13.03.2015 Views

NJB-1510

NJB-1510

NJB-1510

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Tijdschriften<br />

Bij echtscheiding blijft het partnerpensioen<br />

vaak onbesproken of wordt<br />

zelfs helemaal vergeten. Soms wordt<br />

ten onrechte verondersteld dat met<br />

een uitsluiting van de Wet verevening<br />

pensioenrechten bij scheiding<br />

ook het bijzonder partnerpensioen is<br />

geregeld. Het niet goed doordenken<br />

en/of vastleggen van wat bij echtscheiding<br />

moet gebeuren met het<br />

partnerpensioen kan voor alle<br />

betrokkenen vervelende consequenties<br />

hebben. In verband hiermee zet<br />

schr. een en ander op een rijtje en<br />

geeft voorbeelden voor clausules<br />

voor de situatie waarin (ex-)partners<br />

géén afstand doen van partnerpensioen,<br />

de situatie waarin beide (ex-)<br />

partners afstand doen en tot slot de<br />

situatie waarin één van beide (ex-)<br />

partners afstand doet van het partnerpensioen.<br />

Tot slot somt schr. de<br />

punten op die bij het opstellen van<br />

het echtscheidingsconvenant achtereenvolgens<br />

aandacht moeten krijgen.<br />

EB Tijdschrift voor<br />

scheidingsrecht<br />

Nr. 2, februari 2015<br />

Mr. B. van den Anker, EB 2015/11<br />

Samenleven en alimentatie<br />

ontvangen? II<br />

– In zijn artikel<br />

‘Samenleven en alimentatie<br />

ontvangen?’<br />

(EB 2009/32)<br />

signaleerde schr.<br />

aan de hand van op<br />

dat moment recente<br />

jurisprudentie, dat<br />

steeds meer met succes een beroep<br />

op art. 1:160 BW wordt gedaan en dat<br />

de rechtspraak steeds vaker bereid is<br />

tot omkering van de bewijslast, waardoor<br />

een situatie van ‘samenleven als<br />

gehuwden’ sneller wordt aangenomen.<br />

Aanleiding daarvoor was de uitspraak<br />

van het Hof ‘s-Gravenhage van<br />

9 juli 2008 (LJN BD9380) waarin de<br />

bewijslast werd omgekeerd. In die<br />

procedure betwistte de vrouw dat zij<br />

samenleefde met een ander als<br />

waren zij gehuwd, omdat zij een latrelatie<br />

had. De (met bewijsstukken<br />

onderbouwde) argumenten van de<br />

man brachten het hof er echter toe<br />

om op grond van de redelijkheid en<br />

billijkheid de bewijslast van de stelling<br />

dat er over en weer geen financiele<br />

verwevenheid tussen de vrouw en<br />

haar partner bestond, bij de vrouw<br />

neer te leggen. De vrouw slaagde niet<br />

in haar bewijsopdracht. Het hof oordeelde<br />

daarom dat de aanspraak van<br />

de vrouw op alimentatie op grond<br />

van art. 1:160 BW van rechtswege<br />

was geëindigd. De vrouw poogde<br />

haar aanspraak op alimentatie nog<br />

te redden door het instellen van cassatie.<br />

Dat was echter zonder succes<br />

(art. 81 RO). Ondanks de door de feitenrechters<br />

gegeven signalen lijkt<br />

art. 1:160 BW ruim vijf jaar later nog<br />

steeds stevig in het zadel te zitten.<br />

De Hoge Raad laat de teugels niet<br />

vieren.<br />

Mr. M.C.J.M. Hermus, EB 2015/12<br />

Huwelijksvermogen in<br />

faillissementsituaties<br />

– Onlangs is wetsvoorstel 33 987<br />

(Wijziging Boek 1 BW teneinde de<br />

wettelijke gemeenschap van goederen<br />

te beperken en wijziging Faillissementswet)<br />

na advies van de Raad<br />

van State aangepast. Het voorstel is<br />

een revolutionaire wending ten<br />

opzichte van het bestaande stelsel<br />

van de wettelijke gemeenschap van<br />

goederen en tevens een codificatie<br />

van de praktijk van drie vermogens<br />

die reeds lang bestaat door het op<br />

ruime schaal in testamenten en<br />

schenkingen toepassen van de zogenaamde<br />

uitsluitingsclausule. De<br />

beleggingsleer “Hollands Koopmanschap”<br />

wordt in het voorstel gekoppeld<br />

aan het Belgisch wettelijk stelsel<br />

zoals dat nu al kan bij huwelijkse<br />

voorwaarden. Die beleggingsleer en<br />

de risico’s voor de ondernemer in tijden<br />

van economische crisis zijn voor<br />

schr. aanleiding het nieuwe wetsvoorstel<br />

in een breder perspectief te<br />

plaatsen, namelijk dat van de schrijnende<br />

schuldensituaties, zowel in het<br />

nieuwe voorstel als in de praktijk van<br />

de bij huwelijkse voorwaarden overeengekomen<br />

uitsluiting van iedere<br />

gemeenschap van goederen. In beide<br />

situaties wordt getracht aan de hand<br />

van rechtsvragen duidelijkheid te<br />

krijgen over de reikwijdte van de<br />

voorgestelde wijzigingen in het<br />

huwelijksvermogensrecht in faillissementssituaties<br />

en een aanbeveling te<br />

doen voor een sociaal-maatschappelijk<br />

wenselijke afhandeling van faillissementen,<br />

zowel nu als in de toekomst.<br />

Schr. komt met een voorstel<br />

tot aanpassing van art. 63 Faillissementswet<br />

(Fw), toekenning van een<br />

overnamerecht aan de niet gefailleerde<br />

echtgenoot ook in de situatie van<br />

echtgenoten die gehuwd zijn buiten<br />

iedere gemeenschap van goederen,<br />

maar wel een eenvoudige gemeenschap<br />

hebben (mede-eigendom van<br />

woning bijvoorbeeld) en vervolgens<br />

met een pleidooi voor een restrictieve<br />

toepassing door curatoren en<br />

rechters-commissarissen van art. 61<br />

lid 4 Fw (anticiperende werking) voor<br />

bestaande situaties. De beleggingsleer<br />

– economische mede-eigendom<br />

– vormt hierbij een belangrijke inspiratiebron.<br />

Mr. A.R. van Wieren, EB 2015/13<br />

Kinderalimentatie: niet langer een<br />

taak van de ouders, maar van de<br />

overheid?<br />

– De Expertgroep Alimentatienormen<br />

heeft eind november 2014 in<br />

reactie op de Wet hervorming kindregelingen,<br />

in werking getreden op 1<br />

januari 2015, het volgende advies<br />

gepubliceerd: “Met ingang van 1<br />

januari 2015 komen alleenstaande<br />

ouders die in aanmerking komen<br />

voor een kindgebonden budget ook<br />

in aanmerking voor een verhoging<br />

van dit kindgebonden budget met<br />

maximaal € 3.050,00 (voor 2015).<br />

Deze verhoging wordt de alleenstaande<br />

ouderkop genoemd. De<br />

expertgroep beveelt aan om dit totale<br />

kindgebonden budget in mindering<br />

te doen strekken op het gevonden<br />

tabelbedrag. Dit kan er in een<br />

aantal gevallen toe leiden dat er geen<br />

behoefte meer resteert waarin de<br />

ouders moeten voorzien. In een dergelijk<br />

geval is er dus geen aanleiding<br />

voor het opleggen van een onderhoudsbijdrage<br />

ten laste van de andere,<br />

niet-verzorgende ouder.” Dat dit<br />

advies verstrekkende gevolgen heeft<br />

voor de beantwoording van de vraag<br />

in hoeverre de niet-verzorgende<br />

ouder nog kinderalimentatie dient te<br />

voldoen, wordt in dit artikel uitgewerkt.<br />

Dat de kosten van verzorging<br />

en opvoeding van kinderen een primaire<br />

verantwoordelijkheid hoort te<br />

zijn van ouders en hoe dat in samenhang<br />

met kinderalimentatie gerealiseerd<br />

kan worden, wordt eveneens<br />

beschreven.<br />

Tijdschrift Erfrecht<br />

16e jrg. nr. 1, februari 2015<br />

Mr. A.J. Luimes<br />

Bestuursrechtelijke handhaving en<br />

de beneficiair aanvaardende<br />

erfgenaam<br />

– Dit artikel gaat over geldschulden<br />

die voortvloeien uit een bestuurlijk<br />

NEDERLANDS JURISTENBLAD – 13-03-2015 – AFL. 10 645

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!