Inhoud - Jurisprudentie
Inhoud - Jurisprudentie
Inhoud - Jurisprudentie
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
79<br />
«JA»<br />
Bedrijfs- en beroepsaansprakelijkheid<br />
Met betrekking tot BLG<br />
Hulppersoon<br />
4.20. [eiseres] betoogt dat BLG op grond van artikel<br />
6:76 BW aansprakelijk is voor haar schade die<br />
een gevolg is van de ondeugdelijke advisering<br />
door De Hypotheekshop. Terecht voert BLG<br />
echter aan dat De Hypotheekshop niet als haar<br />
hulppersoon optrad en dat zij niet op deze grond<br />
aansprakelijk kan worden gehouden.<br />
4.21. Het verweer van BLG, dat de rechtbank<br />
overneemt, houdt samengevat het volgende in.<br />
Voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst<br />
van hypothecaire geldlening – dus ten tijde van<br />
de advisering door De Hypotheekshop – bestond<br />
tussen [eiseres] en BLG geen contractuele relatie.<br />
[eiseres] had De Hypotheekshop opdracht gegeven<br />
haar te adviseren en met een hypotheekverstrekker<br />
te bemiddelen. Tussen BLG en De Hypotheekshop<br />
bestaat een overeenkomst die inhoudt<br />
dat De Hypotheekshop bevoegd is de producten<br />
van BLG aan haar klanten aan te bieden via bemiddeling.<br />
De Hypotheekshop bemiddelt echter voor<br />
verschillende aanbieders en is niet verplicht<br />
werkzaamheden te verrichten ten behoeve van<br />
BLG. De Hypotheekshop handelt dus niet namens<br />
BLG maar als een zelfstandige financiële dienstverlener<br />
met een vergunning van de AFM en BLG<br />
heeft geen zeggenschap over of invloed op (de<br />
advisering van) De Hypotheekshop. Dat de overeenkomst<br />
tot hypothecaire geldlening gescheiden<br />
moet worden van de advisering door De Hypotheekshop<br />
was aan [eiseres] ook kenbaar gemaakt,<br />
doordat in de offerte van BLG van 28 november<br />
2008 is vermeld: “BLG Hypotheken adviseert u<br />
niet en controleert het advies van de adviseur niet”<br />
(zie 2.9). De conclusie luidt dan ook dat De Hypotheekshop<br />
bij haar advisering aan [eiseres] niet<br />
een op BLG rustende verbintenis uitvoerde, zodat<br />
artikel 6:76 BW toepassing mist.<br />
Zorgplicht BLG<br />
4.22. [eiseres] neemt het standpunt in dat BLG<br />
onrechtmatig jegens haar heeft gehandeld doordat<br />
zij in de fase voorafgaand aan het sluiten van de<br />
overeenkomst tot hypothecaire geldlening niet,<br />
althans onvoldoende of op onjuiste wijze de<br />
leencapaciteit van [eiseres] heeft getoetst, althans<br />
heeft laten toetsen. In verband hiermee betoogt<br />
zij dat op BLG als bank en hypotheekverstrekker<br />
een bijzondere zorgplicht rust die ertoe strekt haar<br />
als particuliere wederpartij te beschermen tegen<br />
de gevaren van eigen lichtvaardigheid of gebrek<br />
aan inzicht jegens de consument en leek [eiseres].<br />
Dit volgt uit de rechtspraak van de Hoge Raad<br />
van 5 juni 2009 (LJN: BH2815 en BH2811). Uit<br />
deze bijzondere zorgplicht vloeit volgens [eiseres]<br />
voort dat BLG zich ervan had moeten vergewissen<br />
of [eiseres] voldoende draagkracht had om de<br />
maandlasten te voldoen. Deze plicht om de leencapaciteit<br />
te toetsen volgt volgens [eiseres] ook<br />
uit de Gedragscode Hypothecaire Financieringen.<br />
BLG betoogt dat op haar geen bijzondere zorgplicht<br />
rust zoals door [eiseres] is bedoeld. Volgens<br />
BLG is er wel sprake van een op haar rustende<br />
zorgplicht, maar heeft zij daaraan voldaan door<br />
de leencapaciteit van [eiseres] te toetsen.<br />
4.23. De arresten waarnaar [eiseres] verwijst hebben<br />
betrekking op aandelenlease -overeenkomsten,<br />
waarbij zich risico’s kunnen voordoen die<br />
voor niet deskundige consumenten niet altijd gemakkelijk<br />
zijn in te zien. Terecht wijst BLG er op<br />
dat een hypothecaire lening niet kan worden vergeleken<br />
met aandelenlease-producten. De lening<br />
waarop de offertes van BLG betrekking hadden<br />
betreft een eenvoudige aflossingsvrije hypothecaire<br />
lening met een vaste rente, die niet afhankelijk<br />
is van koersontwikkelingen. Op BLG rust dan ook<br />
geen bijzondere zorgplicht in de zin van de arresten<br />
van de Hoge Raad van 5 juni 2009.<br />
4.24. Artikel 4.34 Wet op het financieel toezicht<br />
(Wft) bepaalt dat een aanbieder van krediet<br />
voorafgaand aan de totstandkoming van een<br />
overeenkomst inzake krediet in het belang van de<br />
consument informatie inwint over diens financiële<br />
positie en beoordeelt of het aangaan van de<br />
overeenkomst verantwoord is ter voorkoming<br />
van overkreditering van de consument. Ook bepaalt<br />
dit artikel dat de aanbieder geen overeenkomst<br />
inzake krediet met een consument aangaat<br />
indien dit, met het oog op overkreditering van de<br />
consument, onverantwoord is.<br />
4.25. Bij conclusie van antwoord heeft BLG aangevoerd<br />
dat zij aan artikel 4.34 Wft heeft voldaan<br />
doordat zij a) een inkomensverklaring van [eiseres]<br />
en De Hypotheekshop gezamenlijk heeft gevraagd<br />
(zie 2.10), b) een BKR-toets heeft uitgevoerd,<br />
c) de waarde van de woning heeft gecontroleerd<br />
(€ 640.000,= vrije verkoopwaarde en<br />
€ 570.000,= executiewaarde) en d) een berekening<br />
van de woonlasten en toegestane woonlasten heeft<br />
opgesteld. Op 21 januari 2011 heeft [eiseres] een<br />
“akte overlegging producties ten behoeve van de<br />
comparitie” genomen. Noch in die akte noch ter<br />
604<br />
<strong>Jurisprudentie</strong> Aansprakelijkheid 24-06-2011, afl. 5<br />
Sdu Uitgevers<br />
www.sdu-ja.nl