RPR_OCMW_Nevele_20171010

In het tussentijdse evaluatiegesprek wordt een stand van zaken opgemaakt over de mate
waarin de inwerking van de functiehouder in zijn functie vordert en hij voldoet aan de
functievereisten. Zo nodig worden bijsturingen afgesproken. Het tussentijdse evaluatiegesprek
heeft de waarde van een formeel communicatiemoment en komt niet in de plaats van de
eindevaluatie van de proeftijd.
Art. 88.
Ten laatste een maand voor het einde van de proeftijd vindt de eindevaluatie van de
proeftijd plaats door de raad.
De deskundigen leveren het evaluatierapport over de proeftijd, vermeld in artikel 85, en het
vast bureau levert het verslag vermeld in artikel 85, in bij de voorzitter van de raad. De raad
spreekt de eindevaluatie uit binnen de 45 dagen.
Art. 89.
Het resultaat van de eindevaluatie van de proeftijd is gunstig of ongunstig.
De secretaris en de financieel beheerder op proef die na het verstrijken van de proeftijd op
grond van het ongunstige eindresultaat van de eindevaluatie niet in aanmerking komt voor
de vaste aanstelling in statutair verband wordt door de raad ontslagen.
Art. 90.
Er wordt geen verlenging van de proeftijd voorzien.
Art. 91.
Na afloop van de proeftijd behouden de secretaris en de financieel beheerder op proef hun
hoedanigheid van op proef aangesteld personeelslid, tot de raad beslist over de vaste
aanstelling in statutair verband of het ontslag.
De raad neemt zijn beslissing tot ontslag uiterlijk binnen twee maanden na de eindevaluatie.
Het ontslag wordt gegeven in overeenstemming met de bepalingen van artikel 171.
Onderafdeling 2. De evaluatie tijdens de loopbaan
Art. 92.
De secretaris en de financieel beheerder worden geëvalueerd door het vast bureau.
De evaluatie heeft plaats op basis van een voorbereidend rapport, opgesteld door externe
deskundigen in het personeelsbeleid. (OCMW-decreet, art. 114, tweede lid)
Art. 93.
De secretaris en de financieel beheerder worden tweejaarlijks geëvalueerd
De secretaris en de financieel beheerder worden na afloop van de evaluatieperiode
geëvalueerd als zij tijdens die evaluatieperiode ten minste 6 maanden prestaties hebben
verricht.
De evaluatie van het personeelslid dat binnen de evaluatieperiode de minimale duur van de
prestaties niet heeft bereikt wordt uitgesteld. Het personeelslid wordt pas geëvalueerd na de
diensthervatting op het ogenblik dat de minimale prestatietermijn vermeld in het tweede lid,
Rechtspositieregeling OCMW Nevele, vastgesteld in raadszitting van 29 juni 2011,
gewijzigd in raadszitting van 13 /09/2011, 10 /01/2012, 13/03/2012, 16/04/2012, 13/11/2012,
13/08/2013, 10/06/2014, 10/02/2015, 30/07/2015, 15/12/2015, 12/01/2016, 12/04/2016,
14/11/2016 en 10/10/2017. 26