NJB-1510
NJB-1510
NJB-1510
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Tijdschriften<br />
518<br />
Burgerlijk (proces)recht<br />
Bedrijfsjuridische berichten<br />
Nr. 4, 24 februari 2015<br />
Mr. I.M.G. de Bakker, Bb 2015/11<br />
Intentie tot benadeling schuldeisers<br />
afgestraft<br />
– Contractsvrijheid is en blijft het<br />
uitgangspunt in ons contractenrecht.<br />
Partijen mogen echter niet zo maar<br />
alles overeenkomen. Daarbij is een<br />
verschil waarneembaar tussen de<br />
intentie tot het verrichten van een<br />
rechtshandeling die tot benadeling<br />
van crediteuren leidt en de feitelijke<br />
vaststelling dat dit het gevolg is van<br />
een verrichte rechtshandeling. Juist<br />
dit verschil was aanleiding voor de<br />
procedure die heeft geleid tot één<br />
van de laatste arresten uit 2014:<br />
HR 19 december 2014,<br />
ECLI:NL:HR:2014:3650. In deze bijdrage<br />
gaat schr. aan de hand van dit<br />
arrest van de Hoge Raad in op een<br />
belangrijk verschil in vertrekpunt<br />
tussen art. 3:40 BW (nietig door in<br />
strijd met goede zeden of openbare<br />
orde) en art. 3:45 BW (vernietigbaar<br />
door pauliana).<br />
ORP<br />
6e jrg. nr. 2, maart 2015<br />
Mr. D.F. Spoormans<br />
Kijken door een nieuwe bril naar de<br />
stelplicht en bewijslast bij de<br />
klachtplicht<br />
– De Hoge Raad<br />
heeft op 12 december<br />
2014 een nieuw<br />
arrest gewezen in de<br />
kwestie Far Trading<br />
B.V./Edco Eindhoven<br />
B.V. Met dit arrest is<br />
een duidelijke invulling<br />
gegeven aan de verdeling van de<br />
stelplicht en bewijslast bij een<br />
beroep op de klachtplicht van de artt.<br />
6:89 en 7:23 BW. Die invulling is<br />
anders dan eerder werd aangenomen.<br />
Mr. G.J.L. Bergervoet<br />
Borgtocht als bijzondere vorm van<br />
contractuele hoofdelijkheid<br />
– De wijze waarop de overeenkomst<br />
van borgtocht moet worden onderscheiden<br />
van de onbenoemde overeenkomst<br />
van contractuele hoofdelijkheid<br />
is een onderwerp waar men<br />
zowel in de wetenschap als in de<br />
praktijk mee worstelt. Deze worsteling<br />
valt goed te begrijpen. Borgtocht<br />
is in het systeem van het BW namelijk<br />
geregeld als een bijzondere vorm<br />
van contractuele hoofdelijkheid,<br />
maar uit de wettelijke definitie van<br />
borgtocht in art. 7:850 BW kan een<br />
helder onderscheid tussen de rechtsfiguren<br />
niet worden afgeleid.<br />
WPNR<br />
146e jrg. nr. 7052, 28 februari 2015<br />
Mr. A. Karapetian<br />
Bestuurdersaansprakelijkheid na<br />
Van de Riet/Hoffmann: over hoe het<br />
is, hoe het was en zou moeten zijn<br />
– De recente rechtspraak van de<br />
Hoge Raad over de bestuurdersaansprakelijkheid<br />
uit onrechtmatige<br />
daad roept diverse vragen op. Deze<br />
zijn van belang bij de verdere ontwikkeling<br />
van het juridische kader<br />
waarbinnen bestuurders van rechtspersonen<br />
aansprakelijk kunnen worden<br />
gesteld. Gepleit wordt voor een<br />
herleving van de focus op de norm.<br />
Mr. B. Hoops<br />
De faillissementspauliana tegen de<br />
overdracht onder opschortende<br />
voorwaarde van faillissement van<br />
de vervreemder: Een waakhond met<br />
muilband?<br />
– In deze bijdrage toont schr. aan<br />
waarom het wetenschapsvereiste een<br />
in beginsel onoverkomelijke drempel<br />
vormt voor de toepassing van art. 42<br />
Faillissementswet op de overdracht<br />
onder opschortende voorwaarde van<br />
faillissement van de vervreemder.<br />
Mr. R.J. Holtman<br />
Transparant offreren (I)<br />
– Offerteperikelen in twee delen. In<br />
het eerste deel geeft schr. een opsomming<br />
van de rechtspraak van het Hof<br />
Amsterdam over de stelling dat werkzaamheden<br />
die redelijkerwijs te voorzien<br />
zijn, niet mogen leiden tot<br />
meerwerk.<br />
WR Tijdschrift voor<br />
Huurrecht<br />
Nr. 2, februari 2015<br />
Mr. M. Vols, WR 2015/16<br />
Artikel 8 EVRM en de gedwongen<br />
ontruiming van de huurwoning<br />
vanwege overlast<br />
– In steden is burenoverlast voor<br />
veel inwoners een dagelijks terugkerend<br />
probleem. Veelal kan de overlast<br />
door de buren zelf of samen met<br />
buurtbemiddelaars worden opgelost,<br />
maar soms is een meer ingrijpend<br />
optreden vereist. Als<br />
de overlastveroorzaker<br />
zijn woning huurt, is<br />
het doorgaans de verhuurder<br />
die uiteindelijk<br />
tegen ernstige<br />
woonoverlast optreedt.<br />
De gedwongen ontruiming<br />
van de huurwoning vormt het<br />
ultimum remedium binnen de overlastbestrijding.<br />
Het EVRM biedt<br />
rechtsbescherming tegen de gedwongen<br />
ontruiming van de woning. Het<br />
EHRM merkt het verlies van de<br />
woning aan als zeer ingrijpende<br />
inmenging in het recht op respect<br />
voor het privéleven en woning. Uit<br />
art. 8 EVRM vloeit volgens het Europese<br />
Hof voort dat de bewoner de<br />
proportionaliteit en redelijkheid van<br />
het (dreigende) verlies van de<br />
woning door een rechter moet kunnen<br />
laten toetsen. In dit artikel analyseert<br />
schr. eerst de Europese jurisprudentie<br />
over art. 8 EVRM om de<br />
precieze betekenis van de voorwaarden<br />
te achterhalen. Vervolgens<br />
onderzoekt schr. of en hoe aan de<br />
Europese voorwaarden wordt voldaan<br />
in de gerechtelijke ontbindingsprocedure<br />
(art. 7:231 lid 1 BW), de<br />
opzeggingsprocedure (art. 7:274 BW)<br />
en de buitengerechtelijke ontbindingsprocedure<br />
(art. 7:231 lid 2 BW).<br />
519<br />
Fiscaal recht<br />
Weekblad Fiscaal Recht<br />
143e jrg. nr. 7086, 26 februari 2015<br />
Drs. H.A. Bergman, mr. F.R. Herreveld<br />
“We willen werkbare beslissingen<br />
nemen in zaken waar veel mensen<br />
op een verlossend woord wachten”<br />
Maarten Feteris is de eerste fiscalist<br />
als president van de Hoge Raad<br />
– Nee, het was zeker geen afspraak<br />
of regel dat er nooit een fiscalist tot<br />
president van de Hoge Raad zou worden<br />
benoemd. De opvolging werd tot<br />
voor kort echter bepaald door de<br />
betrekkelijke eenvoud van het<br />
anciënniteitsprincipe — en laat op<br />
de moments suprêmes nu nooit een<br />
fiscalist de langst zittende raadsheer<br />
zijn geweest. Inmiddels staan bij de<br />
benoeming geschiktheid en kwaliteit<br />
voorop. Dat verklaart waarom fiscalist<br />
Maarten Feteris (1960) sinds 1<br />
NEDERLANDS JURISTENBLAD – 13-03-2015 – AFL. 10 641