Inhoud - Jurisprudentie
Inhoud - Jurisprudentie
Inhoud - Jurisprudentie
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
74<br />
«JA»<br />
Bedrijfs- en beroepsaansprakelijkheid<br />
3. Het geschil<br />
3.1. [A] vordert – samengevat – DAS te veroordelen<br />
tot het betalen van schadevergoeding wegens<br />
inkomensderving. Dit betreft schade ten gevolge<br />
van een misgelopen carrière, nader op te maken<br />
bij staat, alsmede ten gevolge van werktijdvermindering<br />
tijdens ziekte, ten bedrage van € 30.366,86.<br />
Daarnaast vordert [A] DAS te veroordelen tot het<br />
betalen van schadevergoeding wegens door haar<br />
gemaakte kosten voor een advocaat, ten bedrage<br />
van € 23.841,73, alsmede wegens gemaakte kosten<br />
voor een coach, ten bedrage van € 16.243,50, te<br />
vermeerderen met een bedrag van € 15.000,= exclusief<br />
btw aan toekomstige kosten voor een<br />
coach.<br />
3.2. [A] legt aan haar vordering – zakelijk weergeven<br />
– het volgende ten grondslag.<br />
DAS heeft niet de zorg betracht van een redelijk<br />
bekwaam en redelijk handelend beroepsgenoot.<br />
DAS heeft de arbeidrechtelijke kant van het geschil<br />
tussen [A] en de werkgever ten onrechte<br />
onbehandeld gelaten. DAS heeft in de periode van<br />
drieënhalf jaar waarin zij de rechtsbijstandverlener<br />
van [A] was, [A] immers niet begeleid bij de problemen<br />
op haar werk terwijl DAS wel op de<br />
hoogte was van het feit dat de werkgever structureel<br />
de op haar rustende re-integratieverplichtingen<br />
niet naleefde. Ten onrechte heeft DAS het<br />
dossier van [A] als een letselschadezaak beschouwd.<br />
Doordat DAS zich nooit tot de werkgever<br />
heeft gericht met een sommatie zich als goed<br />
werkgever te gedragen, onder meer door zich te<br />
houden aan de re-integratieverplichtingen, is de<br />
zaak zodanig geëscaleerd dat de carrière van [A]<br />
bij de werkgever na negentien jaar is geëindigd.<br />
Door de wanprestatie van DAS lijdt [A] schade.<br />
Zij derft inkomsten wegens het mislopen van een<br />
verdere carrière bij de werkgever en van overwerk.<br />
Verder heeft [A] in 2007 ingestemd met een<br />
werktijdverkorting, niet wetende dat zij zichzelf<br />
hiermee te financieel tekort deed. Daarnaast heeft<br />
[A] advocaatkosten moeten maken die bij een<br />
adequate rechtsbijstand door DAS achterwege<br />
waren gebleven. Ook raadpleegt [A] sinds 2009<br />
een coach waarvan de kosten door DAS dienen<br />
te worden gedragen.<br />
3.3. DAS voert verweer.<br />
3.4. Op de stellingen van partijen wordt hierna,<br />
voor zover van belang, nader ingegaan.<br />
4. De beoordeling<br />
4.1. DAS erkent dat zij tot april 2008 niet met de<br />
voortvarendheid heeft gehandeld die van haar<br />
mocht worden verwacht. DAS heeft zich in dat<br />
kader bereid verklaard om een bedrag van<br />
€ 1.076,61 aan [A] te voldoen. Dit bedrag ziet op<br />
de door Holland Van Gijzen aan [A] in 2007 in<br />
rekening gebrachte kosten (zie 2.9). Nu DAS dit<br />
gedeelte van de door [A] gevorderde schadevergoeding<br />
niet betwist, komt de vordering in zoverre<br />
voor toewijzing in aanmerking.<br />
4.2. Voor het overige verschillen partijen van<br />
mening over de vraag (i) of DAS in haar dienstverlening<br />
richting [A] toerekenbaar is tekortgeschoten,<br />
(ii) of de gevorderde schade een gevolg is van<br />
de wanprestatie van DAS en (iii) of de gevorderde<br />
schade is geleden. Bij de beantwoording van de<br />
eerste vraag dient te worden beoordeeld of DAS<br />
heeft gehandeld zoals een redelijk bekwaam en<br />
redelijk handelend rechtsbijstandverlener te werk<br />
zou gaan.<br />
4.3. [A] verwijt DAS in de kern dat zij de werkgever<br />
niet heeft aangesproken op diens re-integratieverplichtingen.<br />
Tussen partijen staat niet ter discussie<br />
dat [A] DAS niet heeft verzocht om haar<br />
te begeleiden bij het re-integratietraject. Volgens<br />
[A] had DAS evenwel haar verzoek om juridische<br />
bijstand zelfstandig in het juiste arbeidsrechtelijke<br />
kader moeten plaatsen en, meer concreet, de<br />
werkgever moeten wijzen op de verplichtingen<br />
uit de regeling Poortwachter, zoals het maken van<br />
een probleemanalyse en het opstellen van een reintegratieplan.<br />
4.4. De rechtbank is met DAS van oordeel dat<br />
voor de door [A] bepleite verplichting geen steun<br />
is te vinden in het recht. Een dergelijke verplichting<br />
valt ook niet te lezen in de door [A] aangehaalde<br />
rechtspraak. Weliswaar volgt uit het door<br />
[A] genoemde arrest van de Hoge Raad van 28<br />
juni 1991 (NJ 1992, 420) dat van een advocaat –<br />
die overigens niet zonder meer gelijk is te stellen<br />
aan een rechtsbijstandverlener die geen advocaat<br />
is – mag worden verwacht dat hij zelfstandig beoordeelt<br />
wat voor de zaak van nut kan zijn en<br />
daarnaar handelt, maar deze gevergde beoordeling<br />
houdt vanzelfsprekend wel verband met datgene<br />
waarvoor de cliënt zich tot zijn advocaat wendt.<br />
Een advocaat of andere rechtsbijstandverlener<br />
hoeft niet op eigen initiatief te onderzoeken of en<br />
in hoeverre zijn cliënt mogelijk behoefte heeft aan<br />
en/of baat zou hebben bij overige rechtsbijstand,<br />
buiten de context van de verleende opdracht.<br />
572<br />
<strong>Jurisprudentie</strong> Aansprakelijkheid 24-06-2011, afl. 5<br />
Sdu Uitgevers<br />
www.sdu-ja.nl