12.07.2015 Views

Bedieningshandleiding

Bedieningshandleiding

Bedieningshandleiding

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

3 FlexPendant3.4.8.5. Offset motorkalibratie bewerken3.4.8.5. Offset motorkalibratie bewerkenOffset motorkalibratie bewerkenDeze procedure moet worden gebruikt wanneer er geen specifiek bestand metmotorkalibratiegegevens beschikbaar is, maar alleen numerieke waarden aanwezig zijn. Dezewaarden zijn meestal te vinden op een sticker aan de achterkant van de robot.Het invoeren van de motorkalibratiewaarden kan op verschillende manieren:• vanaf een diskette, met gebruikmaking van de FlexPendant (zie sectieKalibratiegegevens voor gebruik van de FlexPendant laden op pagina 217);• vanaf een diskette, met gebruikmaking van RobotStudioOnline (zie sectieKalibratiegegevens laden in de <strong>Bedieningshandleiding</strong> - RobotStudioOnline);• door de waarden handmatig in te voeren, met gebruikmaking van de FlexPendant (ziesectie Offset motorkalibratie bewerken op pagina 218).Stap Actie Info1. Druk in het ABB-menu op Kalibratie.2. Druk op een mechanische eenheid om deze teselecteren en druk vervolgens opKalibratieparameters.3. Druk op Offset motorkalibratie bewerken....Er verschijnt een dialoogvenster met de waarschuwingdat de geprogrammeerde robotposities kunnenveranderen als de omwentelingentellers wordenbijgewerkt:• Druk op Ja om verder te gaan.• Druk op Nee om de handeling te annuleren.Als er op Ja wordt gedrukt, verschijnt er een weergavevan waaruit u een bestand kunt selecteren.4. Druk op de as waarvoor de offset van de motorkalibratiemoet worden bewerkt.Er verschijnt een venster met offsetwaarden voor dedesbetreffende as.5. Voer de gewenste waarden in met het numerieketoetsenbord en druk vervolgens op OK .Nadat u nieuwe offsetwaarden hebt ingevoerd, verschijnter een dialoogvenster waarin u wordt gevraagd hetsysteem opnieuw te starten om de nieuwe waarden teactiveren.Voer zo nodig een warme herstart uit.6. Na de herstart zal de inhoud van de kalibratiegegevensin de besturingskast en de gegevens op de seriëlemeetkaart verschillen.Werk de kalibratiegegevens bij.Uitgelegd in de sectieGeheugen van de seriëlemeetkaart op pagina 221.7. Werk de omwentelingentellers bij. Uitgelegd in de sectieOmwentelingentellersbijwerken met deFlexPendant. op pagina214.2183HAC 16590-9 Revisie: A

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!