Inhoud - Jurisprudentie
Inhoud - Jurisprudentie
Inhoud - Jurisprudentie
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
79<br />
«JA»<br />
Bedrijfs- en beroepsaansprakelijkheid<br />
aanleiding van deze bespreking heeft De Hypotheekshop<br />
dezelfde dag een offerte bij BLG aangevraagd.<br />
Deze offerte, waarop eveneens een rente<br />
van 5,95% en rentevaste periode van 10 jaar zijn<br />
vermeld, heeft [X] van De Hypotheekshop op 13<br />
november 2008 met [eiseres] besproken. [eiseres]<br />
heeft deze offerte toen ondertekend zonder wijzigingen<br />
aan te brengen ten aanzien van de rente<br />
(zie 2.6). Dit geldt ook voor de door [eiseres] ondertekende<br />
financieringsaanvraag (zie 2.7). Hieruit<br />
volgt dat, zoals De Hypotheekshop ook aanvoert,<br />
[eiseres] op dat moment nog niet had aangegeven<br />
dat zij een variabele rente wenste. Pas<br />
toen [eiseres] de tweede offerte van BLG (van 28<br />
november 2008) met De Hypotheekshop besprak,<br />
heeft zij kenbaar gemaakt dat zij een variabele<br />
rente wilde. Anders dan [eiseres] betoogt heeft zij<br />
de eerste offerte van BLG dus niet ondertekend<br />
onder invloed van een onjuiste mededeling van<br />
[X] over het kosteloos omzetten van de rente.<br />
4.8. In het midden kan dan blijven of [X] [eiseres]<br />
op 28 november 2008 daadwerkelijk heeft meegedeeld<br />
dat kosteloze omzetting geen probleem zou<br />
zijn, zoals [eiseres] stelt en De Hypotheekshop<br />
betwist. Als gevolg van de ondertekening van de<br />
eerste offerte is tussen [eiseres] en BLG al op 13<br />
november 2008 een overeenkomst van geldlening<br />
tot stand gekomen. De wijzigingen in de offertes<br />
van 28 november 2008 en 18 december 2008<br />
hadden alleen betrekking op de hoogte van de lening.<br />
De gestelde onjuiste mededeling van [X]<br />
kan er dus niet toe hebben geleid dat [eiseres]<br />
werd gebonden aan de vaste rente voor de duur<br />
van 10 jaar. Nu het causaal verband tussen de gestelde<br />
onjuiste mededeling van [X] en de gestelde<br />
schade van [eiseres] ontbreekt, kan de gestelde<br />
tekortkoming van De Hypotheekshop niet leiden<br />
tot toewijzing van de vorderingen van [eiseres].<br />
Aan onderzoek naar de feitelijke grondslag van<br />
die gestelde tekortkoming hoeft dan niet te worden<br />
toegekomen.<br />
Advies van De Hypotheekshop aan [eiseres] tot het<br />
aangaan van de overeenkomst met BLG<br />
4.9. [eiseres] heeft op 11 november 2008 tegen de<br />
medewerker van De Hypotheekshop mededelingen<br />
gedaan die ertoe leidden dat de medewerker<br />
op het klantprofielformulier invulde dat het inkomen<br />
[eiseres] uit de Bed & Breakfast € 40.000,=<br />
“zou moeten worden” (zie 2.5). Volgens [eiseres]<br />
heeft De Hypotheekshop dat inkomen ten onrechte<br />
gebruikt voor de hypotheekaanvraag aangezien<br />
dat inkomen er helemaal niet was. [eiseres] stelt<br />
dat De Hypotheekshop tekortgeschoten is in de<br />
advisering door uit te gaan van een bruto jaarinkomen<br />
van € 69.820,= en, als gevolg daarvan, van<br />
een netto maandlast van € 1.200,=. Zij betoogt dat<br />
zij, indien De Hypotheekshop haar juist had geadviseerd,<br />
een andere financier had gezocht voor<br />
een lening met een variabele rente of dat zij met<br />
BLG een overeenkomst onder andere voorwaarden<br />
had gesloten. Als zij begin 2009 wegens onvoldoende<br />
inkomen geen hypotheek had kunnen afsluiten,<br />
zou zij de hypotheek bij de Bank of Scotland<br />
hebben gecontinueerd, aldus [eiseres].<br />
4.10. De Hypotheekshop betoogt dat [eiseres] op<br />
het moment van het hypotheekadvies voor een<br />
substantieel bedrag inkomsten uit arbeid genoot<br />
en dan het voor haar mogelijk was de hypotheekrente<br />
af te trekken. Naast haar inkomen uit loondienst<br />
van € 31.320,= had [eiseres] aangegeven<br />
dat zij plannen had haar Bed & Breakfast uit te<br />
breiden en dat zij verwachtte daarmee een inkomen<br />
van € 40.000,= te kunnen genereren. Van<br />
een precaire situatie was geen sprake, althans dit<br />
was niet kenbaar voor De Hypotheekshop.<br />
4.11. De rechtbank overweegt hierover het volgende.<br />
Op een hypotheekadviseur rust een uit de<br />
overeenkomst van opdracht voortvloeiende<br />
zorgplicht. Deze brengt mee dat een hypotheekadviseur<br />
moet nagaan of een klant in staat zal zijn<br />
de financiële lasten van een door die klant gewenste<br />
hypothecaire geldlening te voldoen. Indien<br />
daarover in redelijkheid moet worden getwijfeld<br />
moet een hypotheekadviseur zijn klant adviseren<br />
om die lening niet te sluiten. Volgens [eiseres]<br />
heeft [X] alleen gevraagd om enkele salarisstroken<br />
van haar toenmalige deeltijd-dienstverband en<br />
een stuk waaruit de WOZ-waarde bleek, en heeft<br />
De Hypotheekshop geen nadere informatie opgevraagd<br />
over de in juli 2007 gestarte Bed & Breakfast.<br />
De Hypotheekshop heeft dit niet weersproken.<br />
Hieruit volgt dat De Hypotheekshop geen<br />
deugdelijk onderzoek naar de financiële situatie<br />
van [eiseres] heeft gedaan. Ter zitting heeft [eiseres]<br />
aangevoerd dat zij ten tijde van de hypotheekaanvraag<br />
niet beschikte over duidelijke cijfers<br />
van haar onderneming. Indien De Hypotheekshop<br />
wel navraag had gedaan naar de financiële situatie<br />
van [eiseres] had zij dus moeten constateren dat<br />
er geen deugdelijke grondslag bestond voor de<br />
veronderstelling dat [eiseres] met haar Bed &<br />
Breakfast een inkomen zou genereren en al helemaal<br />
niet dat zij daarmee € 40.000,= per jaar zou<br />
602<br />
<strong>Jurisprudentie</strong> Aansprakelijkheid 24-06-2011, afl. 5<br />
Sdu Uitgevers<br />
www.sdu-ja.nl