1.4 PREVENTIE EN BESCHERMING OP HET ... - Stad Sint-Niklaas

6.2.4.5 Zuil uitvoering
• Algemene leiding: twee commissarissen
• Interventiepools
Het model voor interventie gaat uit van acht teams bestaande uit twaalf personen (voorheen:
vier brigades van ongeveer 30 man). Om de sturing en planning van de diensten van deze
teams mogelijk te maken, worden de teams één tot vier samengenomen in één blok (pool A)
en de teams vijf tot acht in een ander blok (pool B). Afwisselend per week is één pool belast
met interventie en onthaal, de andere pool is (als gereserveerde capaciteit) beschikbaar voor
federale opdrachten (bijvoorbeeld controle van de gemeentegrenzen bij het uitbreken van
epidemieën, het begeleiden van eurotransporten enz.), projectwerking (onder andere volgens
de prioriteiten van het zonale veiligheidsplan) en ondersteuning van de andere functionaliteiten
(verkeer, wijkwerking, onderzoek, slachtofferhulp, openbare orde).
Poolleiding: drie commissarissen
Dienstplanners: twee inspecteurs
Pool 1: Team 1: één hoofdinspecteur, negen inspecteurs, één hulpagent
Team 2: twee hoofdinspecteurs, negen inspecteurs, één hulpagent
Team 3: twee hoofdinspecteurs, tien inspecteurs
Team 4: twee hoofdinspecteurs, negen inspecteurs, twee hulpagenten
Pool 2: Team 5: één hoofdinspecteur, 11 inspecteurs
Team 6: twee hoofdinspecteurs, tien inspecteurs
Team 7: twee hoofdinspecteurs, negen inspecteurs
Team 8: twee hoofdinspecteurs, negen inspecteurs, één hulpagent
• Maatschappelijke cel:
twee hoofdinspecteurs, twee inspecteurs, één adviseur (calog), één consulent (calog).
• Milieu: één commissaris, één hoofdinspecteur, twee inspecteurs
• Preventie: drie adviseurs, één administratief medewerker
• Vliegende ploeg: drie inspecteurs
• Snelheid: één inspecteur, één hulpagent
• Agressieteam: één inspecteur, één hulpagent
• Verkeerseducatie: één inspecteur
• Parkeerdienst: één inspecteur, zeven parkeerwachters
• Wijkwerking:
twee hoofdinspecteurs, 23 inspecteurs, twee hulpagenten, één administratief medewerker
• Lokale recherche:
één commissaris, zes hoofdinspecteurs, tien inspecteurs, één assistent (calog)
6.2.5 PRIORITEITEN ZONAAL VEILIGHEIDSPLAN
6.2.5.1 Inleiding
Artikel 36 van de wet op de geïntegreerde politie (WGP) van 7 december 1998 voorziet voor alle
politiediensten, ééngemeentezones inbegrepen, in de verplichting jaarlijks een zonaal veiligheidsplan
op te stellen. In feite betreft het hier de voortzetting van de reeds lang, op grond van toenmalig
artikel 10 van de wet op het politieambt, opgestarte dynamiek inzake interpolitiezones, het lokaal
veiligheidsoverleg en de veiligheidscharters.
Artikel 37 van de WGP bepaalt dat het zonaal veiligheidsplan wordt voorbereid door de zonale
veiligheidsraad en dat rekening moet gehouden worden met het nationaal veiligheidsplan, zodat er
een samenhang is in het politiebeleid op federaal en lokaal niveau. De zonale veiligheidsraad is een
systematisch overleg tussen de burgemeester(s), de procureur des konings, de korpschef van de
lokale politie en de bestuurlijke directeur-coördinator van de federale politie of zijn afgevaardigde.
Het zonaal veiligheidsplan moet het veiligheidsbeleid, waarop de actie van de lokale politiemensen
gesteund is, in de zone uitstippelen. De prioriteiten moeten op een projectmatige manier uitgewerkt
worden. Het plan omvat:
266