DE RAMP MET VLUCHT MH17
Er%20is%20geen%20draaiboek%20voor%20verdriet%20-%20de%20ramp%20met%20vlucht%20MH17%20-%2017%20juli%202016
Er%20is%20geen%20draaiboek%20voor%20verdriet%20-%20de%20ramp%20met%20vlucht%20MH17%20-%2017%20juli%202016
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
10 ER IS GEEN DRAAIBOEK VOOR VERDRIET<br />
Repatriëring van de slachtoffers. Onderzoek naar de toedracht van de ramp.<br />
Gerechtigheid. Vanaf het begin stond deze drieslag centraal in de aanpak<br />
van de Nederlandse overheid. Omdat er zoveel slachtoffers waren, was het<br />
van belang een manier te vinden om snel zoveel mogelijk mensen tegelijk<br />
te kunnen informeren. ‘We wilden voorkomen dat nabestaanden cruciale<br />
informatie uit de media kregen,’ zegt Delfgaauw van de NCTV. Het crisisteam,<br />
met daarin de politie en later ook het Openbaar Ministerie, nam meteen<br />
contact op met Slachtofferhulp Nederland. Ook Stichting Impact, het landelijk<br />
kennis & adviescentrum psychosociale zorg en veiligheid bij schokkende<br />
gebeurtenissen, sloot aan. Victor Jammers, lid van de Raad van Bestuur van<br />
Slachtofferhulp Nederland, stelde in overleg met Stichting Impact, daags na<br />
de ramp al voor een speciale website voor nabestaanden te ontwerpen om via<br />
een afgeschermd kanaal mensen te kunnen informeren. Het openbare deel<br />
van deze website, www.vliegrampoekraine.nl, ging diezelfde dag nog live.<br />
Theo Vermeulen en Sylvia van Braak-van Dijk van de politie hadden op<br />
dat moment de familierechercheurs in het land gebeld om te kijken wie<br />
beschikbaar was en kon worden vrijgesteld. Vrijdag kwamen zo’n zestig<br />
rechercheurs samen in Leusden om instructies te krijgen over het zogeheten<br />
ante mortem-proces. Dat is het proces vanaf het moment van de ramp tot de<br />
identificatie van de slachtoffers en de overdracht van de lichamen. De familierechercheurs<br />
waren de eerst aangewezenen om naar de nabestaanden te<br />
gaan en materiaal te verzamelen op basis waarvan de slachtoffers konden<br />
worden geïdentificeerd. ‘Want dat is onze primaire opdracht en zo staat het<br />
ook in de wet,’ legt Vermeulen uit. ‘Hoe zag iemand eruit? Je praat over<br />
de kleinste details. Een tatoeage, een nieuwe heup, moedervlekken. Is er<br />
DNA, een tandenborstel, een familielid dat DNA-materiaal kan afgeven?<br />
Je moet met mensen naar de dokter, de tandarts. Alles wat kan helpen om<br />
iemand te identificeren.’<br />
Op zaterdag kwamen de politiemensen weer samen, dit keer in Driebergen,<br />
en werden de eerste dossiers van slachtoffers uitgedeeld. ‘Het was een vreselijke<br />
tijd,’ herinnert Vermeulen zich. ‘We hoorden de mensen schreeuwen<br />
om aandacht, maar we konden eigenlijk nog niets doen. Iedereen wilde<br />
aan het werk, maar we moesten eerst bellen om te controleren of we de<br />
goede contactpersoon hadden. Collega’s hebben veel moeten reizen. Pas<br />
op zondag zijn de laatste collega’s op huisbezoek geweest.’ Op dat moment<br />
waren 106 familierechercheurs op de been.<br />
Zondag 20 juli kwamen de familierechercheurs voor het eerst langs bij<br />
Jolanda Timmers. ‘Drie uur heb ik ze geïnformeerd. Wat er in de trouwringen<br />
stond. Hoe hun kleren eruit zagen. Mijn moeder had een groen<br />
hemdje aan, wist ik. Later die week kregen we DNA via mijn oma. We<br />
konden het nieuws niet langer bij haar weghouden. Het liefst wilde ik persoonlijk<br />
naar Oekraïne afreizen. Ik heb ooit zelf in Donetsk gewerkt en ik