1 Criminaliteit, schering en inslag; vermogens - Historisch Centrum ...

BIJLAGE 2
Verdeling van verdachten naar beroepsklassen in Enschede en Lonneker samen; alle
steek jaren samen.
Vermogens- Gewelds- totaal
criminaliteit criminaliteit
absoluut % absoluut % absoluut %
Bouwbedrijven 36 9,5 80 14,7 116 12,6
Hout, kurk, stro 7 1,9 1 0,2 8 0,9
Kleding, reiniging 9 2,4 4 0,7 13 1,4
Metaal 9 2,4 13 2,4 22 2,4
Textiel 19 5,0 43 7,9 62 6,7
Voeding, genotmiddelen 10 2,6 8 1,5 18 1,9
Overige nijvh. ber. klasse 3 0,8 6 1,1 9 1,0
Andere nijvh. beroepen 93 24,6 166 30,4 259 28,0
Landbouw 27 7,1 81 14,8 108 11,7
Handel 32 8,5 25 4,6 57 6,2
Verkeer, vervoer 8 2,1 10 1,8 18 1,9
Tapperij, logement 1 0,3 5 0,9 6 0,6
Losse arbeiders
V rije beroepen
Onderwijs, eredienst
Huiselijke dienst
Overheidsdienst
7
° 4
1,9
0,0
0,0
1,1
0,0
2
1
2
1
7
0,4
0,2
0,4
0,2
1,3
9
1
2
5
7
1,0
0,1
0,2
0,5
0,8
°
Restcategorie 81 21,4 65 11,9 146 15,8
Zonder beroep 32 8,5 26 4,8 58 6,3
Totaal 378 100,0 546 100,0 924 100,0
BIJLAGE 3' Verdeling van beroepen naar economische sectoren, uitgeplitst naar Enschede en
Lonneker (gem. %, drie perioden)
Enschede Vermogenscriminaliteit Geweldscriminaliteit
N L D R Z N L D R Z
1850-'70 45,2 15,1 19,2 6,7 13,8 78,2 9,6 1,3 7,0 4,0
1875-'95 49,0 5,0 14,1 14,3 17,6 68,5 2,9 13,1 9,3 6,3
1900-' 19 43,7 4,4 19,9 25,0 7,0 61,8 2,5 14,6 17,0 4,2
Lonneke, Vermogenscriminaliteit Geweldscriminaliteit
N L D R Z N L D R Z
1850-'70 45,3 22,2 15,9 10,0 6,7 51,9 39,9 4,0 4,2 0,0
1875-'95 65,3 17,3 3,3 10,7 3,3 55,4 26,6 6,0 9,4 2,7
1900-' 19 43,0 8,0 10,1 30,8 8,1 42,5 10,2 11,5 27,9 7,9
'N = nijverheid; L = landbouw; D = diensten; R = restcategorie van dagloners, arbeiders
en werklieden; Z = zonder beroep.
LEONARDS CRIMINALITEIT 1850-1919 25