NJB-1510
NJB-1510
NJB-1510
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Rechtspraak<br />
Aanbevolen citeerwijze:<br />
<strong>NJB</strong> 2015/ … (nummer uitspraak)<br />
Hoge Raad (civiele kamer) 631<br />
Afd. bestuursrechtspraak RvS 632<br />
Centrale Raad van Beroep 636<br />
Hoge Raad (civiele kamer)<br />
Deze rubriek wordt verzorgd door mr. G.C.C.<br />
Lewin, lid van het Gemeenschappelijk Hof<br />
van Justitie van het Caribische deel van het<br />
Koninkrijk. De uitspraken zijn integraal in te<br />
zien op www.rechtspraak.nl.<br />
505<br />
27 februari 2015, nr. 14/00219<br />
(Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens,<br />
C.A. Streefkerk, G. Snijders, G. de Groot,<br />
T.H. Tanja-van den Broek; A-G mr. L.<br />
Timmerman)<br />
ECLI:NL:HR:2015:499<br />
Bestuurdersaansprakelijkheid. Een (middellijk)<br />
bestuurster van een vennootschap<br />
dient een spoedaanvraag in tot faillietverklaring<br />
van de vennootschap. Op dezelfde<br />
dag geeft zij aan de bank opdracht tot betalingen<br />
ten laste van een bankrekening van<br />
de vennootschap. Het hof overweegt dat<br />
gesteld noch gebleken is dat aan de<br />
bestuurster persoonlijk een ernstig verwijt<br />
kan worden gemaakt. HR: Het hof heeft<br />
hetzij blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting,<br />
hetzij zijn oordeel ontoereikend<br />
gemotiveerd.<br />
(BW art. 6:162)<br />
ING, adv. mr. J. de Bie Leuveling Tjeenk, vs. X<br />
en A Beheer, niet verschenen.<br />
Feiten en procesverloop<br />
X is enig aandeelhoudster en bestuurster van<br />
A Beheer. A Beheer is enig aandeelhoudster<br />
en bestuurster van A. Op 25 maart 2008<br />
heeft X telefonisch aan ING verzocht tot<br />
nader order geen betalingsopdrachten uit te<br />
voeren ten laste van een bankrekening die A<br />
bij ING aanhield. In de ochtend van 28 maart<br />
2008 heeft X het faillissement van A aangevraagd.<br />
Rond 13:30 uur heeft X aan ING betalingsopdrachten<br />
ter zake van loon verstrekt<br />
zonder melding te maken van de faillissementsaanvraag.<br />
Ter uitvoering van deze<br />
opdrachten heeft ING in totaal € 41.732 afgeschreven<br />
van de bankrekening van A, die<br />
daardoor rood kwam te staan. Om 14:14 uur<br />
werd het faillissement van A uitgesproken.<br />
De curator in het faillissement van A heeft<br />
ING in rechte betrokken. In die hoofdzaak is<br />
ING inmiddels onherroepelijk veroordeeld<br />
tot betaling van € 24.796 (zie HR 23 maart<br />
2012, ECLI:NL:HR:2012:BV0614, NJ 2012/421<br />
(ING vs. Manning q.q.)).<br />
In het onderhavige vrijwaringsgeding heeft<br />
ING gevorderd dat X en A Beheer hoofdelijk<br />
worden veroordeeld tot betaling van al datgene<br />
waartoe ING in de hoofdzaak mocht<br />
worden veroordeeld. De rechtbank heeft de<br />
vordering toegewezen. Het hof heeft de vordering<br />
alsnog afgewezen.<br />
Hoge Raad<br />
De onderdelen 4a-4c voeren aan dat ING aan<br />
haar op bestuurdersaansprakelijkheid gebaseerde<br />
vordering ten grondslag heeft gelegd<br />
dat X persoonlijk een ernstig verwijt kan<br />
worden gemaakt omdat zij namens A aan<br />
ING een betalingsopdracht heeft verstrekt,<br />
terwijl zij wist of redelijkerwijs behoorde te<br />
begrijpen dat A hiervoor niet zou kunnen<br />
instaan en geen verhaal zou bieden voor de<br />
schade die ING als gevolg hiervan zou lijden.<br />
De onderdelen voegen hieraan toe dat ING<br />
ter nadere onderbouwing van het persoonlijk<br />
ernstig verwijt het volgende heeft gesteld:<br />
X wilde dat het faillissement van A per direct<br />
zou worden uitgesproken. In de faillissementsaanvraag<br />
staat immers dat het van<br />
belang is dat de eigen aangifte ‘per omgaand’<br />
en ‘met de hoogste spoed’ wordt behandeld.<br />
X (dan wel haar advocaat) heeft op geen<br />
enkel moment – noch in de faillissementsaanvraag<br />
noch in het telefonisch contact met<br />
de griffie – een nuance aangebracht op het<br />
verzoek om het faillissement per omgaande<br />
uit te spreken.<br />
In het licht van deze omstandigheden was er<br />
sprake van een ‘reële kans (…) dat het faillissement<br />
van A nog diezelfde dag zou worden<br />
uitgesproken’.<br />
X heeft de faillissementsaanvraag in de ochtend<br />
van 28 maart 2008 met haar advocaat<br />
besproken, zodat zij op de hoogte was van de<br />
inhoud van de faillissementsaanvraag en van<br />
het feit dat het een spoedaanvraag was.<br />
Deze wetenschap brengt met zich dat X er<br />
‘rekening mee diende te houden dat het faillissement<br />
van A nog diezelfde dag zou worden<br />
uitgesproken en dus dat het niet langer geoorloofd<br />
was om ten laste van de bankrekening<br />
van A bij ING betalingen te verrichten’.<br />
Door de betalingsopdrachten niettemin te<br />
verstrekken heeft X ‘willens en wetens het<br />
risico genomen dat ING (…) op enig moment<br />
door de (toekomstige) curator van A zou worden<br />
aangesproken om het met de betalingen<br />
corresponderende bedrag nogmaals aan de<br />
boedel af te dragen’.<br />
In het licht van deze stellingen heeft het hof<br />
door te oordelen dat gesteld noch gebleken is<br />
dat X persoonlijk een ernstig verwijt kan<br />
worden gemaakt en dat ook onvoldoende is<br />
gesteld voor het kunnen aannemen van aansprakelijkheid<br />
van A Beheer, hetzij blijk gegeven<br />
van een onjuiste rechtsopvatting hetzij<br />
die oordelen ontoereikend gemotiveerd. De<br />
onderdelen 4a-4c slagen dus. Onderdeel 4d<br />
komt op tegen de overweging van het hof dat<br />
ING niet heeft gesteld dat X op de hoogte<br />
was van de terugwerkende kracht tot 00:00<br />
uur van een uit te spreken faillissement.<br />
Geklaagd wordt in de eerste plaats dat niet<br />
valt in te zien dat een eventueel gebrek aan<br />
kennis van de Faillissementswet zou afdoen<br />
aan het persoonlijk ernstig verwijt dat X kan<br />
worden gemaakt. De klacht is ongegrond.<br />
Voor aansprakelijkheid van een bestuurder<br />
van een vennootschap voor een tekortkoming<br />
of onrechtmatige daad van die vennootschap<br />
is vereist dat de bestuurder ter<br />
zake van de daaruit voortvloeiende benadeling<br />
van derden persoonlijk een ernstig verwijt<br />
kan worden gemaakt. Onbekendheid<br />
met een bepaalde wettelijke regel kan in dit<br />
verband mede van belang zijn. Voorts wordt<br />
geklaagd dat het niet op de weg lag van ING<br />
om te stellen dat X op de hoogte was van de<br />
terugwerkende kracht van de faillissementsuitspraak.<br />
Deze klacht slaagt. Het was aan X<br />
om in het kader van haar verweer aan te voeren<br />
dat zij niet op de hoogte was van het feit<br />
dat een faillissement terugwerkt tot 00:00<br />
uur van de dag waarop het is uitgesproken.<br />
Volgt vernietiging en verwijzing, overeenkomstig<br />
de conclusie van de A-G.<br />
De A-G gaat onder 3.12 in op de maatstaf<br />
voor bestuurdersaansprakelijkheid.<br />
506<br />
27 februari 2015, nr. 14/01730<br />
(Mrs. W.A.M. van Schendel, B.C. de Savornin<br />
Lohman, H.A.G. Splinter-van Kan, G. de<br />
Groot, V. van den Brink; A-G mr. F.F.<br />
Langemeijer)<br />
ECLI:NL:HR:2015:500<br />
Gevangenisstraf. Tenuitvoerlegging. Een<br />
verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf<br />
waarvan de duur korter is dan de<br />
duur van het reeds door hem ondergane<br />
voorarrest. Daarnaast wordt de tenuitvoerlegging<br />
gelast van een eerder voorwaardelijk<br />
aan hem opgelegde gevangenisstraf. In<br />
dit kort geding vordert hij een bevel tot staking<br />
van de tenuitvoerlegging van laatstbedoelde<br />
straf. Het hof wijst dit toe. HR: Het<br />
oordeel van het hof is ten onrechte gebaseerd<br />
op de opvatting dat het Openbaar<br />
Ministerie de bevoegdheid heeft af te zien<br />
van tenuitvoerlegging van de straf. De door<br />
NEDERLANDS JURISTENBLAD – 13-03-2015 – AFL. 10 631