Tekst - Vlaams Parlement
Tekst - Vlaams Parlement
Tekst - Vlaams Parlement
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
10 Stuk 872 (2010-2011) – Nr. 19<br />
terug te betalen, maar dat niet kunnen. Mijn concrete vraag is of u het dan geen goede<br />
zaak vindt dat de verhoogde schooltoelage gekoppeld wordt aan de regelmatige aanwezigheid,<br />
zeker ook in het kleuteronderwijs? Het is volgens mij heel belangrijk dat alle kinderen,<br />
zeker kinderen die in armoede leven, zo vroeg mogelijk onderwijskansen krijgen<br />
zodat ze zo veel mogelijk gelijk kunnen vertrekken met kinderen uit kansrijke gezinnen.<br />
Onderwijs is toch heel belangrijk voor de toekomst van die kinderen? Waarom stipt u dat<br />
aan als een probleem? Waarom hebt u opmerkingen over de regelmatige aanwezigheid?<br />
U wees erop dat de gelijke uitstroom uit het onderwijs een streefdoel moet zijn, maar u<br />
merkt op dat ouders in armoede voor het secundair onderwijs een richting kiezen voor<br />
hun kind naargelang hun perceptie van de kostprijs van die richting. Dit zijn volgens u<br />
geen gelijke onderwijskansen omdat het prijskaartje een heel belangrijke plaats inneemt.<br />
Ik kreeg hier graag wat bijkomende informatie over. U mag me tegenspreken als ik me<br />
vergis, maar ik stel op het terrein vast dat het vooral richtingen uit het beroepsonderwijs<br />
zijn, gevolgd door die in het technisch onderwijs, die worden gekozen door ouders van<br />
kinderen die in armoede leven, terwijl we het er toch over eens zijn dat dit vaak de duurste<br />
richtingen zijn.<br />
Mevrouw Mieke Vogels: Ik dank u eveneens hartelijk voor de uiteenzetting. Mevrouw De<br />
Croock, wat me vooral heeft getroffen in uw getuigenis, is dat u nog steeds opgescheept zit<br />
met een resem hulpverleners. Zo werd de consulent van de jeugdrechtbank genoemd, de<br />
schuldbemiddelaar, de gezinsondersteunende dienst, het internaat. Ik vind het erg dat dit<br />
nog altijd zo is. Ik ga ervan uit dat u wel hulp en steun nodig hebt bij de opvoeding van uw<br />
kinderen, maar hoe ziet u die hulp dan in een ideale wereld?<br />
Er wordt bevestigd wat ik al heel lang zeg, namelijk dat de instrumenten van het decreet<br />
van 13 juli 2007 houdende de organisatie van opvoedingsondersteuning de groep van de<br />
kansarmen, en trouwens ook die van de anderstalige kansarmen, helemaal niet bereiken.<br />
Veel erger is dat het concept ervan uitgaat dat opvoeden iets is tussen ouder en kind, en<br />
dat ouders, als ze maar genoeg training en informatie krijgen, hun kind goed kunnen<br />
opvoeden. Uit de getuigenis en de toelichting is echter nog maar eens duidelijk geworden<br />
dat het vooral een contextueel gegeven is. Ik hoor u zeggen dat u tegen de zomervakantie<br />
opkijkt, omdat u niet weet wat u aanmoet met de kinderen, die binnen zitten in een veel<br />
te klein huis. Een vriendin van me is nu regelingen aan het treffen opdat haar kind op<br />
sportkamp zou gaan met Bloso. Dat uw kinderen een week of veertien dagen op sportkamp<br />
zouden kunnen gaan, zou ideaal zijn voor mensen als u, die in veel te kleine huizen<br />
wonen. De prijzen zijn echter te hoog. U kunt natuurlijk wel een sociale maatregel vragen<br />
bij het OCMW. Ik denk dat dit veel te weinig gebeurt. Ook moet u een wagen hebben.<br />
U moet uw kinderen immers zelf naar het Bloso-centrum brengen. Dat is al een enorme<br />
drempel, want dat centrum is afgelegen. Dat soort opvoedingsondersteuning moeten we<br />
veel meer geven. We moeten ervoor zorgen dat mensen met kinderen die in veel te kleine<br />
huizen wonen, wat perspectief krijgen met betrekking tot de vraag waar ze met hun kinderen<br />
heen kunnen in een win-winsituatie. Het is voor die kinderen ook verdomd goed om<br />
eens veertien dagen aan sport te doen.<br />
Mevrouw Vera Celis: Ik dank de sprekers voor hun getuigenis en de moed om die getuigenis<br />
ook hier te durven brengen. Mevrouw De Croock, u hebt een praktisch voorbeeld<br />
gegeven van hoeveel hulpverleners van allerlei hoeken er wel over de vloer komen. Is een<br />
problematische opvoedingssituatie dan niet volledig en objectief meetbaar? Verschilt die<br />
naargelang het gaat over mensen in armoede of over mensen in meer reguliere situaties?<br />
Wordt er volgens u een verschil gemaakt?<br />
Er wordt enorm geïnvesteerd in het kleuteronderwijs en het basis- en secundair onderwijs,<br />
om kinderen die kansarm zijn, in alle mogelijke situaties gelijke kansen te kunnen bieden.<br />
Toch slaagt men daar blijkbaar niet in. Nochtans zijn er een hoop lokale initiatieven, die<br />
gerelateerd zijn aan de gemeente of aan de school. Hoe kan het beleid het beter doen en<br />
V L A A M S P A R L E M E N T