van de eerste groepen om verbeteringen tot stand te brengen<br />
10. Starten van de twee eerste ontwikkelingstrajecten/leerhuizen<br />
Te bereiken resultaten:<br />
• Een brug tussen bedrijfsleven en de wereld van aanbieders van opleidingen en<br />
trainingen<br />
• Proces en invulling vraaggestuurde opleidingen, grote kwaliteit, hoge participatiegraad<br />
bedrijfsleven, gecertificeerd en onderwijsvernieuwend.<br />
• Werkgroep van primaire productie voor vraagsturing opleidingen<br />
• Houdingsverandering van primaire productie m.b.t. opleidingen<br />
• Overlegplatform met reguliere onderwijs om samen er van te leren<br />
2.3 Subsidietoewijzing PT<br />
In haar brief van 7 juli 2009 heeft <strong>Productschap</strong> <strong>Tuinbouw</strong> te kennen gegeven “het project<br />
<strong><strong>Tuinbouw</strong>TopTalent</strong> te honoreren” onder PT 13655 met een bedrag van maximaal € 59521,-<br />
Medefinanciers zijn Flora Holland, Koppert Biological Systems, Wilgengroep (nu Berg<br />
Product Systems), Grow Technology, Lucel, DLV Plant, Rabobank, Interpolis, LTO<br />
Groeiservice en PTC+.<br />
<strong><strong>Tuinbouw</strong>TopTalent</strong> 11
3. HET FENOMEEN TUINBOUWTOPTALENT<br />
3.1 Het begin van een innovatie; aanleiding en idee<br />
De Nederlandse tuinbouw is continu in beweging. Die veranderingen werken ook door op de<br />
arbeidsmarkt. Er is een groeiende behoefte aan medewerkers met meerdere kwaliteiten –<br />
niet alleen bij productiebedrijven, maar ook bij toeleveranciers en andere partijen in de<br />
keten. De wensen die bedrijven hebben met betrekking tot medewerkers veranderen en<br />
komen op een hoger niveau te liggen. Van die medewerkers wordt meer en meer veelzijdige<br />
kennis en ervaring verwacht. Het huidige personeel zal bijgeschoold moeten worden en<br />
tevens moeten wennen aan “een leven lang leren”. Ook is het noodzakelijk mensen van<br />
buiten de tuinbouw actief in het arbeidsproces in de tuinbouw te interesseren als mogelijke<br />
werkkring. Als derde bron van personeel is de uitstroom vanuit de huidige groene<br />
opleidingen die te gering is en bovendien qua opleidingen vaak onvoldoende aansluit bij de<br />
veranderende vraag in de sector. Daarom heeft een aantal bedrijven uit de sector de<br />
handen ineen geslagen om te komen tot een vraaggestuurd opleidingspakket<br />
“<strong><strong>Tuinbouw</strong>TopTalent</strong>”.<br />
Top<br />
Talent<br />
Vraaggestuurd<br />
leer- en werktraject: Toptalent voor<br />
(Glas) <strong>Tuinbouw</strong><br />
Rondetafel bijeenkomst<br />
Op 10 december van 15.00 - 19.00 uur bij Interpolis<br />
Zoetermeer<br />
Agenda<br />
aftrap en het waarom van deze bijeenkomst door Edwin (15.00 - 15.10)<br />
uitslag en toelichting marktonderzoek door Daan (15.10 - 15.30)<br />
toelichting opleidingsprofielen door Antony (15.30 - 15.40)<br />
gevolgd door groepswerk drankje + wc (15.40 - 16.40)<br />
-- plenair terugkoppelen (16.40 – 17.10)<br />
pauze (17.10 – 17.25)<br />
businessmodel:<br />
organisatie en exploitatie en onderwijs door Hans ( 17.25 - 17.40)<br />
-- plenair terugkoppelen (17.40 – 18.30)<br />
Broodje e.d. en tegelijkertijd “Hoe verder” door Daan (18.30 – 19.00)<br />
<strong><strong>Tuinbouw</strong>TopTalent</strong> 12
Motieven TTT<br />
• Boeien en binden van bestaand personeel<br />
• Personeel aantrekken uit andere branches<br />
• Bijdrage aan imago tuinbouw en vergroten uitstroom regulier groen onderwijs<br />
• Een enthousiaste groep bedrijven die een brug wil slaan tussen hun wereld en de wereld<br />
van scholing<br />
Missie<br />
Het realiseren van een vraaggestuurde Topopleiding voor de <strong>Tuinbouw</strong> die maatwerk levert<br />
aan de student/opdrachtgever en zodoende de medewerkers/ondernemers van morgen<br />
levert:<br />
• De medewerker/ondernemer van vandaag en morgen weet in de informatiemaatschappij<br />
van vandaag goed de weg en is in staat om die informatie goed te wegen. Bovendien<br />
functioneert hij/zij goed in wisselende teams en weten eventuele medewerkers goed aan<br />
te sturen, om kennis en kwaliteiten optimaal te mobiliseren en de synergie te zoeken<br />
• De medewerker/ondernemer van morgen wordt door verbreding en verdieping op een<br />
hoger niveau gebracht en tevens qua competenties dus danig gevormd dat het<br />
zelflerend vermogen maximaal wordt gemobiliseerd<br />
<strong><strong>Tuinbouw</strong>TopTalent</strong> 13
• TTT richt zich op het permanent bijscholen van bestaand personeel naar MBO+/HBO+<br />
niveau waardoor personeel zich geboeid bindt aan het bedrijf<br />
• TTT richt zich ook op het aantrekken van personen buiten de sector, zowel<br />
schoolverlaters als personen die al elders arbeidzaam zijn<br />
• De opleiding onderscheidt zich door een hoog kwalitatieve borging o.a. door<br />
certificering, en door een hoge graad van participatie van het bedrijfsleven in het<br />
curriculum<br />
• TTT wil binnen haar opleiding het “haal en breng” principe m.b.t. kennis, kunde en<br />
competenties optimaliseren<br />
• TTT is onderscheidend in dat de opleiding specifiek is voor het werken met levend<br />
materiaal<br />
<strong><strong>Tuinbouw</strong>TopTalent</strong> 14
4. HET CONCEPT TUINBOUWTOPTALENT<br />
TTT wil datgene wat volgens het bedrijfsleven moet en wat volgens het onderwijs kan<br />
versterken; wat ook gewenst is en niet zou kunnen wil TTT maken door bestaande zaken te<br />
combineren en te plaatsen binnen haar ambitie.<br />
4.1 Ambitie van TTT<br />
Het vormen van professionele personeel:<br />
• Voor de glastuinbouw van morgen<br />
• Op very best practice niveau<br />
Door de beloftes van nu voor te bereiden op de kansen en uitdagingen van morgen.<br />
Het betreft het creëren van een leeromgeving/opleiding waarbij centraal staat:<br />
• Halen en brengen: bedrijven dragen vanuit hun expertise zelf ook bij aan de inhoud van<br />
de opleiding. Noem het maar samen op weg naar very best practice.<br />
• Met beide benen in de praktijk: praktijkervaringen en –uitdagingen zijn leidend<br />
• Permanente educatie of een leven lang leren: hoe blijf je zelf en hoe houd je elkaar<br />
scherp m.b.t. de individuele ontwikkeling<br />
• Individuele motivatie en leerdoelen leidend, en leidt tot (toekomstige) pesoneel met de<br />
volgende kernkwalificatie:<br />
• Een modern, zelfstandig handelende en communicatief sterke ondernemende<br />
medewerker/ondernemer die kerneigenschappen als zelfleerzaamheid, zelfreflectie, en<br />
innovatief denken en handelen als belangrijke instrumenten in zijn/haar dagelijks<br />
werkzaamheden ziet.<br />
• Een eigentijds leidinggevende/productmanager/adviseur/ teeltmedewerker etc. die<br />
stimulerend en motiverend optreedt en door de interactie het maximale uit zijn<br />
omgeving en zichzelf haalt voor het eigen welbevinden en het zakelijk succes van de<br />
onderneming.<br />
• Teamspelers die begrippen als duurzaamheid, goed werkgeverschap/goed<br />
werknemerschap, corporate performance, ketenverantwoordelijkheid,<br />
verantwoordelijkheid naar de samenleving etc. met passie en toewijding toepassen in<br />
zijn/haar dagelijkse professionele activiteiten.<br />
• Personen die in staat zijn hun eigen lerend vermogen naar waarde te schatten en<br />
maximaal in te zetten in het proces levenlang leren.<br />
4.2 Doelen van TTT<br />
• Realiseren van een HBO + en MBO + TopTalentOpleidingstrajecten voor de tuinbouw met<br />
het bedrijfsleven aan het stuur, zowel voor de borging van de aansluiting bij de praktijk<br />
als door hoge mate van participatie<br />
• Opleidingstrajecten, die aantoonbaar de kwaliteit, zowel onderwijskundig als het “very<br />
best practice” niveau van de praktijk borgen<br />
• Realiseren van business based opleiding met Europees erkende certificering<br />
<strong><strong>Tuinbouw</strong>TopTalent</strong> 15
• Opstellen en vormgeven van curriculum dat maatwerk levert aan de individuele<br />
deelnemer gebaseerd op een Persoonlijk Opleidingsplan (POP) dat verankerd is in het<br />
BOP (bedrijfsontwikkelingsplan)<br />
• Het substantieel bijdragen aan het ontwikkelen van het vraaggestuurd denken m.b.t.<br />
personeelsopleidingen in de sector<br />
• Het inrichten van een E-community ter ondersteuning van de opleidingsproducten van<br />
TTT<br />
• Installeren van een commissie vanuit de raad van advies die de kwaliteit van de<br />
opleiding en de relatie met en de participatie door het bedrijfsleven bewaakt<br />
• Realiseren van een uitvoerende organisatie met maximale inzet van bestaande<br />
structuren<br />
4.3 Kenmerken TTT<br />
• Door en voor bedrijven<br />
o De organisatie wordt gevormd door de bedrijven<br />
o Samenstelling werkveld van een opleiding wordt ingevuld door de bedrijven<br />
o Halen en brengen, delen van kennis en kunde tussen bedrijven<br />
o Bedrijfscases, verankerd in bedrijfsstrategie<br />
o Gastbijdrages van bedrijven<br />
• Maatwerk per groep cursisten<br />
• Onafhankelijkheid<br />
• Lean en mean<br />
4.4 Beoogde aanpak van TTT<br />
Elke aangemelde deelnemer heeft een optimale motivatie door een overeenkomst te sluiten<br />
met zijn/haar werkgever over de te behalen leerdoelen (POP). De leerdoelen moeten SMART<br />
zijn en een match zijn tussen de persoonlijke ontwikkeling en de bedrijfsontwikkeling.<br />
Elke deelnemer krijgt aan het begin een EVC of assessment om te bepalen waar men nu<br />
staat m.b.t. kennis, kunde, houding en gedrag. Op basis van de POP wordt een individueel<br />
leerarrangement opgesteld: van ambitie naar doen. De beoordeling vindt plaats door middel<br />
van een continue EVC en leidt tot Europees erkende (deel)certificaten toetsend op:<br />
• Tot wat ben ik in staat na de opleiding<br />
• Is of kan mijn case in het bedrijf toegepast / geïmplementeerd worden<br />
• Ben ik in staat tot levenlangleren<br />
4.5 Producten TTT<br />
Inmiddels is de filosofie omgezet in producten:<br />
• Leerhuis; zie hoofdstuk 7<br />
• Modules; zie hoofdstuk 8<br />
<strong><strong>Tuinbouw</strong>TopTalent</strong> 16
5. DE MARKTTOETS<br />
De filosofie van en het marktperspectief voor TTT zijn getoetst via een marktonderzoek door<br />
Mirakuleus, communicatie- en marketingbureau. Het resultaat is later met 35 bedrijven<br />
doorgesproken.<br />
5.1 Marktonderzoek<br />
5.1.1 Opzet<br />
In opdracht van CropEye heeft Mirakuleus een kwantitatief onderzoek uitgevoerd over het<br />
Initiatief '<strong><strong>Tuinbouw</strong>TopTalent</strong>' onder 179 personen. Van deze personen hebben 35 (20%)<br />
personen het onderzoek volledig ingevuld en 36 (20%) personen hebben het onderzoek ten<br />
dele ingevuld. Van de personen, die het onderzoek ten dele hebben ingevuld, zijn de<br />
ingevulde vragen wel meegenomen in de interpretatie. De personen die een uitnodiging<br />
hebben gekregen te participeren in het onderzoek zijn geselecteerd door de initiatiefnemers<br />
van 'Toptalent <strong>Tuinbouw</strong>': Anthura, Bunnik Plants, CropEye, Desert Greenhouse, DLV Plant,<br />
Grow Technology, Lucel, Marjoland, PTC+ en Van Diemen BV.<br />
Dit onderzoek heeft als doel te achterhalen of het initiatief TTT en de gekozen<br />
functieprofielen aansluiten bij de wensen die in de praktijk leven. 'Toptalent <strong>Tuinbouw</strong>' gaat<br />
opleidingen opzetten om talent binnen de tuinbouwsector te 'kweken'. Om dit te kunnen<br />
bewerkstelligen dienen er juiste profielen ontwikkeld te worden, waarin competenties en<br />
expertises genoemd worden die na afronding van de opleiding ontwikkeld moeten zijn. De<br />
respondenten kregen bij aanvang van het onderzoek een inleidend verhaal te lezen waarin<br />
uitgelegd werd wat het initiatief inhoudt, en de onderstaande vragen werden ter<br />
beantwoording voorgelegd.<br />
1. Heeft u binnen afzienbare tijd openstaande vacatures voor de functies bedrijfsleider,<br />
teeltmanager, bedrijfs- en teeltadviseur en productmanager?<br />
a. Ja, binnen één jaar; b. Ja, binnen drie jaar; c. Nee<br />
2. Hoeveel medewerkers voor bovenstaande vier functies denkt u de komende vijf jaar<br />
nodig te zullen hebben? a. Eén of twee; b. Drie of vier; c. Vijf of meer<br />
3. Kunt u nader specificeren hoeveel medewerkers u per type functie denkt nodig te<br />
hebben in de komende vijf jaar? Bedrijfsleider, teeltmanager, bedrijfs- en teeltadviseur,<br />
productmanager.<br />
4. Hoe komt u nu aan medewerkers voor bovenstaande functies? a. Eigen interne<br />
opleiding, b. Extern werven, c. Anders, namelijk<br />
5. We willen graag weten hoe u denkt over de competenties en expertises per functie die<br />
wat TTT betreft horen bij onderstaande functieprofielen. U kunt eventuele door u<br />
gewenste wijzigingen van de competenties en expertises aangeven:<br />
Functieprofiel 1: Unit manager/CEO; Verantwoordelijk manager van een groot<br />
productiebedrijf of dito functie in de keten. Het gaat om een commercieel manager.<br />
Expertises<br />
<strong><strong>Tuinbouw</strong>TopTalent</strong> 17
Procestechnologie, administratieve organisatie/financial planning, marketing, in- en<br />
verkoop, communicatie, informatiemanagement en -technologie, algemene<br />
affiniteit met tuinbouw en het ondernemen in de groene c.q. versmarkt, bijvoorbeeld:<br />
- EU/mondiale landbouwpolitiek; - internationale versstromen; - markt, (retail en<br />
versmarkt); - voedselveiligheid/tracebility; - duurzaam ondernemen.<br />
Competenties<br />
Onderhandelaar, organisator, strateeg, coach, ondernemer<br />
Functieprofiel 2: Bedrijfsleider kas/COO; Verantwoordelijk manager van een<br />
middelgroot of groot productiebedrijf of dito functie in de keten. Het gaat om een<br />
operationeel manager.<br />
Expertises<br />
Gewasmanagement, plantenfysiologie, kasmanagement, procesengineering, (procesinnovatie<br />
en –efficiëntie), planning & control, quality management, HRM, algemene<br />
affiniteit met techniek, de interface tussen installaties en gewas, weet ‘waar de leidingen<br />
lopen en waarom’.<br />
Competenties<br />
Resultaatgericht, leider, organisatiesensitiviteit, operationele creativiteit, pragmaticus<br />
Functieprofiel 3: Adviseur(A)/teeltmanager (TM); Inhoudelijk gerichte uitvoerende<br />
functionaris met het groene productie-/ketenproces als kernactiviteit en/of<br />
werkgebied/toepassingsterrein.<br />
Expertises<br />
Specialist in de teelt, wet en regelgeving, arbo, bedrijfskunde<br />
Competenties<br />
Pragmatisch (A en TM), directief (TM), nauwkeurig (A en TM), flexibel (A en TM),<br />
communicatief (A), servicegericht (A), groot incasseringsvermogen (A).<br />
Functieprofiel 4: Productmanager; Gelijk als adviseur, maar dan met algemene<br />
groene expertise, inzicht in sector, bedrijf en markt.<br />
6. Bent u bereid om te participeren in de topopleidingen? U kunt meerdere opties<br />
aankruisen.<br />
o ‘Lesgeven’: uw ervaringen op één of meerdere vak- of interessegebieden doorgeven.<br />
o ‘Visie en mening: uw ideeën over toekomstige ontwikkelingen delen en toetsen.<br />
o Het aanbieden van een leer- en ervaringsplek binnen uw bedrijf.<br />
o Deelnemen in de begeleidingsgroep die de controle voert over de opleiding.<br />
o Ik wil geen rol spelen in het verdere traject.<br />
7. Bent u ook bereid om het initiatief TTT actief te ondersteunen? U kunt meerdere opties<br />
aankruisen.<br />
o Supporter: wij mogen uw bedrijf noemen met logo als supporter van het project.<br />
o Ambassadeur: u bent bereid om op bepaalde momenten ons in woord en daad te<br />
steunen.<br />
<strong><strong>Tuinbouw</strong>TopTalent</strong> 18
o<br />
o<br />
Donateur/ financier: u bent ook bereid om ons initiatief financieel te ondersteunen.<br />
Ik wil het initiatief niet actief ondersteunen.<br />
5.1.2 Resultaat<br />
Op de vraag “Heeft u binnen afzienbare tijd een tekort aan specifieke expertises en<br />
vaardigheden (kerncompetenties) binnen uw bedrijf?” antwoordde ruim de helft van de<br />
respondenten (39/55) dat er binnen drie jaar een tekort zal ontstaan. Van deze selectie gaf<br />
meer dan de helft (26/39) aan dat dit binnen één jaar zal gebeuren. Van alle respondenten<br />
gaf bijna 30% (16/55) aan dat dit tekort er niet binnen afzienbare tijd zal zijn.<br />
Voor de respondenten die hebben aangegeven dat er een tekort aan kerncompetenties zal<br />
zijn, is de vraag “Hoeveel medewerkers denkt u de komende vijf jaar nodig te zullen hebben<br />
om dit tekort in te vullen?” van toepassing. Van de 41 respondenten die deze vraag hebben<br />
beantwoord, hebben 16 respondenten één of twee medewerkers nodig, 13 respondenten<br />
hebben twee of drie medewerkers nodig, en 12 respondenten hebben vijf of meer<br />
medewerkers nodig. Op de vraag “Op welk vlak zou u meer kennis (expertises en<br />
vaardigheden) binnen uw bedrijf kunnen gebruiken?” zijn uiteenlopende antwoorden<br />
gegeven. Het meest voorkomende antwoord is kennis op het gebied van de teelt (12/41).<br />
Een tweede antwoord is kennis op het gebied van techniek (7/41). Een derde antwoord is<br />
kennis op commercieel gebied: commercie (5/41), marketing (5/41), verkoop (4/41). Een<br />
vierde antwoord is kennis op het gebied van automatisering/ ICT (5/41). Een vijfde<br />
antwoord is kennis op het gebied van advisering (4/41). Bijna de helft van de respondenten<br />
(17/43) gaf aan medewerkers voor functies als commercieel manager, operationeel<br />
manager, teeltmanager, bedrijfsadviseur en productmanager extern te werven. Op de<br />
tweede plaats verkrijgt men medewerkers voor deze functies door een eigen interne<br />
opleiding (10/43). Diegenen die aangaven op een andere manier medewerkers voor deze<br />
functies te verkrijgen doen dit over het algemeen via een combinatie van zowel interne<br />
opleidingen als extern werven (6/8). Een andere toegepaste aanpak was via het netwerk<br />
(2/8) en bij toeval (1/8).<br />
Ten slotte werd de respondenten gevraagd of ze bereid zijn om het initiatief TTT actief te<br />
ondersteunen en zo ja, op welke manier men dat wil.<br />
Het was mogelijk meerdere opties te selecteren.<br />
Een groot gedeelte van de respondenten is bereid het initiatief TTT actief te ondersteunen<br />
(29/42). Van deze 29 respondenten willen 15 respondenten het initiatief steunen als<br />
supporter, 10 respondenten willen het initiatief steunen als ambassadeur en 4 respondenten<br />
willen het initiatief steunen als donateur/ financier.<br />
Conclusies<br />
• Het percentage respondenten op het marktonderzoek was groot<br />
• Geëxtrapoleerd is er een behoefte aan 300-400 HBO/MBO+ in de komende 3-4 jaar<br />
<strong><strong>Tuinbouw</strong>TopTalent</strong> 19
• Expertises en competenties m.b.t. de functieprofielen die we hebben uitgezet in het<br />
onderzoek worden goed herkend en zijn van waardevolle aanvullingen voorzien, en<br />
inmiddels toegepast in leerhuis en modules. Resultaten zijn bij TTT opvraagbaar.<br />
<strong><strong>Tuinbouw</strong>TopTalent</strong> 20
6. PROFESSIONALISERING VAN TUINBOUWTOPTALENT<br />
Een initiatief als TTT komt na een pioniersfase die drijft op enthousiasme, op enkele<br />
trekkers en op informeel acteren, in een consoliderende fase. De uitdaging is om er een<br />
organisatie van te maken die adequaat opereert en tegelijkertijd de waarden van TTT<br />
vertegenwoordigt en uitdraagt.<br />
6.1 TTT als organisatie<br />
De organisatie kent de navolgende basiseisen:<br />
• TTT is een initiatief van het <strong>Tuinbouw</strong> bedrijfsleven<br />
• Het realiseren van de doelstellingen van het initiatief TTT (4.2)<br />
• TTT wil lean en mean zijn; maakt organisatorisch, communicatief, onderwijskundig etc.<br />
zoveel mogelijk gebruikt van de expertises van bedrijven: het front office in onderstaand<br />
figuur.<br />
Organisatie, exploitatie en onderwijs<br />
Werkveld / domein<br />
Bedrijfsleven:<br />
Front<br />
office<br />
Curriculum:<br />
Faciliteiten<br />
Passie<br />
Pro-actief<br />
Enthousiast<br />
Innovatief<br />
• TTT is onafhankelijk qua richting beleid en staat onafhankelijk t.o.v. bedrijfsleven en de<br />
wereld van onderwijs- en trainingaanbieders.<br />
• De stichting TTT bestaat uit een stichtingsbestuur, een uitvoerende organisatie (front-<br />
Office) en een raad van advies bestaande uit de ambassadeurs en vertegenwoordigers<br />
uit het regulier onderwijs en/of sectorale organisaties e.d.<br />
<strong><strong>Tuinbouw</strong>TopTalent</strong> 21
Juridische vorm/zaken<br />
• Er is een stichting TTT opgericht met als doel: het organiseren en promoten van<br />
vraaggestuurde overdracht van kennis en kunde met hoge mate van verbondenheid aan<br />
en inbreng door praktijk/bedrijfsleven.<br />
• De stichting kent een bestuur, bestaande uit minimaal 5 en maximaal 7 leden en vormt<br />
een representatieve afspiegeling van doelgroep/sector, en wordt bij voorkeur gekozen<br />
uit het midden van de Raad van Advies, waarin alle ambassadeurs/sponsors zitting<br />
hebben. Het bestuur kent vier functies: voorzitter, secretaris, penningmeester en<br />
taakgerichte leden. Men is op persoonlijke titel lid van het bestuur.<br />
• Bestuur legt 1x per jaar verantwoording af aan de Raad van Advies, en is verplicht<br />
advies te vragen aan de Raad van Advies en verplicht dit advies op te volgen ingeval van<br />
een voorstel tot - opheffing van de stichting, - aanpassing van de oprichtingsakte; -<br />
aanpassing van het huishoudelijk reglement.<br />
• Omgangsregels binnen de stichting, met als kern:<br />
o<br />
o<br />
o<br />
o<br />
o<br />
Geen winstbejag, revenuen vormen de inkomstenkant van de stichting<br />
Geen recht op kostenvergoeding voor bestuursleden of leden van de raad van<br />
Advies of de leden van commissie(s)<br />
Werken volgens jaarplan, jaarbegroting en controlecyclus<br />
Vergaderfrequentie en aard van verslaglegging<br />
Men kan besluiten een huishoudelijk reglement (HHR) op te stellen waarin men<br />
dat regelt wat niet in oprichtingsakte staat of men er niet in wil. Een sober<br />
statuut is gemakkelijker in combinatie met een HHR dan een uitgebreid statuut<br />
met het risico op regelmatige statutaire wijzigingen die via de notaris moeten<br />
plaats vinden en dus kosten met zich meebrengen<br />
6.2 Communicatieplan<br />
Zie bijlage 2: Communicatieplan <strong><strong>Tuinbouw</strong>TopTalent</strong> 2011<br />
6.3 E-learning<br />
E-learning zal naar verwachting in de toekomst een steeds grotere rol gaan spelen op het<br />
gebied van opleiden. E-learning is daarbij een middel en geen doel op zich. E-learning is<br />
vooral geschikt voor kennisoverdracht. Een E-learning omgeving kan, naast<br />
kenniscomponent, interactiviteit tussen deelnemers en trainers faciliteren en stimuleren.<br />
Generaties die opgegroeid zijn met digitale omgevingen zullen vooral openstaan voor het<br />
gebruik van E-learning. De ervaring die tot nu toe opgedaan is blijkt dat er een beperkte<br />
groep is die nu openstaat voor een dergelijk medium. In de toekomst is het echter van<br />
groot belang dat TTT een E-learning omgeving creëert 1 , faciliteert en stimuleert, omdat bij<br />
1 TTT sluit aan bij bestaande programmatuur daarvoor<br />
<strong><strong>Tuinbouw</strong>TopTalent</strong> 22
de TTT producten de deelnemers zelf in staat moeten zijn hun voortgang te monitoren en in<br />
uitwisseling te staan met de andere deelnemers.<br />
<strong><strong>Tuinbouw</strong>TopTalent</strong> 23
7. HET LEERHUIS<br />
7.1 De achtergrond<br />
De oorsprong van het leerhuis ligt in de ontstaansgeschiedenis van TTT, nl. de constatering<br />
dat en de onvrede over het feit dat “het groene onderwijs niet levert wat het bedrijfsleven<br />
wil”. Daaruit formuleerde men de behoefte om enerzijds maatwerk te willen leveren vanuit<br />
het onderwijs naar het bedrijfsleven. Een maatwerk dat tot uiting moet komen op<br />
collectief/groeps- en op individueel niveau. Anderzijds onderkende men binnen de<br />
initiatiefgroep van TTT dat de kenniscomponent van vele type tuinbouwopleidingen slechts<br />
dan goed kan worden ingevuld als men zwaar inzet op het niveau van best practice. Men<br />
huldigde toen en zeker ook nu het standpunt dat binnen het collectief van de<br />
tuinbouwondernemingen het grootste deel van de kennis zit die men zou willen overdragen.<br />
Maatwerk, best practice niveau, kennishorizon van 5 jaar vooruit en kwaliteit zijn de<br />
kernwoorden die horen bij de opleidingswens van TTT. Daarnaast realiseert TTT zich terdege<br />
dat er meer is dan IQ en kennis en benadrukt het belang van de ontwikkeling van<br />
competenties en de onderkenning van EQ naast IQ. In de denkwereld van TTT claimt men<br />
nadrukkelijk ruimte voor de ontwikkeling van competenties, en onderkent men dat dit<br />
denken nog lang geen gemeen goed is en zeker over het algemeen niet aansluit bij het<br />
huidige reilen en zeilen op de werkvloer. Dat competenties zich laten onderverdelen van<br />
bedrijfscompetenties via groepscompetenties naar functiecompetenties maakt het volgens<br />
TTT gemakkelijker en inzichtelijker om er mee te werken. Naast kennis en competenties wil<br />
men vanuit TTT ook dat het leerhuis een stevige praktijkcase bevat die de deelnemer gaat<br />
uitvoeren. De thematiek van de case komt voort uit een contract tussen de deelnemer en<br />
zijn of haar baas, dient toepasbaar te zijn op het bedrijf en wordt gecoachd door een<br />
tandem van een onderwijskundige en een ondernemer.<br />
Impliciet staat hier boven, door de nadruk te leggen op maatwerk, dat het persoonlijk<br />
ontwikkelingsplan (POP) van de kandidaat deelnemer leidend is bij de invulling van zijn/haar<br />
opleidingsplannen; hoe preciezer het plan is, hoe beter het maatwerk kan worden ingevuld.<br />
Op een aantal uitzonderingen na zijn de meeste bedrijven nog niet zover met hun HRM<br />
beleid. Zaken als een generiek bedrijfsopleidingsplan (BOP) als afgeleide van een<br />
meerjarenvisie op het bedrijf, en daaruit afgeleide POP’s zijn geen gemeen goed. Zo<br />
moesten de bedrijven gaandeweg onderkennen dat willen en kunnen hier uit elkaar liepen.<br />
7.2 De weg er naar toe……<br />
Het leerhuis als een verzamelplek voor cursisten met een wensenpakket gebaseerd op hun<br />
POP kon niet gebouwd worden volgens de systematiek zoals hierboven beschreven. Als<br />
alternatief heeft TTT twee werkgroepen gevormd van bedrijven: één bestaande uit<br />
productiebedrijven en één bestaande uit toeleveranciers.<br />
Samenstelling productiegroep: Lans, Agro Care, KP Holland, Plantenkwekerij P. van Geest,<br />
<strong><strong>Tuinbouw</strong>TopTalent</strong> 24
Bunnik Plants, Beekenkamp Plants, Van Vliet Cherrytomaten, Porta Nova, Kwekerij<br />
Helderman, Van der Arend Roses en Kwekerij De Wieringermeer.<br />
Samenstelling toeleveranciersgroep: Frans van Zaal Techniek, DLV Plant, Priva, Grow,<br />
Wilgengroep (nu Berg Product Systems) en HAWE Systems.<br />
De groepen werden verzocht om bottom-up een opleiding te bouwen met als<br />
randvoorwaarden de kernwaarden van TTT:<br />
o Maatwerk<br />
o Halen en brengen/delen van kennis en kunde/best practice<br />
o Praktijkgericht<br />
o Grote mate van participatie van bedrijfsleven<br />
7.2.1 De productiegroep<br />
Deze groep is 4 maal bij elkaar geweest om samen tot een opleiding te komen. De methode<br />
die toegepast is, is die van een vitale coalitie waarin de procesbegeleiding, Gitte Schober<br />
(WBS) en Daan Kuiper (CropEye), gepoogd heeft de groep zichzelf als één bouwteam te<br />
zien. De doelfuncties waarop de groep inzette waren teeltmanager, personeelsmanager/<br />
arbeid en voorman logistiek. Via inventariserend brainstormen gevolgd door convergeren en<br />
prioriteren rolde er de volgende plaatjes uit voor de drie functies, waarbij er geen<br />
onderscheid, nu nog, is gemaakt in hoeverre het expertises, competenties of nog andere<br />
componenten van een functie zijn:<br />
Teeltmanager:<br />
delegeren, organiseren, plannen, keuzes maken, afwegen, communiceren,<br />
teelt aanvoelen (groen, economie), productkwaliteit, proceskwaliteit, gewasbescherming,<br />
energie, weten/onderhoud van techniek, initiatiefvol<br />
organisatiesensitiviteit<br />
corporate performance (incl. management)<br />
rapportage: vastleggen en communiceren<br />
R&D (houdbaarheid, verenigbaarheid, transportsimulatie, rapportage, registreren)<br />
kwaliteitszorgsysteem: bewust zijn van, en uitdragen<br />
kan een teeltplan maken voor minimaal twee gewassen en uitvoeren<br />
gedrag en houding:<br />
verantwoordelijkheid nemen<br />
uitdragen: instructie en voorbeeldfunctie<br />
betrokkenheid<br />
leiderschap<br />
Personeelsmanager/manager arbeid:<br />
delegeren, organiseren, plannen, keuzes maken, afwegen, communiceren,<br />
teelt aanvoelen (groen, economie), productkwaliteit,<br />
proceskwaliteit, gewasbescherming, rapporteren,<br />
weten/onderhoud van techniek, initiatiefvol,<br />
organisatiesensitiviteit, corporate performance<br />
kwaliteitszorgsysteem: bewust zijn van, en uitdragen<br />
arbeidsrecht/HRM, functioneringsgesprekken gesprekken,<br />
opleiden, verzuimregelingen, coachen en luisteren<br />
gedrag en houding:<br />
verantwoordelijkheid nemen<br />
uitdragen: instructie en voorbeeldfunctie<br />
betrokkenheid<br />
leiderschap<br />
<strong><strong>Tuinbouw</strong>TopTalent</strong> 25
Logistiek manager/voorman logistiek:<br />
delegeren, organiseren, plannen, keuzes maken, afwegen, communiceren,<br />
teelt aanvoelen (groen, economie), productkwaliteit,<br />
proceskwaliteit, gewasbescherming, rapporteren,<br />
weten/onderhoud van techniek, initiatiefvol,<br />
organisatiesensitiviteit, corporate performance<br />
kwaliteitszorgsysteem: bewust zijn van, en uitdragen<br />
specifieke wet- en regelgeving m.b.t. arbo en veiligheid<br />
bedrijfsperformance/cultuur in de buitenwereld<br />
nieuwe technieken (follow up)/antenne functie, nieuwsgierig<br />
registratie en keurmerken, nauwkeurigheid<br />
gedrag en houding:<br />
verantwoordelijkheid nemen<br />
uitdragen: instructie en voorbeeldfunctie<br />
betrokkenheid<br />
leiderschap<br />
Het is opvallend dat de gekozen functies op het niveau zitten van leiders en/of<br />
taakverantwoordelijken. Eigenlijk zie je de klassieke indeling hoofd teelt, hoofd arbeid en<br />
biologie en hoofd techniek en logistiek terugkomen. Afhankelijk van de bedrijfsgrootte zijn<br />
deze personen soms ook unit- of vestigingsmanager en/of onderdeel van middenkader.<br />
Naast de drie blokken hierboven wordt er door de bedrijven ook een algemeen cultuurbeeld<br />
geschetst waarin deze personen wel moeten passen:<br />
o Hart voor de zaak<br />
o Geen 9.00-17.00 mentaliteit<br />
o Handen uit de mouwen<br />
o Gevoel voor het “groen” hebben<br />
o “Een beetje stevig zijn”<br />
Dit zijn vanuit de emotie voortkomende beschrijvingen die passen in het ambachtelijk<br />
model, dat nog geldt voor het merendeel van de bedrijven. Gaande de discussie in deze<br />
groep ging dit beeld toch wat kantelen; ik wijt dat aan het toenemende bewustzijn van de<br />
deelnemers die “gedwongen” worden zaken te benoemen waardoor de vlucht in<br />
ambachtelijke houtskoolschetsen minder nodig is. Men leert en ziet in dat deze<br />
cultuurbenoemingen ook te vangen zijn in ”normale” competenties en daardoor wat minder<br />
beladen en uniek zijn. Een voorbeeld hiervan is dat men, ondanks het belang wat men aan<br />
de teelt als centraal proces hecht en de gewenste affectie van kandidaat personeel met het<br />
groene, men best bereid is een goede technicus aan te trekken en deze zelf “te groenen”.<br />
Als men de drie blokken hierboven goed beschouwt dan is een groot deel van de tekst<br />
uiteindelijk overlappend en hierdoor groeide ook het besef binnen de groep dat deze overlap<br />
de zogenaamde universele kwalificaties betreft van een leidinggevende in de<br />
productiebedrijven. Deze constatering is een winstpunt en maakt de weg richting het<br />
opleiden van deze mensen een stuk gemakkelijker.<br />
Deze kern van kwalificaties (lees ondernemerscompetenties) noemen we blok-1.<br />
Over welk niveau hebben we het m.b.t. bovengenoemde drie functies? Het gaat<br />
voornamelijk om operationeel, uitvoerend werk op leidinggevend niveau. Het algemene<br />
gevoel is dat het hier gaat om MBO3/4 niveau. Het feit dat 80% van deze functionarissen<br />
<strong><strong>Tuinbouw</strong>TopTalent</strong> 26
doorgestroomd is binnen het bedrijf geeft aan dat het om personeel met MBO-niveau als<br />
startniveau gaat dat aangevuld met persoonlijke ontwikkeling en opgedane ervaringen<br />
gegroeid is tot geschiktheid voor beschreven functies. Naast blok-1 zijn er ook<br />
functiespecifieke expertises/vakbekwaamheden zoals proces- en productkwaliteit bij de<br />
teeltmanager, kennis van HRM en kwaliteitszorgsystemen bij de personeelsmanager en<br />
kennis van Arbo en keurmerken bij de logistieke manager.<br />
Deze groep van expertises noemen we blok-2.<br />
Daarnaast onderscheiden we nog de functie specifieke competenties, zoals innovatiegericht,<br />
gericht op procesverbetering en organisatiesensitiviteit bij de teeltmanager, coachen,<br />
luisteren en ook organisatiesensitiviteit bij de personeelsmanager, en nauwkeurigheid en<br />
veiligheid bij de logistieke manager.<br />
Deze groep van competenties noemen we blok-3.<br />
Afsluitend dient gezegd te worden dat men binnen deze groep van bedrijven veel waarde<br />
hecht aan een brede algemene oriëntatie op de glastuinbouw. Verder benadrukte men dat<br />
het studiegedrag en de leerstijl van “hun” mensen wellicht meer prikkels behoeft dan HBO<br />
geschoolden; men pleitte voor EVC (Eerder Verworven Competenties)-trajecten en<br />
deelcertificaten.<br />
7.2.2 De toeleveranciersgroep<br />
Het proces binnen deze groep volgde dezelfde weg als die binnen de productiegroep met<br />
een paar significante afwijkingen:<br />
• Men spreekt hier nadrukkelijk over een MBO-doelgroep naast een HBO-doelgroep.<br />
• Richting TTT ligt de behoefte veel meer bij de HBO-doelgroep<br />
• De cultuurelementen zijn, behalve het groene element (deze is veel meer afhankelijk<br />
van de functie), vergelijkbaar. Daarnaast is dat in- en uitstroom van personeel bij deze<br />
bedrijven veel groter<br />
• Kijken we naar blok-2 dan worden deels andere expertises gevraagd; ook gevarieerdere<br />
vanwege de breedte van de groep, bv. techneut versus gewasvoorlichter<br />
• Binnen blok-3 komen ook geheel andere competenties naar voren toe zoals klant- en<br />
marktgerichtheid en externe communicatie<br />
Ook de bedrijven binnen deze werkgroep benadrukken het belang van een brede algemene<br />
oriëntatie op de glastuinbouw. Verder verzocht men om te bezien of het mogelijk is om<br />
enerzijds vrijstelling te krijgen voor eerder verworven deskundigheid en anderzijds<br />
certificaten te verkrijgen die Europees erkend worden. Dit heeft TTT mede op het spoor<br />
gebracht van continue EVC trajecten.<br />
<strong><strong>Tuinbouw</strong>TopTalent</strong> 27
7.3 Filosofie en opzet<br />
7.3.1 Basis<br />
De 4 kernwaarden van TTT, t.w.:<br />
1. Maatwerk<br />
2. Halen en brengen/delen van kennis en kunde/best practice<br />
3. Praktijkgericht<br />
4. Grote mate van participatie van bedrijfsleven.<br />
worden vanuit het groepenwerk aangevuld met de volgende ingrediënten:<br />
• Er is behoefte aan een split tussen HBO en MBO niveau<br />
• Men pleit voor EVC en deelcertificaten, en<br />
• Europese erkenning van de certificaten<br />
• Men is algemeen van mening dat een brede algemene glastuinbouworiëntatie voor<br />
iedereen belangrijk is om de waarden en de mores van de sector te begrijpen<br />
• Men onderscheidt bij de functievereisten: een blok (1) algemene competenties, een blok<br />
(2) specifieke expertises en een blok (3) met specifieke competenties<br />
De rode draad is hoe kan het leerhuis zo ontworpen worden dat participatie door het<br />
bedrijfsleven middels inzet van bedrijfscoaches, bedrijfscases en expertbijdrages<br />
gemaximaliseerd wordt, maatwerk wordt geleverd aan de ambitie van de individuele<br />
deelnemer, de gemeenschappelijke deler zijnde van de gewenste brede oriëntatie op de<br />
glastuinbouw geborgd wordt en onderwijskundig topkwaliteit geleverd wordt. Deze mix van<br />
eigenschappen dient dan te leiden tot een leerhuis voor een acceptabele prijs.<br />
Figuur 2: Eerste schets op basis van groepenwerk. PDB: personel development plan = POP,<br />
persoonlijk ontwikkelingsplan; BDP: business development plan = BOP,<br />
bedrijfsontwikkelingsplan’<br />
<strong>Tuinbouw</strong> Toptalent<br />
Business:<br />
Management<br />
context<br />
Technologie:<br />
<strong>Tuinbouw</strong> en<br />
techniek<br />
Toepassing:<br />
Business, technologie en<br />
vaardigheden<br />
Competenties:<br />
PDP, BDP en persoonlijk<br />
functioneren<br />
Marketing, sales en<br />
strategie:<br />
• business omgeving<br />
• innovatie management<br />
• strategisch marketing<br />
• Internationale en<br />
economische context<br />
• EU politiek<br />
• consumenten<br />
wetenschap<br />
Operations management:<br />
• operations strategie<br />
• finance en cost behavior<br />
• Ketens, demand supply<br />
• Corporate persformance<br />
management<br />
• MVO<br />
<strong>Tuinbouw</strong>:<br />
• Hoeveel in major?<br />
Very Best Practice<br />
State of the art<br />
Doorkijk naar 10 jaar<br />
vooruit<br />
Fund. Onderzoek:<br />
• biotechnology<br />
• plant chains<br />
• food en food safety<br />
• plant health<br />
• environmental design<br />
• automatisering<br />
• plantenfysiologie in diverse<br />
fasen van de keten<br />
• gewasregistratie en DSS<br />
• energiemanagement<br />
• emissieloze bedrijfsvoering<br />
Cases voor groei en<br />
innovatie<br />
In groepen met Leer-focus<br />
op:<br />
• probleemaanpak,<br />
• probleemoplossend Vermogen,<br />
en<br />
• proceskunde<br />
Audit met leerwensen en EVC<br />
Management:<br />
• leiderschap<br />
• ondernemerschap<br />
• strategisch denken<br />
• teamwork<br />
• cross-cultural skills<br />
• innovatievermogen<br />
Persononlijke ontwikkeling:<br />
• communicatie<br />
• persoonlijk leiderschapsstijl<br />
• netwerken<br />
• creativieit<br />
• analyse en synthese<br />
Management and<br />
innovation<br />
Differentiatie<br />
Intervisie en<br />
bedrijfseigen<br />
cases<br />
Persoonlijke<br />
ontwikkeling<br />
<strong><strong>Tuinbouw</strong>TopTalent</strong> 28
Tussen de bijeenkomsten in van de werkgroepen is er gebouwd door WBS en CropEye<br />
i.o.m. AOC Oost, Kenniscentrum EVC, etc. aan het leerhuis op basis van de input vanuit de<br />
groepen. Allereerst is er een soort van groslijst geproduceerd om één en ander in te vangen<br />
(Figuur 2) waarin brainstormonderwijs vier categorieën zijn ingevuld, nl. management &<br />
innovation, differentiatie, intervisie en bedrijfseigen cases, en persoonlijke ontwikkeling.<br />
Zonder volledig te willen zijn vormen deze categorieën wel de bouwstenen voor het verdere<br />
vervolg: binnen het leerhuis heeft elke deelnemer een eigen leerarrangement dat bestaat<br />
uit gemeenschappelijke elementen en uit individuele componenten. Het leerarrangement is<br />
gebaseerd op de POP, een door werknemer en werkgever bekrachtigd document (=<br />
contract), en bevat de elementen die leiden tot het realiseren en certificeren van de<br />
onderwijsdoelen (opleidingsportfolio).<br />
7.3.2 Blok-1, ondernemerschap en very best practice<br />
Blok-1, de algemene competenties, hebben we samengevoegd met de gewenste brede<br />
glastuinbouwkundige oriëntatie en de TTT-kernwaarde “halen en brengen”. Het doel van<br />
blok-1 is dat elke deelnemer een algemeen kennisniveau van de glastuin opbouwt. In<br />
onderstaand figuur (Figuur 3) onderscheiden we vier onderdelen binnen blok-1:<br />
1. Theorie-topniveau-topgastdocent: experts op diverse relevante terreinen (energie,<br />
ruimtelijke ordening, automatisering & robotisering, nanotechnologie, internationale<br />
handel en geldstromen, fytosanitair, veredeling etc.) binnen de glastuinbouw kijken<br />
vanuit het heden vijf jaar vooruit. We appelleren hierbij aan de capaciteiten en<br />
interesses van de deelnemers om breed georiënteerd naar de toekomst te kijken en<br />
zodoende te komen tot vorming van visie en strategie.<br />
2. Praktijkkennis-topniveau-topondernemer: topondernemers vanuit verschillende schakels<br />
binnen de sector geven hun kennis en kunde door aan de deelnemers. Dit kan hun<br />
gehele bedrijf betreffen, maar ook onderdelen waarin het bedrijf onderscheidend is.<br />
Figuur 3<br />
Theorie-topniveau-gastdocent<br />
Praktijkkennis-topniveau-ondernemer<br />
Kennis & kunde andere sectortopniveau-ondernemer<br />
Kennis & kunde halen en brengen<br />
Business case/game<br />
Competentieontwikkeling<br />
leren leren<br />
<strong><strong>Tuinbouw</strong>TopTalent</strong> 29
3. Andere sectoren-topniveau-topondernemer: topondernemers uit andere sectoren<br />
brengen hun verhaal in om te inspireren, maar vooral ook om inzicht te geven in de<br />
competenties die nodig zijn voor een bedrijf, voor de ondernemer en voor diverse<br />
functies. We concentreren ons in het bijzonder op ondernemerscompetenties.<br />
4. Halen en brengen van kennis en kunde: onder coaching wordt het best practice niveau<br />
uit de groep gehaald; het maximaal mobiliseren van kennis en kunde en het ontwikkelen<br />
van dat pakket competenties dat hoort bij optimaal “halen en brengen” (Figuur 4).<br />
het nieuwe niveau<br />
Figuur 4: Halen en Brengen;<br />
Personen met een verschillende<br />
achtergrond komen bij elkaar<br />
en tillen elkaar naar een nieuw<br />
en hoger niveau<br />
De deelnemers<br />
Intervisiegroepen<br />
Leren<br />
leren<br />
7.3.3 Blok-2, expertises en “leren leren”<br />
Blok-2 vormt de verzameling van de gewenste expertises. Afhankelijk van de samenstelling<br />
van de groep kan er sprake zijn van een brede waaier of een smalle sortering van<br />
expertises. Naarmate de sortering smaller is, ligt het meer voor de hand om de expertiseontwikkeling<br />
te laten plaatsvinden d.m.v. groepswerk. Dit dient redelijk ad hoc te gebeuren.<br />
In principe is blok twee het meest persoonlijke deel van het leerhuis in die zin dat het deels<br />
alleen wordt uitgevoerd. Naast het cognitieve deel zal aandacht worden besteed aan de<br />
leercompetenties. Elke deelnemer leert in te zien wat zijn of haar leergedrag is, wat zijn of<br />
haar leerstijlen zijn en wat zijn of haar lerend vermogen is. Na deze stap komt de vraag aan<br />
de orde “is het wenselijk in de ogen van de deelnemer en/of coach om hier wat aan te<br />
sleutelen, bv. discipline, informatieverwerking”. In dit onderdeel is de rol van de coach erg<br />
belangrijk omdat de deelnemer wellicht een ander beeld van zich zelf heeft dan de<br />
<strong><strong>Tuinbouw</strong>TopTalent</strong> 30
coach; er is mogelijk sprake van een over- of onderschatting van de eigen vermogens. Deze<br />
analyse wordt ondersteund door de start EVC die iedere deelnemer afneemt en doorgaans<br />
een positief stimulerend beeld geeft van de aanwezige/verworven competenties<br />
onafhankelijk van diploma’s. De analyse kan ook leiden tot een bijstelling van de eigen<br />
gewenste competentieontwikkeling. Uiteindelijk wil TTT de deelnemers maximaal toerusten<br />
met zelfkennis en enthousiasme om een eigen leergedrag te ontwikkelen dat ook past in de<br />
filosofie van “eeuwig leren”. De kenniskaart (Figuur 6) is het instrument om zowel start als<br />
gewenste situatie weer te geven.<br />
7.3.4 Blok-3, individuele competenties<br />
In de POP wordt geduid welke competentieontwikkeling (Figuur 5a en 5b) door deelnemer<br />
en meerdere wordt verlangd om in de toekomst adequaat te kunnen functioneren. Na de<br />
testen genoemd in blok-2 wordt mogelijk de gewenste competentieontwikkeling bijgesteld.<br />
De individuele programma’s van competentieontwikkeling leiden tot een clustering van<br />
deelnemers in groepen. Dit vindt plaats in nauw overleg met de deelnemers aangezien<br />
vertrouwen en vertrouwelijkheid randvoorwaarden zijn voor het groepswerk<br />
“competentieontwikkeling”. De zo ontstane groepen van ongeveer 4 personen ontwerpen<br />
dan in overleg met de begeleider een trainingsprogramma plus instrumenten om de<br />
voortgang te monitoren.<br />
Figuur 5a: Competentiesystematiek<br />
volgens KBB-model, powered by SHL<br />
www. Kenwerk.nl<br />
<strong><strong>Tuinbouw</strong>TopTalent</strong> 31
Figuur 5b<br />
Competenties<br />
(Bartram (2005), (8 SHL)-factoren & 25 competenties)<br />
1) Leiden en beslissen<br />
2) Ondersteunen en<br />
samenwerken<br />
3) Interacteren,<br />
beïnvloeden en<br />
presenteren<br />
4) Analyseren en<br />
interpreteren<br />
5) Creëren en leren<br />
6) Organiseren en uitvoeren<br />
7) Aanpassen en<br />
aankunnen<br />
8) Ondernemen en<br />
presteren<br />
• Beslissen en activiteiten initiëren<br />
• Aansturen<br />
• Begeleiden<br />
• Aandacht en begrip tonen<br />
• Samenwerken en overleggen<br />
• Ethisch en integer handelen<br />
• Relatie bouwen en netwerken<br />
• Overtuigen en beïnvloeden<br />
• Presenteren<br />
• Formuleren en rapporteren<br />
• Vakdeskundigheid toepassen<br />
• Materialen en middelen inzetten<br />
• Analyseren<br />
• Onderzoeken<br />
• Creëren en innoveren<br />
• Leren<br />
• Plannen en organiseren<br />
• Klantgerichtheid<br />
• Kwaliteit leveren<br />
• Instructies en procedures opvolgen<br />
• Omgaan met veranderingen en aanpassen<br />
• Met druk en tegenslag omgaan<br />
• Gedrevenheid en ambitie tonen<br />
• Ondernemend en commercieel handelen<br />
• Bedrijfsmatig handelen<br />
7.3.5 Blok-4, business case<br />
Bij de start van de cursus worden er afspraken gemaakt tussen de deelnemer, de meerdere<br />
van de deelnemer en de cursusleiding. Eén van de afspraken betreft de keuze van een<br />
business case. De criteria voor een juiste keuze zijn:<br />
1. De deelnemer is er enthousiast over en “ziet het zitten”<br />
2. De meerdere vindt de case van voldoende belang voor het bedrijf en passend bij de<br />
gewenste ontwikkeling van de werknemer. De meerdere formuleert de criteria die hij/zij<br />
zal gebruiken om de implementeerbaarheid van de case te beoordelen<br />
3. De cursusleiding vindt de case passend in de portfolio van de deelnemer en van<br />
voldoende niveau<br />
4. De cursusleiding formuleert i.o.m. deelnemer de “bewijslast” die hij/zij moet overleggen<br />
om de voortgang van de case te monitoren<br />
Vervolgens vindt er in overleg groepsvorming plaats tussen de deelnemers van het leerhuis.<br />
Deze zogenaamde intervisiegroepen zijn bedoeld om elkaar te steunen, te spiegelen en te<br />
motiveren bij het werken aan de cases. Het heeft de voorkeur om de begeleiding van de<br />
businesscase neer te leggen bij een tandem van twee personen: persoon vanuit de<br />
cursusleiding en een ondernemer, en bij voorkeur niet de meerdere van de deelnemer.<br />
Indien een deelnemer graag nog meer personen bij het coachtraject wil betrekken dan is<br />
<strong><strong>Tuinbouw</strong>TopTalent</strong> 32
dat in principe oké. Uiteraard ligt hier een kwaliteitstoets bij de cursusleiding en een<br />
concurrentietoets bij de meerdere van de deelnemer.<br />
Figuur 6 Kenniskaart<br />
Naam, functie,<br />
opleidingen<br />
Expertises, specialisaties,<br />
sterke punten<br />
Rol in team, rol in<br />
meetings,<br />
kennisnetwerk<br />
Te ontwikkelen<br />
competenties<br />
Te ontwikkelen expertises<br />
Gewenste certificaten<br />
Te ontwikkelen<br />
businesscase<br />
Kennisverdiepen in<br />
Kennisverbreden<br />
naar Nieuwe<br />
specialisaties<br />
Nieuwe rollen<br />
7.4 Organisatie en structuur<br />
De organisatie dient professioneel te zijn omdat we topkwaliteit willen leveren als TTT. Dat<br />
betekent dat de deelnemers optimaal becommuniceerd worden en voorzien worden van een<br />
E-learning omgeving om hun persoonlijke leerarrangement en portfolio bij te houden. Het<br />
kernteam van de organisatie bestaat uit twee professionele krachten vanuit ingehuurde<br />
organisaties aangevuld met medewerker logistiek & communicatie vanuit TTT. De werving<br />
vindt plaats op basis van en volgens het ontworpen communicatieplan (hoofdstuk 6.2).<br />
7.4.1 Procesflow<br />
Bij de start van de aankondiging van het leerhuis (Figuur 7) en start van de inschrijving<br />
wordt duidelijk gecommuniceerd aan welke eisen de inschrijving dient te voldoen:<br />
<strong><strong>Tuinbouw</strong>TopTalent</strong> 33
1. Een POP die controleerbaar stoelt op de BOP als onderdeel van de bedrijfsstrategie<br />
2. Een leerdoelendocument waarop staat welke onderdelen van de POP gerealiseerd dienen<br />
te worden via het leerhuis. Dit document wordt ondertekend door deelnemer en<br />
zijn/haar meerdere om het gewenste commitment vast te leggen.<br />
3. Korte bedrijfsbeschrijving<br />
Vervolgens vindt er een intakegesprek (blz 35) plaats tussen een kernteamlid en de aspirant<br />
deelnemer op basis van een intakeformulier dat tevoren wordt toegestuurd aan de aspirant<br />
deelnemer om zich zodoende goed te kunnen voorbereiden op het gesprek. Het gesprek is<br />
bedoeld om:<br />
1. Onderling kennis te maken<br />
2. Motivatie en niveau te verifiëren<br />
3. De POP en leerdoelendocument door te nemen<br />
4. De businesscase door te spreken<br />
5. Aanvullende informatie vanuit de organisatie te verstrekken<br />
Figuur 7: Leerhuis, schematisch<br />
<strong>Tuinbouw</strong>Toptalent<br />
Professionele kennis<br />
halen / brengen<br />
+<br />
++<br />
+<br />
Minor en<br />
specialisatie<br />
Modulair halen / brengen<br />
van thema’s<br />
Experts vullen aan op<br />
laatste stand van<br />
techniek en onderzoek<br />
Ontwikkeling<br />
leiderschapscompetenties<br />
Intervisie in kleine groepen<br />
en werken aan bedrijfscase<br />
• Nieuwe technologie en kennis<br />
• Nieuwe leeromgevingen<br />
• Competentie ontwikkeling<br />
• Management ontwikkeling<br />
complex<br />
Competenties en<br />
vaardigheden<br />
eenvoudig<br />
Het intakegesprek wordt gevolgd door het wel of niet toelaten van de aspirant deelnemer<br />
tot het leerhuis. Bij een positief besluit is een contract tussen TTT via het kernteam,<br />
deelnemer en zijn/haar meerdere de volgende stap. Daarin worden leerdoelen,<br />
businesscase, tijdsbelasting, de rol van de meerdere, kosten en andere verplichtingen<br />
vastgelegd middels drie handtekeningen. De daarop volgende kick-off bijeenkomst<br />
<strong><strong>Tuinbouw</strong>TopTalent</strong> 34
heeft als kernelementen: enthousiasmeren, kennismaken, organiseren van de individuele<br />
portfolio als praktische invulling van het leerarrangement, het samenstellen van de<br />
intervisie- en competentieteams en kennismaken met coaches. N.a.v. de start-EVC wordt de<br />
portfolio geactualiseerd met eventuele vrijstellingen of extra taken.<br />
<strong><strong>Tuinbouw</strong>TopTalent</strong> Leerhuis<br />
Intakegesprek<br />
Aanleiding<br />
Het Leerhuis van TTT sluit optimaal aan op de praktijkwerksituatie en de POP van de<br />
deelnemers. Maatwerk betekent hierbij dat docenten en trainers goed op de hoogte zijn van<br />
situaties, dilemma’s en ontwikkelingen waarmee de deelnemers in hun bedrijf te maken<br />
hebben. Daarnaast is het leerhuis gericht op zelfwerkzaamheid, leven lang leren, intervisie<br />
en afstemming rondom de cases die de deelnemers in brengen.<br />
Voor een goede voorbereiding op bovenstaande is het noodzakelijk elke deelnemer van<br />
tevoren te spreken in een intakegesprek van ca. 1,5 uur.<br />
Opzet intakegesprek<br />
Het voorstel is om het gesprek te laten plaatsvinden op de locatie van de deelnemer om op<br />
deze wijze een goed gevoel te krijgen van de situatie en de (toekomstige) rol van<br />
deelnemer in het bedrijf. Het gesprek wordt uitgevoerd door de trainer die het meest bij de<br />
begeleiding van de aspirant deelnemer betrokken zal zijn. Onderwerpen die aan de orde<br />
komen zijn:<br />
• Kennismaking, doel van gesprek<br />
• Rol en positie van aspirant deelnemer in bedrijf<br />
• Een korte SWOT van de persoon<br />
• Relevante informatie over het bedrijf<br />
• Specifieke vragen op dit moment en in de nabije toekomst waar het bedrijf mee te<br />
maken krijgt<br />
• Specifieke (leer) vragen van de deelnemer zelf<br />
• De case die in de module wordt gebracht door de deelnemer<br />
Voorbeeldvragen<br />
Voor de eerste drie onderwerpen zal van tevoren informatie worden verzameld,<br />
internet/publicaties, om in het gesprek zelf meer gerichte vragen te kunnen stellen.<br />
Om de verbinding te maken met de inhoud en werkwijze van het leerhuis, zullen de andere<br />
<strong><strong>Tuinbouw</strong>TopTalent</strong> 35
vier onderwerpen uitgebreid aan bod komen. Hier volgen enkele algemene voorbeeldvragen<br />
die inzicht moeten geven in deze onderwerpen behalen?<br />
• Waarin is uw bedrijf succesvol geweest in de afgelopen drie jaar?<br />
• Wat zijn belangrijke zaken die hebben bijgedragen aan dit succes?<br />
• (eventueel) Wat was uw eigen bijdrage aan dit succes?<br />
• Welke ontwikkelingen verwacht u, in het verlengde van dit succes, in uw bedrijf voor de<br />
nabije toekomst?<br />
• Waarin bent u zelf succesvol geweest in de afgelopen drie jaar?<br />
• Welke zaken hebben daaraan bijgedragen?<br />
• Met welke ontwikkelingen krijgt u persoonlijk te maken in de nabije toekomst?<br />
• Wat is op dit moment een belangrijke vraag/probleem/dilemma in uw bedrijf waar u zelf<br />
bij betrokken bent en dat de basis is van uw businesscase? (hierop zal uitgebreid<br />
moeten worden doorgevraagd)<br />
• Welke resultaten wil het bedrijf op dit vlak behalen?<br />
• Welke resultaten wilt u zelf in dit probleem (onderwerp/verandering)?<br />
7.4.2 Begeleiding<br />
De begeleiding is, eenmaal van start gegaan met het leerhuis, een kritische succesfactor<br />
van formaat omdat TTT voor topkwaliteit wil staan, maar zeker ook omdat de deelnemers<br />
een individuele portfolio volgen en dus op zichzelf zijn aangewezen en daardoor de behoefte<br />
hebben aan coaches die bekwaam hun “tocht bewaken”. Zoals eerder gezegd werkt TTT met<br />
een tandem van coaches, één vanuit het kernteam met de verantwoordelijkheid voor de<br />
onderwijskundige kant, en één vanuit het bedrijfsleven die de aansluiting met de praktijk<br />
bewaakt. De red tape in hun rol is voortgang bewaken, mentaal steunen, de totstandkoming<br />
van de bewijslast monitoren en de beoordeling van de bewijslast mede uitvoeren. Het<br />
tandem en de deelnemer spreken samen af hoe er gemonitored gaat worden t.a.v. de<br />
bewijslast maar ook de voortgang. Het verdient aanbeveling om de bedrijfscoaches een<br />
halve dag training vooraf te geven. Hierbij is leidend de motivatie van de ondernemer om<br />
deze rol te vervullen.<br />
<strong><strong>Tuinbouw</strong>TopTalent</strong> 36
Voorbeeld Leerhuis TTT; duur van 18 maanden (Figuur 8)<br />
Eerste semester van 6 maanden: Nieuwe trends verkennen en terug naar de basis:<br />
Organisatie, en bedrijf.<br />
Theoretische en praktische leerweg:<br />
• Verankerd in kennisdagen: ochtend gezamenlijk, middag gescheiden<br />
• Verankerd in intervisiegroepen: theorie en praktijk apart<br />
• Verankerd in halen en brengen: theoretische leerweg brengt theorie in bij casussen/<br />
praktische leerweg brengt ervaringsdeskundigheid in bij bedrijfsbezoeken<br />
Tweede semester van 6 maanden: Kwaliteit en kwantiteit – op weg naar beter.<br />
Inbreng van binnen en buiten:<br />
• EVC / beoordeling met één aanbieder: AOC Oost met Kenniscentrum EVC<br />
• Externe Partners voor kennisdagen: LTO Groeiservice, Wageningen UR, etc.<br />
• Interne partners van TTT: Interpolis, Rabobank, Flora Holland en alle bedrijven waar<br />
deelnemers werkzaam zijn<br />
• Gemeenschappelijke bijeenkomst in de derde maand met tot de verbeelding sprekende<br />
topspreker van de sector<br />
Derde semester van 6 maanden: Samen aan de slag<br />
Afronden, verdedigen, en leven lang leren<br />
• Intervisie en competentiegroepen<br />
<strong><strong>Tuinbouw</strong>TopTalent</strong> 37
Figuur 8: Voorbeeld Leerhuis TTT<br />
<strong><strong>Tuinbouw</strong>TopTalent</strong> 38
7.5 Continue EVC<br />
Elke student start met een EVC traject (AOC-Oost) waarin aan de hand van bestaande<br />
competentieprofielen en de individuele ontwikkelingsambitie/contract een 0-meting wordt<br />
uitgevoerd. Deze 0-meting (of ErVaringsCertificaat) levert de deelnemer, werkgever en het<br />
kernteam 2 de informatie op aan de hand waarvan een individueel leerarrangement/leerweg<br />
(blz 40) wordt opgesteld. Iedere deelnemer krijgt om dit leerarrangement te kunnen<br />
uitvoeren een coach die daartoe geschoold zal worden. Samen met deze coach en de<br />
bedrijfscoach vult de deelnemer zijn eigen leerarrangement in met leeractiviteiten. Dat kan<br />
een businesscase zijn, maar daar kunnen ook bestaande cursussen of cursusonderdelen in<br />
opgenomen worden. Leeropdrachten worden gedefinieerd in competenties en indien<br />
gewenst deels in expertises. Per te verwerven competentie worden deelopdrachten (Figuur<br />
9) ontwikkeld. De resultaten van deze deelopdrachten worden door de cursist op genomen<br />
in zijn portfolio. Aan de hand van dit portfolio worden de ontwikkelingen van de deelnemer<br />
kort cyclisch geëvalueerd en zo nodig bijgesteld.<br />
2 Professionele docenten<br />
<strong><strong>Tuinbouw</strong>TopTalent</strong> 39
7.5.1 Realtime portfolio<br />
Het is tot nu toe gebruikelijk om aan de hand van dit portfolio, zodra het voldoende gevuld<br />
is, een assessment uit te voeren om na te gaan of de deelnemer inderdaad zijn geplande<br />
competenties verworven heeft. Onze aanpak is om niet achteraf een assessment uit te<br />
voeren maar vooraf; bij het opstellen van de deelopdrachten er al rekening mee te houden<br />
dat naast de te verwerven competentie ook voldoende bewijslast moet worden verzameld.<br />
Het moment van beoordelen vindt niet langer achteraf maar juist vooraf plaats. Dit levert<br />
tijdwinst op en voorkomt ook beoordelingsfouten. Beide voordelen passen goed bij deze<br />
groep met een hoge motivatie en een duidelijke wil om te leren.<br />
Mogelijke vragen:<br />
• Wat betekent deze aanpak voor de op te stellen leerarrangementen?<br />
Het goed doorpraten met coaches m.b.t. de gewenste vorderingen en het meetbaar<br />
maken van de gewenste vorderingen (= bewijslast).<br />
Helder communiceren met de omgeving indien deze een rol speelt in het verzamelen<br />
van bewijslast.<br />
• Wat moet inzichtelijk worden gemaakt in het portfolio en op welke manier om<br />
meerwaarde te hebben voor de medewerker en de werkgever?<br />
Deze vraag dient aan de orde te komen bij contractgesprek TTT, deelnemer en<br />
werkgever en in het contract te worden vastgelegd.<br />
• Wat betekent de procedure met een realtime portfolio voor betrokken partijen als<br />
werkgever, opleider, coach, examencommissie, praktijkbegeleider, etc.?<br />
Het nauwgezet, onafhankelijk en integer meewerken aan de portfolio van de deelnemer<br />
is hierin nodig; het meewerken aan de opbouw van onafhankelijke, ondubbelzinnige en<br />
transparante bewijslast.<br />
• Wat levert deze procedure op in eventuele samenwerking tussen werkgever en opleider?<br />
Nog concretere afspraken over de leerdoelen door gedwongen te worden goed na te<br />
denken over de bewijslast. Vooral de werkgever dient in staat te zijn de te ontwikkelen<br />
competenties van zijn/haar werknemer op gewenste output, outcome en implicatie in te<br />
vullen.<br />
• Wat zijn eisen aan de medewerker?<br />
De KSF’s voor de medewerker worden nog specifiek aangevuld met “goed in het voren<br />
meedenken”, bewijslast snappen, bij planning mogelijk met meer mensen te maken en<br />
organiseren 3 .<br />
• Hoe ziet het proces van bewijslast verzamelen, checken en beoordelen eruit?<br />
De bewijslast is SMART benoemd, dus meetbaar en inzichtelijk. Hierdoor is de voortgang<br />
als het ware af te vinken; in principe is de kwaliteit van de verworven bewijslast ook<br />
geen probleem mits op voorhand goed gedefinieerd; dus goed voorbereiden is zeer<br />
belangrijk.<br />
3 Het gevaar schuilt hier dat de realtime portfolio een selectiemechanisme op zich wordt
Figuur 9<br />
Productdefinitie competentie-instrument<br />
conceptversie dec 2008<br />
4 hoofdfuncties<br />
Competenties<br />
kiezen<br />
Competenties<br />
waarderen<br />
Feedback<br />
bekijken<br />
Acties<br />
genereren<br />
@hier staan de persoonlijke gegevens van de gebruiker@<br />
Werkgebied<br />
gebruiker<br />
@sleep hier je persoonlijke items naar toe@<br />
blablabla<br />
blabdidoeldoee<br />
@lijst met items waaruit je<br />
kunt selecteren@<br />
Informatiegebied<br />
Competenties<br />
kiezen<br />
Competenties<br />
waarderen<br />
Feedback<br />
bekijken<br />
Acties<br />
genereren<br />
@hier staan de persoonlijke gegevens van de gebruiker@<br />
@competentieprofiel – grafische weergave@<br />
@toelichting bij profiel in<br />
tekst; bijvoorbeeld door in<br />
werkgebied met de muis<br />
over competenties te<br />
bewegen@<br />
@tips voor vervolg@<br />
@Vergelijking met eerder meetmoment@
7.5.2 Coaches<br />
De belangrijkste actoren in het laten slagen van de realtime portfolio zijn de coaches. Zij<br />
moeten de deelnemers begeleiden in het formuleren van hun deelopdrachten. Deze<br />
deelopdrachten moeten aansluiten op de leerdoelen van de deelnemer, op de daarvoor<br />
vereiste competenties en op de leer- en ontwikkelingsmogelijkheden die de kandidaat en<br />
zijn werkplek bieden. Naast deze eisen moet de leeropdracht bij een realtime portfolio ook<br />
zo geformuleerd worden dat de kandidaat tijdens het leren tegelijkertijd ook bewijzen voor<br />
het geleerde verzamelt. Een voorbeeld kan zijn dat een kandidaat een bepaalde<br />
managementtaak, het goed leiden van een werkoverleg, heeft geformuleerd. Hij heeft met<br />
dit werkoverleg een aantal doelen voor ogen. Van dit werkoverleg schrijft de deelnemer een<br />
reflectieverslag. Onderdelen in dit reflectieverslag zijn rapportages van de deelnemers<br />
(eventueel aangevuld met leidinggevenden) die aangeven of de gestelde doelen wel of niet<br />
gerealiseerd zijn. Dit verslag wordt besproken met een tweede coach en aan het portfolio<br />
toegevoegd. Andere voorbeelden vergen andere bewijzen. Bewijzen moeten voldoen aan<br />
standaarden die afgeleid zijn van de kwalificaties waarvoor opgeleid wordt. Mogelijk dat er<br />
naast de coachen ook vertegenwoordigers van het bedrijfsleven meedoen om te borgen dat<br />
de uitkomsten tot een kwalificatie leiden.<br />
Mogelijke vragen:<br />
• Hoe organiseer en borg je kwaliteit van beoordelen?<br />
Een eenduidig portfolio is een must; de outputparameters die per competentiestap<br />
gewenst en afgesproken zijn, zijn voorzien van kwaliteitsindicatoren. Steekproefwijs<br />
rouleren portfolio’s langs “de niet-eigen coaches”.<br />
• Wat betekent deze werkwijze voor eisen aan bewijzen?<br />
Eenduidig, SMART.<br />
• Wat betekent deze werkwijze voor een assessment?<br />
Niet zoveel indien voorgaande drie goed opgezet en goed uitgevoerd zijn.<br />
• Wat zijn randvoorwaarden om op deze manier te beoordelen?<br />
Transparantie en aantoonbaarheid van bewijslast gebaseerd op en vastgelegd in<br />
contract.<br />
• Wat zijn eisen aan de coach?<br />
Integriteit, koersvast en bereid tot second opinion.<br />
• Hoe moet de begeleiding van de medewerker eruit zien om kwaliteit te garanderen?<br />
Tandem van onderwijskundig en bedrijfscoach is in staat de realtime portfolio online te<br />
volgen. Regelmatig overleg tussen beide coaches en afspraken over hun terugkoppeling<br />
naar de deelnemer. Beide coaches dienen gecommitteerd te zijn aan de methodiek.<br />
7.5.3 Traject<br />
Ontwikkeling<br />
Het traject start met een beperkte groep van projectdeelnemers aangevuld met<br />
Kenniscentrum EVC/AOC Oost die het eerste concept van het portfolio en een werkwijze
voor het formuleren van leeropdrachten uitwerkt. Bij deze ontwikkeling worden de eisen die<br />
in het algemeen aan bewijslast en beoordelen gesteld worden betrokken, eventueel<br />
aangevuld met specifieke eisen vanuit certificeringsinstantie en/of bedrijfsleven.<br />
<strong><strong>Tuinbouw</strong>TopTalent</strong> 44
<strong><strong>Tuinbouw</strong>TopTalent</strong> 45
<strong><strong>Tuinbouw</strong>TopTalent</strong> 47
<strong><strong>Tuinbouw</strong>TopTalent</strong> 48
Toets van het instrumentarium<br />
Bij een eerste groep van deelnemers (die weten dat ze in een pilot zitten) wordt het concept<br />
model uitgeprobeerd. Deze toets moet er toe leiden dat de grootste hobbels en<br />
onmogelijkheden worden opgespoord zodat een grotere groep daar later niet mee<br />
geconfronteerd wordt. Deze ervaring wordt verwerkt in een versie 1.0 van het portfolio. Bij<br />
voorkeur wordt deze versie digitaal gemaakt en in een afgeschermde digitale omgeving<br />
geplaatst waar de deelnemer en zijn/haar coach bij kunnen. Bij voorkeur is dit een<br />
omgeving waar alle kandidaten elkaar digitaal kunnen ontmoeten.<br />
Opleiden coaches en deelnemers<br />
Om succesvol met het instrument te kunnen werken moeten zowel coaches als deelnemers<br />
worden opgeleid. Voor deelnemers duurt deze opleiding 1 dag, voor coaches 2 dagen. Met<br />
name ingevuld door het praktisch opbouwen van deelopdrachten en verslaglegging van<br />
bewijzen.<br />
Begeleiden van coaches<br />
Coaches gaan vervolgens met hun deelnemers een eerste opzet maken van deelopdrachten.<br />
Niet alle opdrachten worden in één keer geformuleerd, de meeste zullen gaandeweg tot<br />
stand komen. Om coaches bij hun vragen en problemen te helpen en om gezamenlijk<br />
kennis op te bouwen over het instrument en manieren van toepassen worden regelmatig<br />
momenten voor kennisuitwisseling georganiseerd. Hierin wordt in de praktijk opgedane<br />
kennis en uitwerking verder ontwikkeld. Regelmatig worden ook de leeropdrachten en<br />
portfolio’s geëvalueerd tegen de eisen waaraan ze moeten voldoen. Uitwerkingen van deze<br />
kennis en evaluaties worden uitgewerkt en gedistribueerd (liefst in de digitale<br />
werkomgeving) zodat iedereen er kennis van kan nemen en er een degelijke databank met<br />
kennis over realtime portfolio ontstaat.<br />
Afronden project<br />
Het leerhuis duurt 1½ jaar. De kennisuitwisseling en het herformuleren van het portfolio en<br />
de eisen die aan deelopdrachten gesteld worden, zullen ook tijdens deze periode<br />
plaatsvinden. Tegen het eind van 1½ jaar leerhuis wordt een verslag opgeleverd waarin<br />
proces, ontwikkelingen, leerervaringen en uiteindelijke methodiek worden beschreven, met<br />
wat de werkwijze kan opleveren voor werkgever, medewerker en trainer.<br />
Mogelijke vragen:<br />
• Kan er bij het opbouwen van de 0-meting/EVC al rekening worden gehouden met de<br />
eisen die een realtime portfolio met zich meebrengt?<br />
Ja zeker, eerder is genoemd dat het omgaan met een dergelijk portfolio qua competenties<br />
best wat vereist van de deelnemers en de startaanwezigheid daarvan is belangrijk voor de<br />
wijze en intensiteit van coachen.<br />
<strong><strong>Tuinbouw</strong>TopTalent</strong> 49
• Zal er wel of niet een kwalificerende instelling betrokken worden bij TTT<br />
Ja, om de Europese erkenning te krijgen.<br />
• Op welke wijze kan ROI op EVC een plek gegeven worden in dit traject?<br />
Bij het intakegesprek kan als optie worden aangeboden om op basis van de gewenste<br />
leerdoelen en hun uitingswijzen daarvan op de werkvloer een €€ berekening te maken en<br />
zodoende ROI te berekenen.<br />
• Op welke wijze zou de kennis in dit traject veralgemeniseerd kunnen worden en<br />
bruikbaar gemaakt voor anderen?<br />
Gezien de ontstaansgeschiedenis van TTT, de betrokkenheid van 4Cyourway etc. is<br />
openbaarheid van ervaringen en kennis opgedaan in dit traject vanzelfsprekend en zelfs<br />
gewenst.<br />
• Kan het Ruggengraatmodel van 4Cyourway een bijdrage leveren in het portfolio en<br />
bewijslast?<br />
Ja zeker.<br />
7.6 Kosten<br />
Met EVC en doorlopende beoordeling leidende tot Europees erkende (deel)certificaten: €<br />
7.000,- per deelnemer all-in voor 18 maanden vanaf 20 deelnemers. Zonder EVC en dus<br />
minder begeleiding: € 3.000,- per deelnemer all-in voor 18 maanden vanaf 20 deelnemers<br />
Kosten EVC voor groep van 20 deelnemers € 20.000,- inclusieve mentoren en beoordeling/<br />
certificaten. Kosten EVC en portfolio ontwikkeling per deelnemer €1.000,-<br />
7.7 Diversen<br />
Het moge duidelijk zijn dat het uitgedachte leerhuis nog niet uitgeprobeerd en gevalideerd<br />
is. Het afbreukrisico bij een eerste pilot zit niet zozeer in de kenniscomponenten maar in<br />
meer in de organisatie:<br />
• Inpluggen van bedrijfslevencomponenten in onderwijskundig frame<br />
• Brug slaan tussen de betrokken onderwijskundige wereld en bedrijfsleven<br />
• Continue EVC met bewijslast<br />
Kortom het nieuwheidgehalte is fors en uitdagend. Het is te adviseren om de eerste pilot<br />
met ruimere financiële middelen te organiseren dan commercieel nodig is om de<br />
kinderziektes snel te kunnen oppakken. Voorts is er financiële ruimte nodig om te kunnen<br />
voorinvesteren in coaching en leermiddelen.<br />
7.7.1 Coaching<br />
De geselecteerde bedrijfscoaches zullen getraind worden om optimaal de hun toebedachte<br />
rol uit te voeren en ook om zelf maximaal te profiteren van dit traject. Bovendien zal men<br />
ingewijd moeten worden in de E-learnomgeving. Op competentiegevoel zal men getraind<br />
worden in de interactie met de deelnemers maar ook in de interactie met hun<br />
onderwijskundige evenknieën.<br />
<strong><strong>Tuinbouw</strong>TopTalent</strong> 50
7.7.2 Leermiddelen<br />
De ontwikkeling van hardcopy werkboeken, intakeformulieren, kenniskaarten,<br />
competentieprofielen etc. naast het vastleggen en uitwerken van gekozen werkvormen.<br />
<strong><strong>Tuinbouw</strong>TopTalent</strong> 51
8. DE MODULES<br />
De TTT modules vormen onafhankelijke thematisch gerichte onderdelen vanuit TTT en<br />
tegelijkertijd vormen 5 modules 75% van de bouwstenen van het leerhuis.<br />
De gebruikte opzet en lesmaterialen zijn in hun totaliteit beschikbaar bij TTT.<br />
8.1 Filosofie en opzet<br />
Vanuit de groep van 35 bedrijven kwamen tal van suggesties, ook uit het marktonderzoek<br />
(hoofdstuk 5.1), om korte thematisch gerichte ontwikkelingstrajecten te organiseren.<br />
Randvoorwaarde was wel dat de wezenskenmerken van TTT daarin tot uiting zouden<br />
komen; dat betekent intervisie, halen en brengen, eigen business case, sprekers van binnen<br />
en buiten de sector en topkwaliteit. De doelstelling van de modules (zie als voorbeeld<br />
worksheet IT & Logistiek – blz 53) is ook te voorzien in vraaggestuurde scholingstrajecten<br />
op het vlak van ‘IT & logistiek’, ‘projectmanagement’, ‘verandermanagement’, ‘leidinggeven’<br />
en ‘werken in ketens’ voor medewerkers op MBO(+) niveau. Hierdoor ontstaat de<br />
mogelijkheid tot scholing als vervolg op de BBL-opleidingen (‘juniorniveau’). De<br />
scholingstrajecten zijn toegankelijk voor medewerkers van alle ondernemingen in de<br />
glastuinbouw. De scholingstrajecten zijn toegesneden op de vooraf vastgestelde behoeftes<br />
van moderne, zich ontwikkelende ondernemingen. Door dit project wordt vraaggestuurde<br />
scholing voor de verdere ontwikkeling van kerncompetenties voor middelbaar en hoger<br />
kader bij deze ondernemingen mogelijk.<br />
<strong><strong>Tuinbouw</strong>TopTalent</strong> 52
IT & Logistiek, MBO+/HBO<br />
Waar hebben we het over?<br />
1. Het belang en de noodzaak van IT:<br />
a. IT: het zenuwstelsel van het bedrijf<br />
b. Leren uit het verleden en anticiperen op de toekomst.<br />
2. De mogelijkheden van IT voor nu, en die van morgen<br />
3. De applicaties<br />
a. Interne logistiek: denken, opzetten en doen<br />
b. Automatiseren en robotiseren<br />
c. Logistiek in de afzetketen<br />
d. Kwaliteitsmanagement in o.a. de logistiek<br />
e. Systemen als ERP<br />
f. Communicatie en marketing<br />
Eindtermen<br />
1. ziet en doorziet hoe IT doorwerkt op bedrijfsniveau<br />
2. kan strategisch naar voren denken en plannen m.b.t. IT<br />
3. is in staat virtueel een bedrijf om IT te bouwen<br />
4. ontleedt het productieproces in IT termen<br />
Best<br />
practice<br />
GTB<br />
Eigen plan<br />
en case<br />
Van buiten<br />
naar<br />
binnen<br />
Experts..<br />
toekomst<br />
Competentie<br />
1. abstract analyseren<br />
2. strategie en plannen<br />
3. overtuigend communicator<br />
4. sensitiviteit naar ITers<br />
5. tekent flowcharts en stroomdiagrammen
8.2 Organisatie en structuur<br />
Het kader van een module wordt aangegeven door de doelstellingen:<br />
• Een korte intensieve periode van groepsfocus op een thema: 4 bijeenkomsten van<br />
16.00-21.00 bij een bedrijf als gastheer. Een vijfde bijeenkomst wordt in overleg met de<br />
groep gepland als terugkijk- en “wat is er daarna gebeurd” bijeenkomst.<br />
• Het gastbedrijf, gedurende de 5 bijeenkomsten steeds hetzelfde bedrijf, brengt zijn<br />
eigen ervaringen, vragen en casuïstiek m.b.t. het thema in.<br />
• Een groep van 15-20 deelnemers buigt zich over een thema middels instructie, experts<br />
van binnen en buiten de sector, intervisie, halen en brengen en persoonlijke<br />
businesscases.<br />
• Ruimte in programma om sturende effecten van(uit) de groep recht te doen<br />
• Module wordt aangeboden als stand alone met certificaat, dat t.z.t. bij het volbrengen<br />
van het leerhuis wordt omgezet in en overgenomen door continue EVC.<br />
• Module wordt ook aangeboden als onderdeel van de leerhuisconstructie die o.a. bestaat<br />
uit een 5-tal van dergelijke modules.<br />
• De systematiek van intakegesprekken en afspraken met deelnemer zijn uitgevoerd<br />
conform beschrijving leerhuis (hoofdstuk 7)<br />
De organisatie van de modules was in handen van het volgende team: TNO Management<br />
Consultants, Wageningen Business School, PTC+ en stichting TTT. In onderstaand insert<br />
staat als voorbeeld het programma van bijeenkomst-1.
Concept Programma module veranderen 12 mei:<br />
15.30 uur Koffie, ontvangst, indeling in leergroepen<br />
16.00 uur Korte kennismaking, terugkoppeling uit de intakegesprekken<br />
(Gitte, Meta, Miel)<br />
16.20 uur Instructie op het onderwerp ‘Veranderen’ , onze visie, insteek in de sector tuinbouw,<br />
koppeling met de praktijk van de deelnemers door te reflecteren op hun meest<br />
succesvolle verbeteringen en vernieuwingen in de afgelopen twee jaar<br />
(Kees Ahaus)<br />
16.50 uur Gastspreker van buiten<br />
17.20 uur Halen en Brengen: discussie in leergroepen: Uitwisselen eigen ervaringen met<br />
‘Veranderen’; Korte uitleg aan de groepsleden van de praktijksituatie die wordt<br />
ingebracht; verbinding met de inleidingen van Kees en de gastspreker.<br />
Gastspreker en docenten zitten ieder bij een groep (max 5 groepen)<br />
18.00 uur Working dinner & methodiek<br />
Tijdens een eenvoudige maaltijd worden de deelnemers gevraagd om na te denken<br />
over de resultaten van de verandering die ze als praktijksituatie willen inbrengen: Ze<br />
worden daarbij gevraagd om succesbepalende factoren bij de vier resultaatgebieden<br />
van het A3 model in te ‘vullen’. We vragen hen daarbij met elkaar in gesprek te gaan<br />
hierover en resultaten uit te wisselen, en daarna de ingevulde kaartjes op te plakken<br />
op een groot A3 bord (onze toolkit)<br />
19.00 uur Instructie op het onderwerp: Structuur geven aan veranderen met behulp van de A3<br />
methodiek (koppeling maken tussen de verandering en de strategische doelstellingen<br />
van de organisatie en deze uitwerken in concrete actie) Hierbij gebruik maken van de<br />
punten die de deelnemers hebben ingevuld op het A3<br />
(Kees Ahaus)<br />
19.45 uur Intervisie en oefenen om verder structuur aan te brengen aan het uitwerken van hun<br />
praktijkcase (werken in de leergroepen)<br />
20.15 uur Instructie op het onderwerp : ‘omgevingsanalyse van de verandering’ (dit is ook de<br />
brug naar de volgende avond en de aanzet tot de huiswerkopdracht)<br />
(meta)<br />
20.45 uur Geven van huiswerkopdracht, evaluatie eerste avond, afronding<br />
21.00 uur Slot<br />
8.3 Intakegesprekken<br />
De intakegesprekken (Figuur 10), hieronder een fragment van de samenvattende<br />
registratie, zijn als zeer waardevol ervaren. Het maakt de bedoelingen van de aspirant<br />
deelnemer duidelijk en worden de verwachtingen wederzijds getoetst. Persoonlijke ambities<br />
komen aan het licht die later in het groepsproces voor de trainer door de intake<br />
gemakkelijker te plaatsen zijn. De organisatorische spanning zit in het dilemma kwaliteit<br />
van het intakegesprek versus de tijd (=kosten) die het met zich meebrengt. Dit zal zich wel<br />
oplossen als er meer routine is, bv door het toepassen van een spreekuurconstructie op één<br />
locatie voor alle deelnemers i.p.v. gesprekken op bedrijfslocatie.<br />
<strong><strong>Tuinbouw</strong>TopTalent</strong> 55
Figuur 10: Template Intakegesprek<br />
Intakegesprek deelnemer <strong>Tuinbouw</strong> Toptalent<br />
Opbouw:<br />
1. Kennismaking, doel van gesprek<br />
2. Rol en positie van deelnemer in bedrijf<br />
3. Relevante informatie over het bedrijf<br />
4. Specifieke vragen op dit moment en in de toekomst waar het<br />
bedrijf mee te maken krijgt<br />
5. Specifieke (leer) vragen van de deelnemer zelf<br />
6. De case die in de module wordt gebracht door de deelnemer<br />
Algemeen<br />
Onderdelen 1 t/m 3 voor te bereiden door organisatie TTT<br />
Onderdeel 4:<br />
Analyse bedrijf op basis van de volgende onderwerpen:<br />
1. Kerngegevens bedrijf (ha, aantal medewerkers, productieomvang, ketenpositie supply - demand…)<br />
2. Waarin is uw bedrijf succesvol geweest in de afgelopen drie jaar?<br />
3. Wat zijn belangrijke zaken die hebben bijgedragen aan dit succes?<br />
4. (eventueel) Wat was uw eigen bijdrage aan dit succes?<br />
5. Welke ontwikkelingen verwacht u, in het verlengde van dit succes, in uw bedrijf voor de nabije<br />
toekomst?<br />
6. Verwacht u deze ontwikkeling in een samenwerkingsverband of zelf als bedrijf te realiseren?<br />
Verwachte belangrijkste verandering (van – naar):<br />
product<br />
markt bestaand nieuw<br />
bestaand marktpenetratie productontwikkeling<br />
nieuw marktontwikkeling diversificatie<br />
Onderdeel 5:<br />
Analyse werknemer op basis van de volgende onderwerpen:<br />
1. Waarin bent u zelf succesvol geweest in de afgelopen drie jaar?<br />
2. Welke zaken hebben daaraan bijgedragen?<br />
3. Met welke ontwikkelingen krijgt u persoonlijk te maken in de nabije toekomst<br />
Onderdeel 6:<br />
Vaststellen case op basis van de volgende onderwerpen:<br />
1. Wat is op dit moment een belangrijke vraag/probleem/dilemma in uw bedrijf waar u zelf bij bent<br />
betrokken? (hierop zal uitgebreid moeten worden doorgevraagd)<br />
2. Welke resultaten( welke verandering) wil het bedrijf op dit vlak behalen?<br />
<strong><strong>Tuinbouw</strong>TopTalent</strong> 56
Overzicht intakegesprekken <strong><strong>Tuinbouw</strong>TopTalent</strong><br />
Functie<br />
Hoofd P&O<br />
Projectmanager, Adviseur<br />
o.g.v. kennis in agri-business<br />
MT-lid Business Control +<br />
development, P&O<br />
Adviseur potplanten en<br />
economie<br />
Manager/mede-eigenaar,<br />
potplantenadviseur/ontwikkelaar<br />
Opleiding<br />
(globaal)<br />
HBO P&O,<br />
HBO<br />
Bedrijfskunde<br />
HBO<br />
Biochemie<br />
WO<br />
Bedrijfsecono<br />
mie<br />
HBO<br />
Hogere<br />
tuinbouwscho<br />
ol<br />
leerdoelen<br />
Op een creatieve manier<br />
mensen meekrijgen in<br />
nieuwe ontwikkelingen<br />
Mensen meekrijgen in<br />
grote veranderingen,<br />
zowel MT als rest<br />
Hoe persoonlijke<br />
aansluiting bij<br />
veranderingen binnen<br />
eigen bedrijf<br />
Hoe verandering<br />
vormgeven, hoe<br />
mensen mee te krijgen<br />
Inbreng praktijksituatie<br />
Bv. - Bouw nieuw bedrijf: functies zijn nog niet helder, veel<br />
meer ICT betekent functieveranderingen. Hoe aanpakken?<br />
-hoe kunnen we meer flexibiliteit in werk aanbrengen zodat<br />
we hoger opgeleiden behouden?<br />
Bv door meer structuur aan te brengen in aanpak (bv<br />
marktverdeling) en te groeien: minder kwetsbaar te worden<br />
Bv. - Er is een middenmanagementlaag bijgekomen. Hoe gaan<br />
we die verandering succesvol maken<br />
-Het nieuwe strategieformuleringsproces moet gaan werken<br />
- Cultuuromslag: van gauw en rauw naar balans in prestatie,<br />
behandeling en beloning<br />
Bedrijf staat voor keuze: meer specialistisch of meer<br />
generalistisch? Wat vraagt de markt, welke keuzes spelen<br />
mee? Wat is mijn rol hierin?<br />
Bv. - van 4 marktgroepen naar één efficiënte groep<br />
- mensen meer ondernemerschap bijbrengen<br />
Sales Manager<br />
Management en mede<br />
aandeelhouder<br />
Servicecoördinator<br />
Help desk<br />
Trainingen voor dealers<br />
documentatie<br />
Teeltmanager<br />
verantwoordelijk voor afdeling<br />
HBO<br />
werktuigbou<br />
w<br />
MBO/HBO<br />
MBO<br />
tuinbouw<br />
Moet in de toekomst<br />
meer leiding geven,<br />
mensen bij elkaar<br />
brengen<br />
Zie ook Mark, specifiek<br />
hoe draagvlak<br />
verandering in<br />
organisatie vergroten<br />
Wil zich graag verder<br />
ontwikkelen , bv<br />
management<br />
Hoe breng je<br />
veranderingen over aan<br />
Bedrijf is bezig met de verandering van een<br />
productgeoriënteerde organisatie naar een<br />
projectgeoriënteerde organisatie<br />
Zie ook Mark.<br />
Sterk in analyse van technische en logistieke vraagstukken.<br />
Heeft ook ervaring in wasserij branche.<br />
Kan goed uitleggen wat de rol van software kan zijn.<br />
Bv. - Hoe gaan we om met het risico/de kans dat dealers<br />
wegvallen<br />
- splitsing: standaard versus maatwerk: hoe implementeren?<br />
Is eigen ondernemer geweest (kweker anthuriums) heeft<br />
bedrijf verkocht nu manager bij bedrijf Hoe leg je
van 4ha<br />
Teelttechnicus, aansturen van<br />
kweekchefs<br />
MBO<br />
veehouderij,<br />
<strong>Tuinbouw</strong>opl.<br />
je team. Teams moeten<br />
steeds meer zelf<br />
verantwoordelijkheid<br />
nemen<br />
Leren anders naar een<br />
probleem kijken:<br />
ontwikkelen creativiteit.<br />
Teelttechnicus HBO Hoe breng je iets voor<br />
het voetlicht in je<br />
organisatie/hoe krijg je<br />
invloed<br />
Consultant/verkoop HBO Wil zich graag<br />
ontwikkelen tot<br />
projectmanager.<br />
Trainee breeding (sinds half<br />
jaar)<br />
HBO<br />
Dierveehoude<br />
rij<br />
Is nog lerende in de<br />
organisatie wil graag<br />
een gestructureerde<br />
manier voor<br />
vraagstukken die op<br />
hem afkomen<br />
Adviseur/onderzoeker WO (zou nog overleggen<br />
wat haar rol in de<br />
verandering wordt)<br />
Afdelingsmanager veredeling<br />
MBO<br />
tuinbouw<br />
Orchideeënkweker MB MBO<br />
tuinbouw<br />
Wellicht andere aanpak<br />
in aansturing<br />
ontwikkelingen bij zijn<br />
mensen, tact?<br />
verantwoordelijkheden lager in de organisatie?<br />
Er zijn meerdere veranderingen bij bedrijf. De praktische<br />
verandering is dat er een grote verhuizing naar de nieuwbouw<br />
gaat plaatsvinden. Dit zou aanleiding kunnen zijn meerdere<br />
andere zaken te veranderen/verbeteren: bv. invoering van<br />
bedrijfskleding: verhoging hygiëne, verbetering<br />
herkenbaarheid<br />
Caroline zal samen met Arno dezelfde praktijksituatie<br />
inbrengen<br />
Er zijn meerdere veranderingen bij bedrijf. De praktische<br />
verandering is dat er een grote verhuizing naar de nieuwbouw<br />
gaat plaatsvinden. Dit zou aanleiding kunnen zijn meerdere<br />
andere zaken te veranderen/verbeteren: bv veel meer<br />
aandacht voor de koppeling tussen verkoop en R&D<br />
Bv. -Leverprobleem (procesvraag) hoe stel ik prioriteiten,<br />
welke kengetallen zijn belangrijk en hoe zorg ik dat die goed<br />
zijn<br />
- Hygiënevraagstuk: er is een protocol, maar hoe zorgen we<br />
dat die wordt nageleefd?<br />
Bv. Markt verandert/thema’s veranderen: hoe wordt je in de<br />
nieuwe markt net zo bekend? Nieuwe producten?<br />
Bv - fusie van 2 afdelingen (veredeling en teelt), hoe geef je<br />
dat vorm, flexibiliteit in functies binnen bedrijf<br />
- snij naar pot?<br />
<strong><strong>Tuinbouw</strong>TopTalent</strong> 58
8.4 Evaluatie<br />
De modules worden goed gewaardeerd (zie bijlage 3). Behalve zaken op organisatorisch<br />
gebied om te verbeteren zitten er een paar leerpunten in de evaluatie:<br />
• Compact, snel en gefocust bezig zijn in modules wordt gezien als een goed product het<br />
onderscheidt zich daardoor en bedient een bepaalde groep personen<br />
• Intensiteit en snelheid worden gewaardeerd….let wel op het vermogen om hiermee om<br />
te gaan bij het intakegesprek; alternatief om dit te “vertragen” en uit te smeren over<br />
meer bijeenkomsten<br />
• De compactheid van de module heeft ook invloed op de kwaliteit. De topsprekers die<br />
enerzijds nodig zijn om de module voldoende body en inhoud te geven komen anderzijds<br />
niet voldoende uit de verf<br />
• Vanuit onderwijskundig oogpunt adviseert men om de modules in tijd uit te breiden met<br />
zeker twee bijeenkomsten. Het dilemma dat natuurlijk opduikt is “wat kan de markt<br />
hebben aan kosten”<br />
• TTT wil dit kostenpunt eens goed doornemen met diverse partijen. Kunnen we tot een<br />
model komen waar we enerzijds recht doen aan marktconforme prijzen maar anderzijds<br />
de huidige markt als gegeven nemen en onszelf een transitie toestaan.<br />
• Per module bekijken of het verstandig is om HBO en MBO te mengen. Men liep in een<br />
aantal situaties tegen grenzen aan. Het vraagt soms teveel van de begeleiders om de<br />
communicatie tussen de diverse niveaus optimaal te houden om de kernwaarden van<br />
TTT waar te maken. Een search voor andere methodieken dient te gebeuren.<br />
• Hosting van modules door bedrijven wordt erg gewaardeerd en geeft toch een andere<br />
leeromgeving dan een “klaslokaal”.
9. WORKSHOPSERIE “SCHOLING & ARBEID”<br />
TTT heeft met behulp van de subsidie van <strong>Productschap</strong> <strong>Tuinbouw</strong> en die van Stichting<br />
Colland ook een serie workshops “Scholing en Arbeid” georganiseerd. De aanleiding hiervoor<br />
is de constatering dat het voor TTT lastig is om bij haar achterban de opleidingsbehoefte<br />
boven water te krijgen. Dit wordt veroorzaakt door de constatering dat veel bedrijven geen<br />
systematische aanpak hebben m.b.t. scholing. Men erkent de logica dat bedrijfsplannen een<br />
scholingscomponent moeten hebben echter het mankeert aan methodiek, discipline en<br />
kennis. De workshopserie, een 4-tal, is georganiseerd steeds bij een ander bedrijf en is<br />
bijgewoond door 13 tuinders (zie bijlage 4). De gebruikte opzet en lesmaterialen zijn in hun<br />
totaliteit beschikbaar bij TTT.<br />
9.1 De rode draad<br />
Allereerst dient er bij de bedrijven belangstelling te zijn voor de problematiek en een<br />
constructieve houding t.o.v. opleiden. Met de kandidaat deelnemers is een intakegesprek<br />
gehouden om van beide kanten de verwachtingen te controleren en te peilen wat de<br />
kandidaat deelnemers er eventueel specifiek uit willen halen. Het doel van de serie is dat de<br />
ondernemer leert om een bedrijfsopleidingsplan (BOP; zie bijlage 5) te schrijven dat in een<br />
logische lijn ligt van zijn/haar toekomstplannen. Oefeningen, instructie, methodiek en<br />
groepsgesprekken zijn erop afgestemd dat te realiseren. De gebundelde<br />
bedrijfsopleidingsplannen vormen input voor TTT om haar agenda preciezer op te stellen.<br />
De kernelementen bij de workshopserie waren:<br />
• De analyse van het bedrijf, als basis voor strategie en vooruitdenken. Met behulp van de<br />
klassieke SWOT-methode maken de ondernemers hun eigen analyse en maken gebruik<br />
van de SWOT die we als groep voor de primaire sector van de glastuinbouw hebben<br />
gemaakt<br />
• Werken aan zelfkennis; het is de bedoeling dat de ondernemer zicht krijgt op zijn/haar<br />
eigen persoonlijkheid en inziet wat de sterke en zwakke kanten van de diverse typen<br />
mensen zijn. Verder willen we het besef laten groeien en de noodzaak laten inzien dat<br />
kopieën van de ondernemer in hetzelfde bedrijf niet zo zinvol zijn, maar dat het beter is<br />
om een complementair team te maken. Belangrijk is dat de ondernemer in staat is om<br />
voor zijn/haar bedrijf de bedrijfscompetenties te benoemen en wel op management- en<br />
middenniveau en op het niveau van de werkvloer. Vanuit deze lijst van competenties is<br />
vervolgens een blik op het huidige personeel nodig om te leren inzien “heb ik voldoende<br />
aan boord wat ik nodig heb?”.<br />
• Delen van kennis en kunde; we willen tijdens de workshops veel tijd besteden aan de<br />
uitwisseling tussen de ondernemers; de ervaring leert dat men op zijn/haar uiteraard<br />
bezig is met opleidingen. De al dan niet bewuste aanpak/overwegingen/beslissingen<br />
onder woorden brengen en delen met de ander is wezenlijk: men is vaak verder zonder<br />
het te beseffen<br />
<strong><strong>Tuinbouw</strong>TopTalent</strong> 60
• Noodzaak van discipline en systematiek. Als men werkelijk het personeel als de<br />
belangrijkste waarde van het bedrijf ziet dan dienen loopbaanontwikkeling,<br />
ontwikkelingsperspectief en opleiden regelmatig en planmatig aan de orde te komen. Dit<br />
mag geld en tijd kosten.<br />
• Oefenen met methodiek. Het is expliciet de bedoeling dat de deelnemers oefenen met<br />
sjablonen en voorbeelden (bijlage 6) om hun gedachten te ordenen en om te bouwen<br />
aan het bedrijfsopleidingsplan als basis voor de latere persoonlijke opleidingsplannen.<br />
• Instructie om te kunnen en te durven. De volgende instructie-elementen zijn aangereikt:<br />
o De SWOT analyse en vervolgens de systematiek van het koppelen van zwaktes aan<br />
kansen<br />
o Van zwaktes naar identificatie van opleidingsbehoefte in het organogram van het<br />
bedrijf (als die er niet was, dan heeft men die gemaakt)<br />
o Zelfkennis d.m.v. Insight analyse en –instructie; nadrukkelijk leert men hoe men zelf<br />
acteert en hoe anderen werken en communiceren en wat dat betekent voor de<br />
ontwikkeling van ieders eigen interactieve vaardigheden. Het is nadrukkelijk de<br />
bedoeling om de deelnemers de verschillen tussen mensen te leren herkennen en<br />
waarderen.<br />
o Opleidingsbehoefte in kaart brengen m.b.v. de leermatrix en formulier POP<br />
(persoonlijk opleidingsplan). Hierbij wordt er gewerkt met de competenties en<br />
expertises van nu (voor een bepaald persoon) en met de gewenste competenties en<br />
expertise voor later. Verder wordt aandacht besteed aan leerstijlen en –voorkeuren<br />
en andere relevante eigenschappen van de betreffende persoon. Al deze zaken zijn<br />
belangwekkend voor de keuze van de opleiding.<br />
o Het onderwijs- en opleidingpallet (incl. EVC) van Nederland, bijdrage vanuit Helicon<br />
o Welke subsidies en fiscale voordelen zijn er voor mij als ondernemer?, bijdrage van<br />
Flynth.<br />
o De ontmaskering van de excuses om niet op te leiden of er “te weinig” aandacht aan<br />
te besteden.<br />
o De kosten- en batenanalyse van opleiden; financieel gewin door opleiden expliciet<br />
maken naast de kosten en tijdsinspanning<br />
o Werken met competenties<br />
o Maken van een bedrijfsopleidingsplan<br />
o Verschillende modellen om de scholing te organiseren, o.a. het model van Bolletje<br />
met AOC Oost; het sharen en roteren van personeel<br />
9.2 Voornaamste uitkomsten (uit de BOP’s), wat wil men gaan doen, waar is<br />
behoefte aan, en wat moet er gebeuren<br />
• P&O in het algemeen upgraden inclusief P&O-organisatie aanpassen (doorlichten)<br />
• Investeren in een personeelsinformatiesysteem<br />
• Per medewerker de gewenste- en huidige competenties vaststellen<br />
<strong><strong>Tuinbouw</strong>TopTalent</strong> 61
• Op basis van doelstellingen ontwikkelingtrajecten per medewerker formuleren<br />
• Ondersteuning creëren door middel van scholing, coaching, etc.<br />
• Periodiek evalueren en bijsturen<br />
• Nadruk op managementvaardigheden (timemanagement, leidinggeven, effectief<br />
vergaderen etc.)<br />
• Behoefte aan expertise “Marketing en communiceren”; hierbij wordt communiceren in<br />
drie delen onderscheiden: intern in bedrijf, extern in de omgeving richting overheid,<br />
medeburgers, scholen, NGO’s etc. en de commerciële communicatie, inspelen op<br />
duurzaamheid, gezondheid en milieu en overige trends.<br />
• Behoefte aan proceskennis; selectie- en packing line als een procesoperator kunnen<br />
door- en overzien.<br />
• Competentiegerichte bedrijfsvoering: Upgrading bedrijfseenheden kas, hal en administratie<br />
tot meer zelfsturende teams; verantwoordelijken competentiegericht scholen in<br />
leiderschap, visie, samenwerken en besluitvaardigheid, overtuigingskracht, leidingeven,<br />
ondernemerschap, initiatiefvol, analytisch vermogen en kennismanagement.<br />
• Behoefte aan intervisiegroepen op praktisch uitvoerend P&O gebied.<br />
• Module: Onderlinge horizontale of verticale samenwerking<br />
• Module: Vraag-aanbod systematiek op bedrijfsniveau<br />
• Module: Transitie bedrijfsleiders/hoofden van ambachtelijke gedrevenheid naar visie en<br />
leiderschap; van prestatiegericht naar organisatiegericht; meer zelfstandigheid; meer<br />
proactief<br />
Aandachtspunten voor opleiden<br />
Plantenkwekerij P. van Geest Maasland BV<br />
Opleidingsplan<br />
Optie 2 : persoonlijke plannen<br />
TopTalent<br />
2010-2012<br />
<strong><strong>Tuinbouw</strong>TopTalent</strong> 62
• Module: Middenkaderproblematiek m.n. HBO middenkader versus MBO management<br />
• Module: Transitie bedrijfsvisie van “leidraad is opschaling”, naar “leidraad is<br />
optimalisatie per vierkante meter”.<br />
9.3 Evaluatie<br />
Onderstaande tabel geeft samenvattend de waardering voor deze serie van workshops; men<br />
kon de waardering aangeven van 1 (slecht) tot 5 (zeer goed). Verder zijn er nog een aantal<br />
kanttekeningen gemaakt door de 13 deelnemers:<br />
Voldoet aan verwachtingen 1 2 1x 3 3x 4 8x 5<br />
Organisatie 1 2 3 5x 4 4x 5 3x<br />
Optreden en rol Sanne 1 2 3 5x 4 7x 5<br />
Optreden en rol Daan 1 2 3 4x 4 7x 5 1x<br />
Keuze gastsprekers 1 2 2x 3 4x 4 5x 5 1x<br />
Oefeningen 1 2 3 6x 4 4x 5 2x<br />
Informatie 1 2 1x 3 4x 4 7x 5<br />
Accommodaties 1 2 3 4 5x 5 9x<br />
Restauratieve verzorging 1 2 3 1x 4 7x 5 4x<br />
Materialen 1 2 3 5x 4 6x 5 1x<br />
Huiswerkopdrachten 1 2 1x 3 4x 4 5x 5 2x<br />
Feedback / support 1 2 3 7x 4 4x 5 1x<br />
• Gewenste onderwijsproducten: leerhuis uitbouwen en pilotten 7; module praktijkgerichte<br />
marketing 6; intervisiegroep modern telen 5; coöperatief scholen volgens bolletje-model<br />
5.<br />
• Daarnaast zou TTT een makelaarsfunctie kunnen vervullen om groepen van “gelijke”<br />
cursisten te maken.<br />
• Vooral de deelnemers waarmee je een workshop volgt maken het in de meeste gevallen<br />
interessant omdat je veel van elkaar moet leren. De stof die behandeld werd tijdens<br />
deze workshop vond ik echter ook zeer interessant en aansprekend.<br />
• Ik heb veel gehad aan deze bijeenkomsten en zal het zeker in de praktijk meenemen.<br />
Bedankt daarvoor.<br />
• De verschillen tussen de deelnemers waren soms groot, dit is naar mijn mening in het<br />
algemeen de uitdaging voor TTT. Bedrijven zoals wij kijken heel anders aan tegen de<br />
problematiek van opleiden als een bedrijf waar de ondernemer zelf alles doet. TTT heeft<br />
in de vorm van Cropeye en WBS begeleiders bij zich die deze verschillen overbruggen en<br />
tot een winwin maken.<br />
• Voor ons bedrijf met huidige personeel komt dit leerplan nog niet aan bod. De cursus<br />
was een goede voorbereiding voor ons bedrijf met zicht op de toekomst. In<br />
<strong><strong>Tuinbouw</strong>TopTalent</strong> 63
zijn algemeenheid denk ik dat vele tuinbouwbedrijven in een proces zitten van<br />
“familiebedrijf” naar professionele organisatie. Daar wordt of vele verschillende<br />
manieren tegenaan gekeken en BOP en POP zijn daar slechts onderdelen in. Iedereen<br />
kijkt anders naar dit proces en ik ben wel benieuwd waar de andere deelnemers mee<br />
bezig zijn. Welke stappen in dit proces lopen goed en welke moeten nog opgepakt<br />
worden?<br />
• Opleiden is heel specifiek, mijn mening is dan ook dat je niet te breed moet inzetten.<br />
Groepjes van gelijkgestemden vormen lijkt mij een hele goede manier. Dat is ook het<br />
positieve dat bij mij is blijven hangen van de bijeenkomsten.<br />
• Wij zoeken een soort van desk/loket waar je m.b.v. formulier iemand van je bedrijf kunt<br />
aanmelden met nivo, behoefte etc. Van aangemelde personen groepjes maken en deze<br />
onder leiding van deskmedewerker tot een opleiding brengen.<br />
<strong><strong>Tuinbouw</strong>TopTalent</strong> 64
10. WORKSHOP “ STOOMCURSUS COMPETENTIEMANAGEMENT”<br />
In samenwerking met Alles voor Groene Arbeid (bijlage 7) heeft TTT twee workshops<br />
georganiseerd: op 1 juni 2010 in zuidoost Noord-Brabant en op 1 juli 2010 in Zuid-Limburg.<br />
In overleg met de ondernemers hebben we gekozen voor de insteek van competenties.<br />
Beide bijeenkomsten werden bijgewoond door 15 ondernemers.<br />
De rode draad van de workshop was:<br />
1. Rol van competenties nu en straks in de glastuinbouw, ook vanuit de CAO<br />
2. Introductie van het begrip competentie<br />
De 4-hoek<br />
Gedrag<br />
Expertises<br />
Persoonlijkheid<br />
Leergedrag<br />
Leervermogen<br />
Houding<br />
Vaardigheden<br />
Het kennen en kunnen en ‘t kunnen doen<br />
3. De ontwikkelmogelijkheden van competenties, ook in relatie tot leerstijlen en<br />
leervoorkeuren<br />
4. Het ontdekken van competenties door de methodiek van kernkwadranten, waarbij men<br />
zijn/haar eigen sterke kanten leert zien door de blik van anderen via ergernissen, stille<br />
wensen en jaloersheid. Wat is een kernkwadrant:<br />
• Je eigenste ik, je visitekaartje<br />
• Men zegt: “ja dat is hem/haar” of “daarvoor moet je hem/haar hebben”<br />
• Dat is een kolfje naar jouw/zijn/haar hand<br />
• Kernkwaliteit hoort bij je; je kunt het niet uit- of aanzetten<br />
• Je kunt hem wel verbergen<br />
5. Voorbeelden van competenties: zorgvuldigheid, netheid, zorgzaamheid, invoelend,<br />
doorzettingsvermogen<br />
6. Kernkwaliteiten kun je verhullen, maar reflexachtig gedrag of intuïtief gedrag laat je<br />
kernkwaliteiten altijd zien; “Je hebt het, je raakt het niet kwijt, maar of je het gebruikt<br />
in een bepaalde situatie is je eigen keus”<br />
<strong><strong>Tuinbouw</strong>TopTalent</strong> 65
7. De ontwikkelkant, de keerzijde en de mooie zijde van een kernkwaliteit<br />
Een kernkwadrant<br />
“dat vind ik gewoon”<br />
Kernkwaliteit<br />
Behulpzaamheid<br />
+<br />
-<br />
Men verwijt mij dit<br />
Valkuil<br />
Bemoeizucht<br />
Allergie<br />
Onverschillig<br />
-<br />
+<br />
Uitdaging<br />
Overlaten<br />
Wat ik in anderen<br />
verafschuw<br />
Wat ik in anderen<br />
bewonder<br />
8. De stap van kernkwaliteiten naar competenties: sommige kernkwaliteiten zijn direct te<br />
herkennen als competenties echter in de meeste gevallen hebben de competenties en<br />
kernkwaliteiten een relatie. Een kernkwaliteit behulpzaamheid hoort thuis bij mensen die<br />
geschikt zijn voor dienende functies. Zorgvuldigheid hoort bij functies als planners en<br />
controllers, doorzettingsvermogen hoort vaak bij functies met leiderschap en<br />
organisatiesensitiviteit bij een functie als secretaresse en personeelsfunctionaris.<br />
Kernkwaliteiten bepalen ook sterk de mogelijkheden die een persoon heeft om bepaalde<br />
competenties te kunnen en te willen ontwikkelen<br />
9. Competenties zijn onderscheidend/kenmerkend tussen/voor functies. Met behulp van<br />
bijgevoegde systematiek (bijlage 8) heeft men geoefend met competenties toeschrijven<br />
aan functieomschrijvingen. Het is de kunst om de competenties te beperken tot een 5-7<br />
tal onderscheidende competenties. Hieronder volgen een paar voorbeelden:<br />
Hoofd teelt: aanpassingsvermogen, probleemanalyse, stressbestendigheid, besluitvaardigheid,<br />
vasthoudendheid, oordeelvorming, voortgangscontrole<br />
Financieel-administratief medewerker: voortgangscontrole, integriteit, discipline,<br />
omgaan met details, schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid, plannen en organiseren,<br />
samenwerken<br />
Hoofd verkoop: overtuigingskracht, klantgerichtheid, mondelinge uitdrukkingsvaardigheid,<br />
flexibel gedrag, durf, vasthoudendheid, stressbestendigheid<br />
10. Teamvorming zou meer moeten plaats vinden op basis van complementariteit van<br />
personen of op basis van gewenste competenties in het team<br />
<strong><strong>Tuinbouw</strong>TopTalent</strong> 66
Ook werd de opleidingsbehoefte geformuleerd vanuit deze twee workshops:<br />
• Praktijkgericht werken met competenties; functies beschrijven, systematiek van<br />
functioneringsgesprekken, competentieontwikkeling<br />
• Intervisiegroepen m.b.t. personeelsmanagement<br />
• Module “het nieuwe groene proces”: een mengeling van de oude teelt gecombineerd met<br />
objectief registreren en sturen, en aangevuld met proces- en personeelsmanagement.<br />
• In Company upgrading “competenties horen erbij”<br />
• Module corporate performance<br />
<strong><strong>Tuinbouw</strong>TopTalent</strong> 67
11. RELATIE MET GROENE ONDERWIJS<br />
TTT is begonnen als onder andere een reactie uit ontevredenheid over de prestaties van het<br />
groene onderwijs: “we gaan het zelf wel doen”. Achteraf kan men constateren dat de wereld<br />
van de ondernemer en die van de onderwijsgever uit elkaar waren/zijn gegroeid. Redenen<br />
hiervoor zijn:<br />
• Bedrijven worden groter en hebben meer personeel nodig en dus meer van buiten de<br />
sociale invloedsfeer (bv. familie, buren). Hierdoor is het vertrouwde beeld van “jongelui<br />
komen als vanzelf met bedrijf in aanraking en blijven daar” goeddeels verdwenen<br />
• De technologieontwikkeling op de bedrijven is zo intens geweest en gaat zo snel dat het<br />
logisch is dat de scholen niet meer bij zijn: “we kunnen ze het beter zelf vertellen”<br />
• Scholen moeten wennen aan een professionelere ondernemer<br />
• Scholen moeten duidelijker maken wat men nog meer kan bieden dan niet up-to-date<br />
kennis.<br />
Voorts liep de belangstelling van leerlingen voor de glastuinbouw terug waardoor het begrip<br />
concurrentie om leerlingen en arbeidskrachten zijn intrede deed. Het is en was wennen aan<br />
de situatie dat werkkrachten niet vanzelf kwamen.<br />
Het merendeel van de productiebedrijven opereert vanuit costleadership waarbij<br />
kostenbesparing en opschaling de sleutelwoorden waren voor rendement. Dit heeft zijn<br />
gevolgen voor het personeelsbeleid; het begrip “handjes” deed zijn intrede en staat<br />
eigenlijk equivalent voor de inzet van buitenlandse werkkrachten. De problematiek van<br />
scholing en arbeid in de productiebedrijven betreft iedereen behalve de handjes. Tuinders<br />
realiseren zich dat de continuïteit van het bedrijf erbij gebaat is een deel van het personeel<br />
aan je te binden (de handjes vallen vroeger of later weg door de voortschrijdende<br />
automatisering). De meeste productiebedrijven hebben hun scholingsbeleid niet<br />
systematisch verankerd in het strategisch en/of operationeel management.<br />
De onvrede richting het onderwijs is m.i. deels gebaseerd op onmacht: “men heeft wat<br />
nodig…en krijgt het niet en ..pakt het om één of andere reden in zijn bedrijf niet aan”.<br />
Tegelijkertijd weten we dat de glastuinbouw zal intensiveren, intellectualiseren en<br />
automatiseren, m.a.w. meer hoger opgeleiden zullen nodig zijn. Hoe krijg je deze mensen<br />
geïnteresseerd in onze sector?<br />
11.1 Perspectief, opleiden en innoveren<br />
Vanuit de ervaringen van TTT komen de volgende suggesties voort om de uitdaging van<br />
“voldoende en juist opgeleid personeel” 4 aan te pakken.<br />
Houdingsverandering<br />
4 De problematiek is in de productiebedrijven over het algemeen groter dan bij toeleverend bedrijfsleven en<br />
overige schakels van de keten<br />
<strong><strong>Tuinbouw</strong>TopTalent</strong> 68
De bedrijven moeten zich realiseren dat professioneel personeelsmanagement erbij hoort,<br />
en dat opleiden ook investeren is. De bedrijven moeten het idee achter zich laten dat<br />
investeren in personeel alleen nuttig is als personeel zich langdurig aan het bedrijf bindt.<br />
Doorstroming van personeel ververst het bloed en brengt nieuwe ideeën. Bedrijven dienen<br />
zich te realiseren dat bepaalde personele problemen beter samen op te lossen zijn.<br />
Instrumenten<br />
Er zijn methodes om een kosten- en batenanalyse te maken van een beoogd opleidingstraject.<br />
TTT stelt een bundel methodes/spread sheets ter beschikking (product van dit<br />
subsidietraject) om gericht tot een BOP te komen.<br />
Urgentie<br />
TTT vraagt zich af of het gevoel van urgentie in het bedrijfsleven om voldoende<br />
gekwalificeerd personeel van het groene onderwijs te betrekken echt zo groot is als men<br />
vaak uit. Vaak wordt de uitspraak gehoord dat een goede kandidaat uit het grijze onderwijs<br />
wel bijgespijkerd wordt m.b.t. de teelt door het bedrijf zelf. Dit zou namelijk het aantal<br />
mogelijke oplossingen vergroten. Zo zou de sector zelf groene bijspijkermodules kunnen<br />
aanbieden.<br />
Platform<br />
TTT dient samen met LTO Noord, VNO/NCW en de vakbonden/PT het initiatief te nemen om<br />
met gelijkgezinden vanuit het onderwijs (grijs en groen) en brancheorganisaties en wellicht<br />
organisaties zoals AB te komen tot een platform met mandaat:<br />
1 waar men bestaande ORBA-functies koppelt aan functievereisten (incl. competenties) en<br />
eindtermen benodigde opleidingen<br />
2 dat de benodigde opleidingen organiseert bij voorkeur met de TTT kernwaarden en in<br />
samenwerking met grijs en groen onderwijs<br />
3 waarin men experimentele modellen ontwikkelt en uittest waarin werven, opleiden,<br />
ervaringen opdoen en baangarantie zich in één concept verenigen bv. adoptiegroepen<br />
vanuit bedrijfsleven<br />
4 dat met voorstellen komt betreffende te borgen expertise die uniek zijn voor de<br />
glastuinbouw en hoe deze te borgen<br />
5 dat niet naar volledigheid streeft maar voldoende ontwikkelt om te gaan uitproberen,<br />
ervaringen op te doen en door te ontwikkelen<br />
6 dat niet alle lopende initiatieven hoeft te omarmen<br />
<strong><strong>Tuinbouw</strong>TopTalent</strong> 69
12. CONCLUSIES<br />
• Er is veel energie en weinig regie in de sector m.b.t. scholing en opleidingen. Vele<br />
initiatieven leiden aan aanbodsgerichtheid en vragen om een niveau van personeelsmanagement<br />
in de sector dat nog niet algemeen is<br />
• TTT is een prima antwoord op de stagnerende interactie bedrijfsleven en groen<br />
onderwijs, maar zoekt nog wel naar de manier om de beide werelden te harmoniëren<br />
• TTT geeft de voorkeur aan een cafetariamodel vanuit het groene en gecombineerd met<br />
het grijze onderwijs<br />
• Vraaggestuurd opleiden waarin de individuele component wordt gecombineerd met<br />
gemeenschappelijke componenten, t.w. algemene sectorkennis, businesscases en<br />
competentieontwikkeling is heel goed mogelijk: het leerhuis<br />
• Losse thematisch gerichte modules uit het leerhuis kunnen ook separaat gevolgd c.q.<br />
aangeboden worden.<br />
• De kritische succesfactoren voor de introductie van het leerhuis zijn:<br />
o Bedrijven moeten plannen hebben met hun personeel<br />
o Bedrijven moeten bereid zijn te investeren in personeel (leerhuis van 18<br />
maanden kost € 7000 excl. BTW)<br />
o TTT moet het waarmaken: Topkwaliteit voor een Topopleiding in een<br />
Topsector<br />
o Gecommitteerde en competente uitvoeringsorganisatie<br />
o Kritische en innovatieve grondhouding<br />
o Een aanloopfinanciering van 30 K€<br />
• TTT kan zeer succesvol worden als de bovengenoemde kritische succesfactoren worden<br />
ingevuld. Het concept moet leidend worden en bij goede prestaties verkoopt het zichzelf.<br />
• De aantrekkelijkheid van de sector voor in- en zij-instromers valt buiten de scope van<br />
dit rapport, er is trouwens genoeg over geschreven en gezegd.<br />
• Er dienen, en dat raakt TTT wel, innovatieve oplossingen te komen om nieuwkomers of<br />
kandidaat nieuwkomers aan je te binden. In de huidige wereld zijn er andere<br />
modellen/methodes mogelijk, zoals jobrotation, inzet social media. Leven lang leren kan<br />
ook leuk zijn.<br />
• Het groene proces in de glastuinbouw is nog steeds dominant in de gesprekken met<br />
werkgevers/ondernemers, echter er is duidelijk een trend dat andere disciplines nodig<br />
zijn om het groene proces modern en “procesmatig” te runnen, bv procestechnologie,<br />
informatica, marketing & communicatie, bedrijfskundig middenkader, HRM, corporate<br />
performance management, risico management etc.<br />
• Toeleveranciers zijn beter ingericht op “korter blijvende werknemers”, productie<br />
investeert voornamelijk in blijvers.<br />
• Toeleveranciers en een deel van de producenten kijken genuanceerder aan tegen het<br />
belang van groene kennis; “een goede vent…..die leren we het ambacht wel er bij”…..<br />
<strong><strong>Tuinbouw</strong>TopTalent</strong> 70
13. DANKWOORD<br />
Wij willen iedereen bedanken die op een of andere manier direct of indirect betrokken is<br />
geweest bij het tot stand komen van dit rapport. Wij bedanken het <strong>Productschap</strong> <strong>Tuinbouw</strong><br />
en het Fonds Stichting Colland Arbeidsmarkt-beleid voor hun support en financiële steun.<br />
Verder willen wij onderstaande organisaties/personen bedanken voor hun directe of<br />
indirecte bijdrage:<br />
Stichtingbestuur <strong><strong>Tuinbouw</strong>TopTalent</strong>, Wageningen Business School, Kenniscentrum EVC,<br />
AOC Oost, GKC, TNO Management Consultants, PTC+, Alles voor Groene Arbeid, Anthura,<br />
Plantenkwekerij P. van Geest Maasland, DLV Plant , CNB, Berg Product Systems, Lans,<br />
Bunnik Plants, Koppert, Deliflor Chrysanten, Opti-flor, Frans van Zaal Totaaltechniek,<br />
Vitensa, Agro Care, LTO Groeiservice, Grootscholten Consultancy, Flier Systems, Kesgro,<br />
Gebroeders Duijvestijn, Levoplant, Kwekerij Oosterzon, Hendriks, DT van Noord tomaten.<br />
Het geheel overziende, is er de afgelopen drie jaar veel bereikt en een krachtige impuls aan<br />
de vorming van TTT gegeven. De kansen en mogelijkheden die er liggen voor de toekomst<br />
van TTT zijn groot.<br />
<strong><strong>Tuinbouw</strong>TopTalent</strong> 71
14. BIJLAGEN<br />
1. Bedrijven uit de keten zie hoofdstuk 2.1<br />
2. Communicatieplan <strong><strong>Tuinbouw</strong>TopTalent</strong> 2011 zie hoofdstuk 6.2<br />
3. Evaluatie module Veranderen zie hoofdstuk 8.4<br />
4. Deelnemerslijst workshopserie “scholing & arbeid” zie hoofdstuk 9<br />
5. BOP zie hoofdstuk 9.1<br />
6. Leer-Matrix en POP-overzicht 1 zie hoofdstuk 9.1<br />
7. Samenwerking met Alles voor Groene Arbeid zie hoofdstuk 10<br />
8. Competenties uitgeschreven op vijf prestatieniveaus zie hoofdstuk 10<br />
<strong><strong>Tuinbouw</strong>TopTalent</strong> 72