RPR_OCMW_Nevele_20171010
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
1° aan het personeelslid dat nog uren tekort heeft in het kader van de vormingsplicht<br />
opgenomen in het Woonzorgdecreet van 13 maart 2009 of van de vormingsplicht<br />
opgenomen in andere reglementeringen;<br />
2° aan het personeelslid van wie uit het evaluatie- of functioneringsgesprek blijkt dat het<br />
baat heeft bij de vormingsactiviteit;<br />
3° aan het personeelslid met een rechtstreeks functioneel belang bij de opleiding, zoals<br />
blijkt uit zijn functiebeschrijving, persoonlijke doelstellingen of planning;<br />
4° aan het personeelslid met de laagste anciënniteit dat zich nog in de fase bevindt van<br />
kennisverwerving of de verwerving van vaardigheden met betrekking tot de functie;<br />
5° aan het personeelslid met de hoogste anciënniteit;<br />
6° aan het personeelslid dat zich in het kader van een taakverdeling specialiseert in de<br />
materie.<br />
Art. 104.<br />
Het bestuur draagt de kosten voor de deelname aan de toegestane vormingsactiviteiten. Tot<br />
die kosten behoren ook de kosten voor de verplaatsing naar en van de plaats waar de<br />
vormingsactiviteit doorgaat. Het personeelslid dient daartoe de bewijsstukken van de<br />
verplaatsingskosten in. De regeling die geldt voor dienstverplaatsingen is van toepassing op<br />
de verplaatsingen voor vorming.<br />
Art. 105.<br />
Het personeelslid dat aan een extern georganiseerde vormingsactiviteit deelneemt, geeft na<br />
afloop daarvan aan de vormingsverantwoordelijke een aanwezigheidsattest. Als het<br />
personeelslid geen attest heeft gekregen, meldt hij dit aan de vormingsverantwoordelijke, die<br />
het aanvraagt bij de instantie waar de vorming werd gevolgd. Zonder het vormingsattest<br />
kunnen de vomingsuren niet worden toegekend of gecompenseerd.<br />
Art. 106.<br />
De mate waarin het personeelslid na deelname aan vormingsactiviteiten in zijn dagelijks werk<br />
toepassing maakt van de geleerde vaardigheden of van de verworven kennis, is een<br />
element in zijn evaluatie.<br />
Naar gelang van de aard van de vormingsactiviteit moet het personeelslid bovendien:<br />
1° slagen voor een proef als de vormingsactiviteit daarmee afsluit;<br />
2° rapporteren aan het diensthoofd en de collega’s en informatie uitwisselen.<br />
Art. 107.<br />
Het personeelslid op proef neemt deel aan een leertraject dat zijn integratie in het <strong>OCMW</strong>bestuur<br />
en zijn inwerking in de functie bevordert.<br />
Het leertraject bestaat uit:<br />
1° een introductiepakket over de werking van het <strong>OCMW</strong>;<br />
2° kennismaking met de wetgeving / procedures/ technieken/ die eigen zijn aan de<br />
functie en aan de dienst waarvan de functie deel uitmaakt;<br />
3° kennismaking met de rechtspositieregeling;<br />
4° deontologie.<br />
5° arbeidsreglement en veiligheidsaspecten<br />
De vorming kan o.a. bestaan uit het doornemen van een onthaalbrochure waarin de<br />
werking van het bestuur wordt toegelicht.<br />
Afdeling 2. De vormingsplicht<br />
Rechtspositieregeling <strong>OCMW</strong> <strong>Nevele</strong>, vastgesteld in raadszitting van 29 juni 2011,<br />
gewijzigd in raadszitting van 13 /09/2011, 10 /01/2012, 13/03/2012, 16/04/2012, 13/11/2012,<br />
13/08/2013, 10/06/2014, 10/02/2015, 30/07/2015, 15/12/2015, 12/01/2016, 12/04/2016,<br />
14/11/2016 en 10/10/2017. 30