Scan 6, december 2003 - UMC Utrecht
Scan 6, december 2003 - UMC Utrecht
Scan 6, december 2003 - UMC Utrecht
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
stemmingsmanipulator<br />
achttien en vierendertig jaar zijn en nog geen<br />
XTC hebben gebruikt. Doordat ze vaak uitgaan,<br />
dance-feesten bezoeken en bijvoorbeeld andere<br />
jongeren kennen die al wel XTC hebben gebruikt,<br />
is de kans groter dat ze zelf alsnog gaan gebruiken.<br />
“We beïnvloeden hun keuze op geen enkele<br />
manier”, zegt Jager. “Het is gewoon een kwestie<br />
van afwachten.”<br />
Potentiële gebruikers<br />
Zodra mensen deelnemen aan het onderzoek,<br />
worden ze uitvoerig getest. Ze krijgen diverse<br />
vragenlijsten voorgeschoteld en moeten na een<br />
training enkele aandachts- en geheugentaken<br />
uitvoeren terwijl hun hersenfuncties worden<br />
geregistreerd met een MRI-scanner. Tot slot volgen<br />
nog enkele taken op een computer. Jager:<br />
“Op die manier krijgen we een goed beeld van<br />
hun cognitieve, neurofysiologische toestand vóór<br />
een eventueel XTC-gebruik. Sommige van hen<br />
gaan XTC gebruiken. Zodra ze daaraan beginnen,<br />
herhalen we het onderzoek en een jaar<br />
later doen we dat nog een keer. De vrijwilligers<br />
die van de XTC afblijven fungeren als controlegroep.<br />
Zo willen we meer inzicht krijgen in de<br />
werkelijke gevolgen van XTC-gebruik.”<br />
De speurtocht naar de werkelijke effecten van<br />
XTC-gebruik is slechts een onderdeel van Jagers<br />
promotieonderzoek naar de ‘neurotoxiciteit van<br />
XTC’. En het onderzoek van Jager maakt weer<br />
deel uit van een A<strong>UMC</strong>-project, een gezamenlijk<br />
project van AMC en <strong>UMC</strong>. Amsterdam kijkt vooral<br />
naar de fysiologische processen, <strong>Utrecht</strong> concentreert<br />
zich op de functionele processen.<br />
Gesettelde dertigers<br />
“Behalve naar oorzaak en gevolg, kijk ik ook<br />
naar het beloop”, zegt Jager. “Als er verstoringen<br />
in het geheugen of het psychisch welzijn<br />
ontstaan, hoe ontwikkelen die verstoringen zich<br />
dan? Gaat het van kwaad naar erger? En als een<br />
stevige gebruiker stopt, treedt er dan compleet<br />
herstel op? Op dat soort vragen willen we graag<br />
een antwoord. Want nu weten we daar vrijwel<br />
niets vanaf.”<br />
Jager maakt daarvoor gebruik van de gegevens<br />
van een onderzoek dat halverwege de jaren<br />
tachtig werd opgezet door kinderpsychiater<br />
Frank Verhulst en zijn medewerkers van het<br />
Sophia kinderziekenhuis in Rotterdam.<br />
Zestienhonderd kinderen tussen de tien en<br />
twaalf jaar vulden destijds uitgebreide vragenlijsten<br />
in over de schoolprestaties en de gezinsachtergrond,<br />
het psychisch functioneren, enzovoort.<br />
Het onderzoek werd regelmatig herhaald,<br />
waardoor een mooi overzicht op langere termijn<br />
ontstond. Bovendien gaven honderd personen<br />
bij de laatste update in 1998 aan dat ze wel eens<br />
XTC hadden gebruikt. Sommigen gebruikten<br />
veel, anderen weinig. Sommigen gebruikten nog<br />
steeds, anderen waren inmiddels uitgegroeid tot<br />
gesettelde dertigers en gestopt met XTC. “Een<br />
ideale groep om naar de langetermijneffecten te<br />
kijken”, zegt Jager. “We proberen twintig van<br />
die honderd gebruikers op te sporen en kijken<br />
dan of we verschillen zien met een vergelijkbare<br />
groep niet-gebruikers uit datzelfde bevolkingsonderzoek.”<br />
Beeldvorming<br />
De MRI speelt ook een belangrijke rol in het<br />
derde en laatste aspect van Jagers onderzoek: de<br />
klinische relevantie. “Stel dat XTC-gebruik leidt<br />
tot minder serotoninereceptoren”, zegt Jager,<br />
“dan wil dat nog niet zeggen dat mensen daar<br />
in het dagelijkse leven ook last van hebben.<br />
Serotonine speelt een rol bij de regulatie van de<br />
stemming en leer- en geheugenprocessen. Als<br />
dat serotoninesysteem wat minder functioneert<br />
worden mensen niet meteen depressief of<br />
dement. Veel biologische systemen kunnen<br />
tegen een stootje, hebben voldoende restcapaciteit<br />
of schakelen andere systemen in om de achteruitgang<br />
– in dit geval van het serotoninesysteem<br />
– te compenseren.”<br />
Jager heeft de eerste, interessante gegevens al<br />
binnen. Terwijl proefpersonen geheugentaakjes<br />
uitvoeren, wordt het functioneren van hun brein<br />
geregistreerd door een MRI-scanner. “Bij een van<br />
de geheugentaken”, zegt Jager, “zien we dat de<br />
controlegroep in 92 procent van de opdrachten<br />
het goede antwoord geeft, terwijl de XTC-groep<br />
blijft steken op 85 procent. Ook de MRI-beelden<br />
zien er anders uit, maar op dit moment is nog<br />
niet duidelijk of dat misschien ook aan cocaïne,<br />
cannabis of andere middelen te wijten is. Het<br />
gevonden verschil is wetenschappelijk gezien<br />
significant, maar het blijft de vraag of het klinisch<br />
ook van betekenis is. In het dagelijks leven<br />
klagen XTC-gebruikers – een enkele uitzondering<br />
daargelaten – niet over hun geheugenfunctie.<br />
Ze hebben geen briefje nodig bij het boodschappen<br />
doen, stuiten niet op onoverkomelijke<br />
problemen. Wetenschappelijk zien we dus een<br />
verschil, maar klinisch is er kennelijk weinig aan<br />
de hand.”<br />
Gedeeltelijk herstel<br />
Groen licht voor XTC? Absoluut niet. De bulk van<br />
het XTC-onderzoek komt de komende jaren pas<br />
beschikbaar. Bovendien kunnen er nog veel<br />
adders onder het gras zitten. Jager: “Het kleine<br />
geheugenverschil tussen gebruikers en nietgebruikers<br />
leidt nu nog niet tot duidelijke ‘afwijkingen’<br />
in het dagelijkse leven. Maar dat neemt<br />
de ongerustheid niet weg. Bij het verouderen<br />
gaan onze geheugenfuncties langzaam achteruit.<br />
Het kleine verschil wijst misschien op een kleinere<br />
restcapaciteit bij XTC-gebruikers. Zullen ze bij<br />
het ouder worden eerder geheugenproblemen<br />
krijgen? Die vraag is nog niet goed te beantwoorden,<br />
omdat XTC pas in de jaren tachtig op<br />
grotere schaal populair werd. De eerste generatie<br />
gebruikers is nu in de veertig. Over twintig<br />
jaar zien we de effecten pas bij zestigplussers.”<br />
Onderzoek bij dieren levert een gemengde boodschap<br />
op. Zodra er wordt gestopt met XTC, herstellen<br />
de beschadigde zenuwcellen enigszins.<br />
Maar het is geen volledig herstel, eerder een<br />
noodverband. Jager: “Onderzoek bij aapjes wijst<br />
uit dat er na zeven jaar nog altijd een negatief<br />
effect te zien is. Dat is zorgwekkend. Maar aan<br />
de andere kant is het niet zeker dat dit ook voor<br />
de mens geldt.”<br />
Verslavingsprofessor<br />
Volgens de vooraanstaande Amerikaanse ‘verslavingsprofessor’<br />
Mary Jeanne Kreek, die onlangs<br />
te gast was bij het Rudolf Magnus Instituut, is<br />
het Nederlandse onderzoek van groot belang.<br />
Niet alleen vanwege de vernieuwende combinatie<br />
van fysiologisch en functioneel onderzoek.<br />
Maar zeker ook vanwege het langetermijnonderzoek<br />
naar de eventuele effecten van XTC. Dat<br />
maakt het onderzoek uniek in de wereld.<br />
Los van de politieke standpunten over XTCgebruik,<br />
vindt Jager het van belang dat er goede<br />
informatie beschikbaar komt over wat XTC met<br />
je doet. “Psychoactieve stoffen zoals koffie, alcohol<br />
en nicotine, worden in grote hoeveelheden<br />
gebruikt. Voor een deel is dat een individuele<br />
keuze, die je eigenlijk pas kunt maken als je weet<br />
wat eraan vastzit. Ik spreek soms mensen die<br />
zeggen ‘als ik dat toen geweten had, was ik er<br />
nooit aan begonnen’. Betrouwbare voorlichting<br />
is dus bijzonder belangrijk. Met dit onderzoek<br />
willen we daaraan bijdragen.”<br />
Meer informatie is te vinden op<br />
www.xtcstudie.nl<br />
l nr 6 <strong>december</strong> <strong>2003</strong> l 11