Tekst - Vlaams Parlement
Tekst - Vlaams Parlement
Tekst - Vlaams Parlement
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
30 Stuk 872 (2010-2011) – Nr. 19<br />
3.3. Samenleving en behoefte jeugdhulp<br />
Wat is goed opvoeden? Deze vraag is moeilijk te beantwoorden. We weten ook niet precies<br />
welke hulpbehoefte onze samenleving precies heeft. In Nederland heeft men proberen na<br />
te gaan welke omvang van hulp er nodig is en hoe een geïndiceerde hulpvraag evolueert<br />
naar een hulpbehoefte. Het is een ingewikkelde en moeilijke studie. Op dit moment hebben<br />
we geen zicht op de hulpbehoefte.<br />
We weten wel dat welzijn en geluk op zich niet maakbaar zijn. Er is wel een aantal voorwaarden<br />
die ertoe kunnen bijdragen dat welzijn en geluk aan bod kunnen komen. De<br />
instroom naar de hulpverlening is een resultante van een verwachtingspatroon: er is een<br />
hulpbehoefte en wij willen geholpen worden, er is de samenleving waar de interventie<br />
vooropstaat en waar men gaat reageren op mistoestanden in het opvoedingsgebeuren.<br />
3.4. Over de instroom op mesoniveau<br />
Uit de voorgestelde cijfers blijkt dat Vlaanderen zich in een mainstream bevindt. We<br />
bevinden ons in de Europese middenmoot voor wat het aanbieden van hulpverlening<br />
betreft. Er zijn heel sterke filters naar de jeugdzorg en naar de bijzondere jeugdzorg. Het<br />
comité voor bijzondere jeugdzorg gaat niet in op 60 percent van de vragen of verwijst die<br />
door. Het parket seponeert 70 percent van de gevallen. Die filter is heel belangrijk. We<br />
stellen ook vast dat steeds meer doorverwijzingen naar de bijzondere jeugdzorg gebeuren<br />
door professionals. Daarnaast heeft de jeugdrechtbank in problematische opvoedingssituaties<br />
een steeds grotere impact op de instroom. Die instroompolitiek is al een tiental jaar<br />
een tendens.<br />
3.5. Sector in permanente spanning<br />
In de jeugdzorg gebeurt geen instroom of indicatiestelling en toewijzing in functie van een<br />
te verwachten vraag. De vraag is meestal heel actueel en stelt zich op het moment dat er<br />
hulp wordt gevraagd.<br />
Elke begeleiding wordt doorverwezen en toegewezen. Het zijn niet de voorzieningen die<br />
bepalen hoe en wanneer jongeren binnenkomen. De vraag wordt gefilterd. Er wordt doorverwezen<br />
en toegewezen. De hulpverlening wordt soms voortijdig beëindigd om plaats te<br />
maken voor een andere hulpvraag. Er zijn soms vertragingsmanoeuvres, zoals uitwijkingen<br />
en afwendingen van de hulpvraag naar een ander systeem of een andere vorm van<br />
hulpverlening. Dit heeft uiteraard een impact op het hele systeem. In de omgang met de<br />
vraag spelen urgentie, crisisbepaling en prioritering een steeds grotere rol.<br />
We stellen vast dat het aanbod langzamer evolueert dan de vraag groeit. We merken tevens<br />
dat er een zekere terughoudendheid is om op vragen in te gaan. Aangezien er soms risico’s<br />
aan zijn verbonden, wordt soms niet besloten om geen hulp te verlenen. Eigenlijk bevindt<br />
de sector zich in een permanent spanningsveld. Er is een aantal mechanismen om met die<br />
spanning om te gaan.<br />
3.6. Evolutie erkende capaciteit binnen de bijzondere jeugdbijstand<br />
Ik wil even de evolutie van de erkende capaciteit van het begin van de jaren 80 tot 2009<br />
bekijken. Het gaat dan om residenties, onthaal- en observatiecentra, dagcentra, begeleid<br />
zelfstandig wonen en thuisbegeleiding. In eerste instantie blijkt de residentiële capaciteit<br />
de voorbije jaren licht gegroeid te zijn. De semiresidentiële en de ambulante vormen zijn<br />
bewust sterk uitgebouwd. De diagnostische, onthaal- en observatiecapaciteit is ook groter<br />
geworden.<br />
De resultante is een toename. Ik heb daarnet echter al verklaard dat het aanbod niet in<br />
de mate van de vraag stijgt. De vraag is de voorbije tien jaar met 60 percent gestegen. Het<br />
V L A A M S P A R L E M E N T